Archief Etcetera


Vol verwachting klopt ons hart: Een blik op het theaterseizoen 85-86



Vol verwachting klopt ons hart

Een blik op het theaterseizoen 85-86

Weinig intentieverklaringen. Een conjunctuurgevoelig repertoire. Shakespeare en de jonge Duitsers verdwijnen; een Spaanse golf rolt aan... Marijke Caris en Geert Opsomer zoeken naar lijnen in de programmatie van de Vlaamse theaters voor 1985-86.

Geen Shakespeare dit jaar. Wel hernemen De Mannen van den Dam Het Park, een actuele Midzomernachtsdroom waarmee allegorisch wordt gewezen op het gebrek aan creativiteit. Een tekort waaraan het seizoen 1985-1986 ook weer dreigt te lijden, te oordelen naar de programmatie van de Vlaamse gezelschappen. De grote meerderheid schuwt risico's. Het resultaat lijkt mat en matig.

Evaluatiecriteria van de RAT

Hebben de gesubsidieerde theaters bij het samenstellen van hun repertoire rekening gehouden met de evaluatiecriteria van de Raad van Advies voor de Toneelkunst (RAT)? De programmatie is één van die criteria, maar de RAT zelf lijkt in de toepassing ervan niet helemaal berekenbaar: willekeurige samenraapsels onthaalde hij niet goed, maar consequent doordachte risico's honoreerde hij niet. Voorbeelden hiervan zijn, in advies nr. 17 van 9 mei 1985 (afgedrukt IN Etcetera nr. 11), enerzijds de KNS en Arca, anderzijds het NVT en Brialmont.

De nieuwe directeurs van door minister Poma op instigatie van de RAT zwaar vermaande gezelschappen gaan omzichtig te werk. Jo Gevers monteert bij Antigone, Kortrijk, voor hem typische, absurd-expressionistische teksten: Het Respectabel Trouwfeest (B. Brecht), De Meiden (J. Genet), De Fysici (F. Dürren-matt), een tikje overjaars en niet direct op de maat van een zieltogende troep. Peter Benoy zorgt er bij het Reizend Volkstheater voor dat niet alleen de gebruikelijke pruiken- en kostuumskomedies op de affiche prijken, maar ook b.v. De Ontaarde Slapers van Ruyslinck (in een bewerking van Cas Baas) en naar het einde van het seizoen De Dood van Tarjelkin (Suchovo-Kobylin) in een regie van H. Hawemann. Bij de Korre, Brugge, regisseert André Vermaerke eerst Schuldeisers van Strindberg en kijkt daarna 'nieuwsgierig en verlangend' uit naar 'een experiment': 'Voor de eerste keer in de Korregeschiedenis een produktie monteren buiten de Korrekelder'. Ronnie Commissaris ten slotte wordt (steunend) lid van het directie-driemanschap bij BENT. Zullen zijn 'kloeke schouders' (waarmee ook de Korre reclame voert) breed genoeg zijn om met Les Fantasmes du Boucher (Haïm) het niveau op te tillen?

Dat de RAT aan de minister voorstelt kredieten vrij te maken voor de creatie van Vlaams werk, lijkt de programmamakers van het Mechels Miniatuur Theater geïnspireerd te hebben. Vier op vijf stukken zijn van Vlaamse auteurs: H. Claus, W. Van Den Broeck, G. Laenen en P. Koeck. Het Nieuw Ensemble Raamthea-ter creëert de nieuwe Van Den Broeck, De Tuinman van de Koning. Tussen twee haakjes, het Hemelbed-thema maakt furore: het oorspronkelijke stuk van Jan de Hartog staat bij T 19, Brugge op het programma, de musical-bewerking ervan I do, I do bij het Merksems Kamer Theater, en Het Wemelbed van Van Den Broeck bij het al vernoemde MMT. De taak die het Nieuw Vlaams Theater zich had gesteld, wordt vooralsnog door niemand overgenomen. Zal een auteur als Luk Van Brussel nog een weg vinden naar de scène? Het is een opdracht voor de A-gezelschappen hier zinnige initiatieven te nemen.

Conjunctuur

De eisen van de RAT lijken de groepen, op enkele uitzonderingen na, er niet toe te brengen hun repertoirekeuze voldoende te motiveren. Er zijn te weinig intentieverklaringen. Repertoires worden niet zelden conjunctuurgevoelig samengesteld. Vlaamse theaters volgen b.v. gretig de internationale trend en programmeren nogal wat stukken uit de late negentiende eeuw: Schuldeisers van Strindberg (Korre); Een Poppenhuis van Ibsen (KNS, regie A. Goris a.g.); De Kersentuin (KVS, regie P. Laroche a.g.) en De Meeuw ('t Stuc; regie P. Peyskens) van Tsjechov plus een Platonov-bewerking van M. Frayn, Wilde Honig (KNS, regie S. Rouf-faer); en twee Feydeaus (KVS, NTG). Grotendeels klassieken dus, en daarom uitgelezen om opnieuw op hun actuele, dramaturgische relevantie te worden bekeken. Maar als publieksvriendelijke theaters, zoals met name KNS en KVS proberen te zijn, die in hun reclame vooral veel leuks en leerrijks afficheren, gemakshalve hun onderzoeksopdracht begraven, dan krijgen we niet méér te zien dat een reeks tableaux vivants met pittoreske personages. En waar klopt dan het leven? Waar blijft dan de polemiek die het Vlaamse theater zozeer behoeft?

Twee keer Feydeau: Een vrouw aan mijn been (KVS, regie N. Buyl) en Een oogje op Amelie (NTG, co-regie H. Gilis - J.P. De Decker), twee vergelijkbare stukken dus. Valt uit de programmatie ervan iets op te maken over de intenties van de respectievelijke gezelschappen? In de KVS-prospectus wordt een (puur commerciële) link gelegd met een vroeger opgevoerd successtuk van dezelfde auteur, Een vlo in het oor. (Het is wellicht niet toevallig dat uitgerekend dit stuk bij het NTG werd geridiculiseerd tijdens de opvoering van Claus' Hamlet). Voorts wordt de klemtoon gelegd op de vrolijke intrige en de misverstanden in deze 'dolle vaudeville'. In de NTG-prospectus daarentegen wordt een verband gelegd met de burgerlijke hypocrisie en met de niet louter onderhoudende bedoelingen van het regisseursduo. Impliciet wordt trouwens verwezen naar Gilis' regie van Het Laxeermiddel bij de Mannen van den Dam.

Driemaal Strindberg: Schuldeisers, zoals gezegd, bij de Korre, Play Strindberg, Dürrenmatts versie van De Dodendans, bij de KNS en, als er geld voor is, ook bij Controverse. Als in Strindbergs tekst een uitdaging wordt gevonden om eigen(tijds) commentaar te formuleren, moet men dan teruggrijpen naar een andere tekst die intussen zelf al 15 jaar oud is? Dürrenmatt schreef zijn kritiek immers in 1969.

Eigentijds, en onrechtstreeks ook een commentaar op Strindberg, zijn de compromisloze stukken van de Zweed Lars Norén. Een dubbele introductie dit seizoen: Malpertuis, Tielt, heeft de primeur met De moed om te doden (regie: dé Norén-vertaler-pionier Karst Woudstra). Het NTG volgt vlug met Demonen (H. Gilis). Beide groepen durven dus risico's aan. Zullen bij het NTG de boeiende teksten en contexten (o.m. de samenwerking met Gilis) de verstarde acteurs tot een passende respons bewegen?

Van die potentiële evolutie hangt het grotendeels af of de volgende opvallende titel bij het NTG, Prinses Maleine van Maeterlinck, ook als een dito produktie zal kunnen leven. In de regie van J. Jurasas, een Amerikaanse uitgeweken Rus, zou dit een verrassende confrontatie kunnen worden met de Russische Maeterlincktraditie.

In de marge van het KNS- en KVS-programma rijzen dergelijke vragen niet eens. Het beperkte publiekssucces van Koltès en Mamet vorig jaar, volstaat voor de KVS om, als officiële schouwburg, voortaan van elke vorm van experiment af te zien. Een 'evenwichtig' programma, betoogt de directie, 'ontspannend' en vooral fatsoenlijk theater, dat meteen geschikt is voor scholieren - die verplichte theaterbezoekers. Het menu van het Toneelgezelschap Ivonne Lex is volgens hetzelfde recept opgesteld, met dit jaar als ingrediënten o.a. M. Cristofer, Ionesco en huisschrijver D. Cohn.

De jonge Duitse dramaturgie is minder aanwezig op de affiches: geen Brasch noch Strauss. Van H. Muller speelt het Gezelschap van de Witte Kraai Kwartet



(regie: S. Bogaerts). De Mannen van den Dam spelen Hacks' Amphytrion en Karges Jacke wie Hose. De populaire western-versie van De uitzondering en de regel van B. Brecht ligt helemaal in de lijn van de Internationale Nieuwe Scène.

Buitenlandse krachten binnenhalen, voornamelijk dan roemrijke regisseurs, is een taktiek die verscheidene gezelschappen toepassen. De Mannen van den Dam vroegen Stephan Tree, een Duitser, voor The Homecoming van Pinter. Het BKT nam zijn toevlucht tot Ger Thijs voor Shepards Fooifor Love; voor drie andere regies keerde het terug naar R. Commissaris en H. Mentzel, oude vertrouwden. Anderen komen verder nog ter sprake.

Gelegenheid

Ieder jaar zijn ze er weer, de (officiële) gelegenheden en de' ronde verjaardagen om met theaterstukken te vieren of, in het slechtste geval, te versieren. De feiten op zich zijn dikwijls heugelijk, de initiatieven dus ook, maar volgens een niet dood te krijgen traditie, vaak onder een dikke laag folklore weggestopt.

De waaier van Spaanse produkties, die dit najaar in het kader van Europalia ons land aandoen, ontsnapt niet aan dat gevaar. In dans b.v. wordt alleen de traditionele volksaard geïllustreerd. In het toneel is er gelukkig wat tegengewicht. Salvador Tavora, die zich bewust verzet tegen toeristische manipulaties, al te gast op Kaaitheater '79, komt met zijn groep La Cuadra de Sevilla Piel de Toro vertonen, een stierengevecht, theatraal verwerkt tot een beloftevolle manifestatie. Nog beloofd zijn Goyescas en La Vida breve in de regie van Arrabal, hét enfant terrible van het Spaanse theater.

De aanwezigheid van Spaanse stukken in het repertoire '85-'86 heeft minder te maken met het cultiveren van een waardevolle traditie, dan wel met de occasionele aanleiding dat Europalia dit jaar aan Spanje is gewijd. Het NTG maakt met Goddelijke Woorden van Ramón Maria del Valle-Inclan, vertaald en bewerkt door H. Claus, het meest efficiënte gebruik van de geboden faciliteiten. De regie is toevertrouwd aan José Carlos Plaza, die, met het visitekaartje van gezaghebbend regisseur, al de hand heeft in de Spaanse gast-produktie La Casa de Bernarda Alba van F. Garcia Lorca. Arca presenteert van zijn kant deze min of meer 'grote tekst' in de regie van P. Dehert. Alleen deze twee Gentse theaters verzekeren dus de dialoog met het Spaanse theater. Eerder vermakelijke anekdotes zijn Don Gil met de groene broek van Tirso de Molina (KVS, S. Rouffaer) en Alles liebe... naar Lope de Vega (RVT), waar Luc Perceval en Guy Joost en, het regisseursduo van Blauwe Maandag, wel niet van plan zijn hun eigen aard te verraden.

Behalve de Spaanse vieringen zijn er dit jaar ook Vlaamse herdenkingen: Het Leven en de Dood van Victalis van Gille 100 jaar na de geboorte van E. Claes (Antigone); De Spaanse Brabander 400 jaar na de geboorte van Bredero (Nieuw Ensemble Raamtheater); 1585, de val van Antwerpen, 400 jaar na datum (KNS). Zal men er historische - en voor Bredero ook theaterhistorische - clichés kritisch onder de loep nemen?

Ter ere van het actuele Vlaamse leven worden nieuwe stukken gecreëerd: De Vogelmarkt van J. Christiaens (KNS) en Hora est van P. Coppens (KVS). Dit laatste gaat over de veelgevreesde bom, maar er wordt aangestipt dat Coppens helemaal 'in de traditie van Gaston Mar-tens' schrijft. Het Paradijsvogels-syndroom blijft als een vloek boven de grote schouwburgen hangen. Hun belangstelling voor Vlaamse dramaturgie blijft hoofdzakelijk folkloristisch.

Aan de depreciatie van de eigen dramaturgie lijkt met de vooruitzichten voor het beginnende seizoen geen einde te komen. Een MMT dat trots een zuiver Vlaamse programmatie aankondigt, houdt het toch maar bij gevestigde waarden. De laboratoriumfunctie van het NVT wordt nergens gecontinueerd. Gaat er een stimulans uit van de eigenzinnige enkelingen? J. Decortes Kleur is alles wordt door het Trojaanse Paard doorgespeeld; A. Sie-rens verwerkt in Genoveva persoonlijke ervaringen, aangekondigd door Arca, evenals D. Pauwels' De 'R' van Ruig hangt in de Huig. I. Van Hove kiest bij Akt/Vertikaal auteurs als De Sade (Gij zult niet doden) en Mishima (Boom uit de Tropen). P. Peyskens ('t Stuc) werd hierboven al vermeld in verband met Tsjechov. T. Brulin schreef Wheel-Chairs, in het Engels omdat Antillianen het moeten vertolken. Misschien vraagt het werk van zulke mensen een herziening van de geldende concepten over toneelteksten en een verruiming van het begrip 'Vlaamse dramaturgie'?

Marijke Caris/Geert Opsomer

Volledig artikel als PDF

Auteur Marijke Caris, Geert Opsomer

Publicatie Etcetera, 1985-10, jaargang 3, nummer 12, p. 2-3

Trefwoorden spaanseregiestrindbergschuldeisersprogrammatiekorre

Namen A-gezelschappenAmelieAmerikaanseAmphytrionAntigoneAntillianenAntwerpenArrabalBENTBij de KorreBlauwe MaandagBoom uit de TropenBraschBrederoBruggeControverseDe De Dood van TarjelkinDe FysiciDe KersentuinDe MeeuwDe MeidenDe Ontaarde Slapers van RuyslinckDe SadeDe Tuinman van de KoningDehertDemonenDon GilDood van Victalis van GilleEen Poppenhuis van IbsenEuropaliaFeydeauGarcia LorcaGeert OpsomerGenovevaGentseGoyescas en La VidaHamletHawemannHaïmHemelbed-themaHet LevenHet Respectabel TrouwfeestHet WemelbedHuigIN EtceteraInternationale Nieuwe ScèneIonescoJan de HartogJosé Carlos PlazaKNS en ArcaKNS en KVSKNS- en KVS-programmaKaaitheaterKarges Jacke wie HoseKoeckKorrekelderKortrijkLes Fantasmes du BoucherLope de VegaLuc Perceval en Guy JoostLuk Van BrusselMametMerksems Kamer TheaterMidzomernachtsdroomMiniatuurMishimaNTGNVT en BrialmontNieuw Ensemble Raamthea-terNieuw Ensemble RaamtheaterNieuw Vlaams TheaterNorén-vertaler-pionier Karst WoudstraParadijsvogels-syndroomPeter BenoyPlay StrindbergPomaPrinses Maleine van MaeterlinckRATReizend VolkstheaterRuigRussische MaeterlincktraditieSalvador TavoraShakespeareSpaanseSpanjeStephan TreeStucSuchovo-KobylinT 19The Homecoming van PinterTieltTirso de MolinaToneelgezelschap Ivonne LexTrojaanse PaardTsjechovVan HoveVertikaalVlaamseWilde HonigZweed Lars Norén


Development and design by LETTERWERK