Archief Etcetera


Gerardjan Rijnders en het Nationaal Ballet: Bacchanten



Gerardjan Rijnders en het Nationaal Ballet

Bacchanten

Het is zowat twee maand geleden dat ik Gerardjan Rijnders' Bacchanten bij het Nationaal Ballet -een co-produktie met Rijnders' eigen organisatie Voorheen ADM - zag, en hoewel het overzicht over structuur en details van de voorstelling grotendeels zijn verdwenen, zijn er beelden die mij blijven achtervolgen. Bacchanten - een scenario van Rijnders en Janine Brogt, op basis van Euripides' tragedie en poëzie van Unica Zürn - is een lastige, storende voorstelling, die parasiteert op mijn ideeën over hoe je theater "moet" maken. Misschien is dit parasitisme precies een overlevingskans voor het theater, en dan is het perspectief van Rijnders' werk in produkties als Wolfson, de talenstudent en de Bacchanten belangrijker dan mijn indruk van het moment. Want ik had oprecht moeite met de simplistische tegenstelling tussen de wereld van de ratio rond koning Pentheus - zeker als zijn verschijning aan het slot terugkeert, Dionysus zelf nu als koning in een driedelig pak - en de extatische wereld van de Bacchanten onder aanvoering van Pentheus' moeder Agave. De acteurs van Pina Bausch kunnen ook veel beter de pathologie van het alledaagse verbeelden dan deze dansers die even uit de tutu en de pointes ontsnapt zijn en er snel in zullen terugkeren. De psychotische teksten van Unica Zürn zijn te evident, te direct om het conflict over religieus-politieke waarden bij Euripides te actualizeren.

Maar even fragment air en even oppervlakkig als mijn ongenoegen, zijn de momenten van absolute verleiding in deze voorstelling: de ruimte, een letterlijke herneming van de zuilen die altijd de scène van Carré omlijsten, het plexiglas, en die éne ruit van echt glas die verbrijzeld wordt (dat is een "tragisch moment"), het ritme waarmee de verscheurde Bacchanten binnenschrijden en elkaar "liefkozen", het spel tussen Agave en de dode Pentheus. Rijnders lost, en dat is mijn strikt persoonlijke kijkervaring, de problemen van een simplistisch wereldbeeld (ratio versus hysterie, gescheiden door glas) op door de virtuoze beheersing van, wat ik zou noemen, het "plastisch ritme" in het theater. Hij creëert een afstand (ik zat nu wel heel hoog in Carré, en dat was eigenlijk niet zo slecht) tot de getoonde gevoelens van de acteurs, tot het dramaturgisch concept van de voorstelling, die ruimte vrijmaakt voor een individueel beleven van '' aangrijpende'' momenten. Met andere woorden: Rijnders realiseert zich de uniciteit van het medium theater, en maakt een voorstelling waarin elke toeschouwer zijn eigen voorstelling maakt. Zijn beelden dwingen, beklijven niet onmiddellijk, bouwen niet voort op een vermeend inzicht in de relatie tussen tonen en waarnemen. Terwijl de betekenis van die beelden krachtig en suggestief blijft: een vereenvoudigende kijk op de machtsverhoudingen tussen hart en hoofd, tussen een gescheurde en bloederige jurk en een driedelig pak (het inhoudelijke kader, ruw geschetst, van de Bacchanten opent inzichten in individueel gedrag, niet omdat je het ziet, maar omdat je "verleid" wordt het erbij te denken en te voelen. Dat is de kracht van Rijnders' theater, en in dit opzicht is Bacchanten, ondanks alle ergernis over geborneerd professionalisme (bij de Nationaal Ballet-dansers) een belangrijke voorstelling.

Klaas Tindemans

BACCHANTEN groep: Het Nationaal Ballet & Voorheen ADM; scenario: Gerardjan Rijnders en Janine Borgt naar Euripides en Unica Zürn; vormgeving: Paul Gallis; muziek: Boudewijn Tarenskeen; dramaturgie: Janine Brogt; spelers: Barbara Leach, Han Kerckhoffs, Clint Farha, Bol Puys, Johan Mittertreiner en Het Nationaal Ballet

Bacchanten (Het Nationale Ballet en Voorheen ADM) - foto Jorge Fatauros


Development and design by LETTERWERK