Archief Etcetera


VRIJE TRIBUNE: J'ACCUSE



VRIJE TRIBUNE

J'ACCUSE

Ik beschuldig de Minister van Nederlandse Cultuur ervan:

- Op vier jaar tijd er niet in geslaagd te zijn een degelijk en progressief theaterbeleid uit te werken. Het oppervlakkige, commerciële en voorspelbare theater dat in het buitenland niet of nauwelijks wordt gesubsidieerd te favoriseren en geen enkel gezond evenwicht te hebben gevonden tussen een artistiek en een commercieel circuit. Hij subsidieert het theater in Nederlandstalig België eerder voor zijn receptieve (vreemde import) en commerciële aard en op de laatste plaats voor z'n creatieve en noodzakelijke taak.

- De totale willekeur in de hand te hebben gewerkt door geen theaterbeleid op papier te zetten. Het geheime advies nr. 17 van 9 mei 1985 aangaande alle theaters aan gemeenschapsminister Poma is een aanfluiting van elke morele en artistieke verantwoorde deskundigheid: ongefundeerd, contradictorisch, inconsequent. Iedereen van de RAT die belangen had, hetzij van nabij, hetzij van verre in een of ander theater, heeft dat theater geldelijk bevoordeeld.

- Zich niet te hebben omringd door uitsluitend bekwame en deskundige kabinetsmedewerkers. Zijn belangrijkste adviseurs voor toneelaangelegenheden zijn twee gepensioneerde schooldirecteuren die noch door ervaring, noch door scholing enige vat hebben op de toneelpro-blematiek; andere medewerkers laten hem brieven ondertekenen die niet eens vrij zijn van kinderfouten tegen het Nederlands.

- Er niet voor gezorgd te hebben een Raad van Advies voor Toneelspeelkunst samen te stellen die boven elke verdenking verheven is. Deze RAT bestaat voor een groot deel uit belanghebbenden: theaterdirecteurs, beheerders van gezelschappen, enz. Een partij die vrijheid en vooruitgang in het vaandel voert, laat toe dat de rechters in dit geval ook belanghebbende partij zijn. Belangen worden trouwens vermengd. Leden van de RAT worden door andere gezelschappen gevraagd een regie te doen of een stuk voor hen te schrijven. Op deze manier kunnen de leden in hun oordeel over deze theaters beïnvloed worden.

- Er niet voor gezorgd te hebben dat de voorzitter van de RAT, een prestigieuze en gezaghebbende deskundige is. Deze voorzitter heeft in het verleden nooit kunnen bewijzen dat hij over de nodige inzichten omtrent de toneelproblematiek beschikt. Deze voorzitter is noch door zijn theoretische geschriften, noch door zijn praktische theaterverwezenlijkingen aanvaardbaar als autoriteit voor de meerderheid binnen de theaterwereld.

- Zich te laten adviseren door een Tartuffe-figuur, die ondanks deze handicap, toch lid is van 's ministers partij, redacteur bij een groot Vlaams dagblad, ondervoorzitter van de Raad van Advies voor Toneelspeelkunst en lid van de Raad van Beheer van de Vereniging van Vlaamse Toneelauteurs. Deze heer vertegenwoordigt de Vlaamse toneelauteurs in de RAT. Diezelfde heer heeft zich akkoord verklaard de H. van Peene-V. Miry-prijs van een belangrijke Vlaamse cultuurorganisatie toe te kennen aan ondergetekende voor het stimuleren binnen het NVT van de Vlaamse dramaturgie. Diezelfde heer gaat er binnen een ander orgaan, de RAT, gelijktijdig mee akkoord datzelfde NVT af te schaffen.

- Dat hij niet kan vrijgepleit worden van partijpolitieke machinaties, De situatie van het Merksems Kamertheater in Antwerpen en de duistere affaire van Theater Arena in Gent spreken boekdelen.

- Toneelinitiatieven die aan theateronderzoek doen vanuit de eigen auteurs, regisseurs, enz. af te schaffen of beperkt te betoelagen en zijn eigen liberale partijbeginselen 'vrijheid en vooruitgang' niet te dienen. Of dient (theater)onderzoek niet de vooruitgang?

- De toneelsubsidies van de Vlaamse gemeenschap eerder aan te wenden om de uitheemse dramacultuur te bevorderen en de inheemse te verwaarlozen. Moet een minister van Nederlandse cultuur niet eerder de eigen waarde verdedigen in plaats van de uitheemse!? Duitsland, Frankrijk, enz. geven jaarlijks miljarden uit om hun eigen cultuur in net buitenland te promoten. Het is bijna cultuurimperialisme. Onze cultuurminister gunt de inheemse toneelauteur ±1% van het totale theaterbudget. De minister laat niet na de uitheemse theatercultuur nog eens extra te favoriseren door de oprichting van het Vlaams theatercircuit, dat bijna uitsluitend buitenlandse produkties promoot.

- Te spreken met een dubbele tong. In het boek 'Nieuw Vlaams Teater. Voor een eigen dramaturgie.' schrijft de minister dat het NVT een uniek fenomeen is, dat tegelijkertijd het geld van de overheid aanwendt om te investeren in de toekomst. Ondertussen vermindert hij de schamele subsidies van dit theater, met de bedoeling het uiteindelijk, zoals recentelijk bleek, af te schaffen.

- Dat hij zich onnadenkend de holle slogan 'management' heeft laten aansmeren, zonder zich af te vragen: 'welk soort management met welke inhoud?' Het finale doel van de subsidies is alzo verworden tot steun aan kleine en middelgrote ondernemingen wier bekommernis niet is aan theater te doen maar dit wel als middel zien om een ander doel te bereiken. Winst maken.

- Zich niet te houden aan zijn eigen subsidiëringsregel, die eerst een aantal theaters een zogenaamde rode kaart geeft vooraleer over te gaan tot beslissing van niet subsidiëring van het daarop volgend seizoen, zodat zij zich op een eventuele afschaffing kunnen voorbereiden. Dit was niet het geval voor het NVT. Meer zelfs, niemand van de RAT heeft dit seizoen 1 produktie van het NVT gezien.

- Fatsoenlijke Vlaamse burgers niet in de mogelijkheid te stellen te weten wanneer precies en hoe beslissingen zullen genomen worden. Dit is hen kwetsen in hun burgerzin.

Om deze redenen betwijfel ik of de Minister over de nodige morele en vakkundige eigenschappen beschikt om het hoge ambt van Minister van Nederlandse Cultuur waar te nemen. En hebben wij daar als fatsoenlijke Vlaamse burgers geen recht op?

Wil Beckers


Development and design by LETTERWERK