Lodewijk Scheltjens : "Hilda Flam" door "De Winterbloem", Temsche

Willem Putman, 1926-03-10


Source

Willem Putman, Tooneel-groei (1921-1926): Indrukken over het na-oorlogsch tooneel-herleven in ons land. Brugge: Excelsior, 1927, pp. 433-435.


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◻◻◻ A. Gille: Lodewijk Scheltjens... 1923-01
  2. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Raymond Rouleau : De... 1926-03-15
  3. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Goldoni : "La Locand... 1926-03-13
  4. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: "La Bonbonnière"... 1926-03-14
  5. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Alph. Laudy : "De Pa... 1926-03-24

Lodewijk Scheltjens : "Hilda Flam" door "De Winterbloem", Temsche.

Ik houd van Scheltjens, dien ik gekend heb, toen ik nog een heel klein jongetje was. Ik herinner mij nog onze wandelingen. Ik was zeer schuchter aan zijne hand. Ik speelde met groote toewijding de kinderrollen in zijn stukken. Ik kende een paar van zijn drama's geheel van buiten. Het eerste stukje, dat ik als jongen schreef zond ik naar Scheltjens. Hij was voor mij de traditie. Hij is het nog. Hij heeft mij zijn laatste stuk opgedragen. Ik heb het uit zijn handen aanvaard met groote ontroering. En het scheen mij dat, met dit gebaar, deze zestigjarige, die een pionier is geweest in de gezondmaking van ons Vlaamsch tooneel, aan het jonge geslacht de voortzetting heeft toevertrouwd van den door hem gestreden strijd. Want de oude Scheltjens is geen zwartkijker geworden, geen ijzerbijter, geen verbitterde. Hij juicht de jongeren toe. Hij zelf getuigt voor de noodzakelijkheid eener vernieuwing. Hij draagt den glans der hoop in zijn vermoeide oogen. Hij weet dat het Vlaamsch tooneel een voorspoedig bloei-tijdperk ingaat.

Laten wij dan niet vergeten wat menschen als Scheltjens voor het Vlaamsch tooneel hebben gedaan. En hiermede wil ik niet zoozeer wijzen op de positieve waarde van hun oeuvre (ik ben er, evenwel van overtuigd dat Scheltjens' stukken lang nog zullen voortleven, omdat zij spiegels zijn van de volksziel, goed gebouwd en met oprechte liefde geschreven) dan wel op de mogelijkheden voor de toekomst die wij danken aan hun durf, aan hun opofferingsgeest, aan hun taaie volharding.

Scheltjens heeft gedurfd aan het schouwburgpubliek, dat hunkerde naar het gewone klatergoud en den ellendigen leugen der draken, een beeld te toonen van ons klein Vlaamsch volk, in zijn zwarte ellende, zijn ruwe onbeschaafdheid, houdende echter in dit verval een gouden hart en een onomkoopbare eerlijkheid. Scheltjens was de pionier van den realistischen vorm. Hij weerde zorgvuldig alle bombast, alle taal-rhetoriek -- en het voornaamste dat in zijn oeuvre zekere ongelijkheid doet ontstaan is dat hij in een kader van werkelijk leven niet heeft opgehouden de romantische thema's uit te werken, die hij met zijn voorganger Nestor de Tière gemeen had. Scheltjens zocht de actie van zijn stukken vooral in uiterlijke bewogenheid. Bijna ieder van zijn stukken groeit uit een misdaad of leidt er henen. Hier geen ingewikkelde psychologische uitrafelingen, geen perverse echtbreukgeschiedenisjes. Zijn menschen zijn primair. Hun daden zijn absoluut... Zij vechten, minnen, stelen, moorden. Zij worstelen ondereen gelijk zij worstelen tegen de natuur. Maar er is iets dat zij bewaren in hun hart als een ruwen diamant : hun eerlijkheid. Dat vervormt ze wel eens tot helden ("Visscherseer") of laat ze ten onder gaan met ijzeren koppigheid. Scheltjens heeft figuren geschapen, die in ons geheugen blijven voortleven. Vaak groeien zij buiten de grenzen van zijn stuk. Zij zijn echter logische en stevige karakter-uitbeeldingen.

In het overgangstijdperk, dat wij nu achter den rug hebben en dat mag genoemd een eerste periode van gezondmaking in de Vlaamsche tooneelletterkunde (vooral: worsteling met den draak. Nu gaat de strijd eerder tegen het psychologisch drama) is Scheltjens de belangrijkste figuur. Uit dien tijd zullen stukken als "Wildstroopers", "De Leemkruier", "De Kwade Hand" merkwaardige documenten blijven.

"Hilda Flam" is een geheel ander stuk. Hierin behandelt Scheltjens een meer innerlijk conflict -- het eeuwige conflict tusschen kunst en liefde. De componist Sonius is gehuwd met een Brave en lieve vrouw, josepha -- maar op zijn weg ontmoet hij de artiste Hilda Flam, die hem inspireert en steunt in zijn artistiek werk. Josepha verdenkt haar man van ontrouw -- doch ziet ten slotte hare vergissing in. En het stuk eindigt met een algemeene verzoening.

Het is wel eigenaardig dat Scheltjens, aan het einde zijner loopbaan, de behoefte voelt om het werkmanshuisje te verlaten en het bourgeois-salon te betreden. De sprong is een beetje bruusk. Het is begrijpelijk dat Scheltjens zich minder gemakkelijk beweegt in een artistiek boudoir dan in een visschershut. Niettemin blijken ook uit dit stuk zijne constructieve eigenschappen -- en bijwijlen is de dialoog zeer spiritueel. Ook ditmaal jaagt Scheltjens de toestanden op een hoogtepunt. De spanning breekt los in een fel pakkende scène tusschen de twee vrouwen. In het derde bedrijf overheerscht een zeer sentimenteele toon.

Ten slotte nog dit stukje dialoog, waaruit blijken moet welke de houding van Scheltjens is ten opzichte van de jongere generatie :

Waldek.

"U hebt u kunnen inspireeren... naar... hoe zal ik het zeggen ?... naar die nieuwe school, die alles met de voeten trapt, wat de ouderen aan schoonheid hebben gegeven !

Sonius.

Ik begrijp, meester Waldek, dat u met die nieuwe school niet meegaat, maar u vergist u, waneer u denkt dat ze haar nieuwe ideeën bouwt op gemaakte ruïnen. Zij blijft de oude kunst in eere houden, maar we zijn in een periode gekomen, waarop een verfrissching onzer nationale kunst zich opdringt. Ik ben jong, meester Waldek, en zou een misdaad tegenover mij zelf begaan, zoo ik het gevoel moest tegenwerken, dat mij naar de nieuwe richting stuwt, door de groote nationale artiste Hilda Flam mij aangewezen..."

Het doet me genoegen dit boek met dit citaat van Scheltjens te sluiten. Hij weet dat het Vlaamsch tooneel een voorspoedig bloei-tijdperk ingaat. Moge dit boek hem daarvan eens te meer de blijde boodschap brengen.

10.3.26.

Items that may be related to this text

  1. ◼◼◻◻◻ A. Gille: Lodewijk Scheltjens... 1923-01
    scheltjens • Lodewijk Scheltjens • Nestor de Tière • De kwade hand • De leemkruier • vlaamsch • Wildstroopers
  2. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Raymond Rouleau : De... 1926-03-15
    (date-year) 1926 • (date-month) 1926-03 • (author) Willem Putman
  3. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Goldoni : "La Locand... 1926-03-13
    (author) Willem Putman • (date-month) 1926-03 • (date-year) 1926
  4. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: "La Bonbonnière"... 1926-03-14
    (author) Willem Putman • (date-month) 1926-03 • (date-year) 1926
  5. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Alph. Laudy : "De Pa... 1926-03-24
    (date-year) 1926 • (date-month) 1926-03 • (author) Willem Putman
  6. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Helmuth Unger : "De ... 1924-12-06
    Nestor de Tière • (author) Willem Putman
  7. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Josip Kosor : "Onbek... 1926-02-20
    (date-year) 1926 • Nestor de Tière • (author) Willem Putman
  8. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: André Rivelle : "La... 1926-07-29
    (author) Willem Putman • (date-year) 1926
  9. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Het realistisch Toon... 1938-11-30
    stukken • (author) Willem Putman
  10. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Het realistisch toon... 1938-11-30
    stukken • (author) Willem Putman