Archief Etcetera


Profiteren van de waarheid der dingen



Profiteren van de waarheid der dingen

Over het theater in Portugal

Het ontbreekt het Portugese theater geenszins aan artistieke ambitie. De gebrekkige infrastructuur en de beperkte staatssubsidies geven slechts aan een handvol grotere gezelschappen de kans om zich te profileren. Komt daar nog bij dat het Portugese theater eigenlijk nog in zijn kinderschoenen staat.

"Je mag me niet beschuldigen van naief nationalisme wanneer ik zeg dat we in Portugal prachtige theaterkunstenaars hebben." Aan het woord is Eugénia Vasques, criticus en theaterprofessor in Lissabon: "Al werken onze kunstenaars onder de slechts mogelijke omstandigheden, toch zijn ze geweldig inventief. Zij hebben geen geld om grote produkties op te zetten, zoals ik die in het buitenland kan zien. Zij kunnen niet werken met verbluffende lichteffecten, met geoutilleerde ruimtes, met technologische snufjes. Dat alles is niet voorhanden. Zij werken nog volgens het beginsel van de kleine intieme familiale sfeer. Toch is het esthetische en artistieke niveau van onze theatermensen even groot als elders." Eugénia Vasques legt de vinger op de wonde van het Portugese theater.

De kunstenaars zijn er maar het geld en de infrastructuur laten het afweten. Sinds 25 april 1974 (de Anjerrevolutie die een einde maakte aan de dictatuur) zijn er slechts twee nieuwe zalen gebouwd. In de provincie verkommeren de oude theaters als er al geen commercieel centrum van gemaakt is. Rondreizen met produkties is zo goed als onmogelijk. Van theaterbeleid is geen sprake, hoor je overal zeggen. Sinds 1985 is er zelfs geen minister van cultuur meer. Die werd toen gedegradeerd tot staatssecretaris en staat onder direct gezag van de eerste minister. Al stijgen de theatersubsidies langzaam dan is dat nog altijd bitter weinig. Eén gezelschap, het Teatro Nacional de D. Maria II uit Lissabon, gaat met het hoofdaandeel lopen. Een veertigtal acteurs zitten daar onder vast contract, maar hebben bitter weinig te doen. Vorig jaar was er nog even hoop toen de bekende regisseur Ricardo Pais binnengehaald werd om orde op zaken te stellen. Maar na één jaar hield ook hij het voor bekeken. Straks is hij te gast in de Munt met een theater-opera. Vijf andere gezelschappen krijgen een tweejaarlijkse subsidie die schommelt tussen 13 en 18 miljoen BF.

Twee ervan zijn ook al eens te zien in het buitenland, het Teatro da Communa en het Teatro da Cornucopia. Een zestal gezelschappen krijgen een jaarlijkse subsidie, tenslotte zijn er de zeer minieme projectsubsidies.

Onafhankelijke gezelschappen

In Portugal wordt met veel respect over de 'onafhankelijke gezelschappen' gesproken. Bijna allemaal net voor 74 of net na 74 opgericht . Telkens door een regisseur die dan ook directeur geworden is en die in sommige gevallen ook nog hoofdacteur is. Het zijn privé-initiatie ven die meestal ontstaan zijn vanuit de universiteiten. Zij hebben een nieuw publiek gevomd en nieuwe professionele theatermensen. Een tweede theatergolf is er gekomen rond 1987. Vanuit de Gulbenkianstichting, ook wel het echte ministerie van cultuur genoemd, is dank zij de ondertussen overleden en werkelijk



A Comedia de Rubena (Teatro da Cornucopia)

diepbetreurde Maria Madalena Perdigão de organisatie Acarte opgericht. Bekende en vernieuwende theater- en dansgroepen uit het buitenland werden naar Lissabon gehaald, de regisseurs of choreografen ervan gaven eveneens plaatselijke workshops. Dans meer nog dan theater heeft daarvan optimaal kunnen profiteren. Tegelijkertijd ontstonden vanaf '87 sporadisch kleine produktiehuizen. Jonge eigenzinnige regisseurs die nergens aan de bak konden komen kregen plots eerste kansen. Acteurs gingen hoe langer hoe meer circuleren. Ergens was dat trouwens noodzakelijk want de meeste gezelschappen beschikken slechts over een kern van een vijftal vaste acteurs.

Teatro O Bando

Teatro O Bando is het enige Portugese gezelschap dat niet alleen te zien was in België, maar ook op tal van theaterfestivals over de hele wereld. De stichter en directeur ervan, Joao Brites, van oorsprong beeldend kunstenaar, heeft als politiek vluchteling in Brussel gewoond en is gehuwd met een Belgische. Zijn kindertheatergezelschap heeft ondertussen wereldfaam verworven. In Europalia brengt hij een voor zijn doen grote produktie. Bichos of De dieren, door hem geregisseerd naar de verhalen van Miguel Torga. Toen Joao Brites na de gebeurtenissen van 25 april 74 terugging naar Portugal begon hij kindertheater te maken met pamflettaire inhoud en trok ermee de boer op. Hij ging zich hoe langer hoe meer verdiepen in de Portugese culturele traditie en verwerkte zijn liefde voor de beeldende kunst in zijn voorstellingen. Die zijn ondertussen zowel voor kinderen als voor volwassenen bestemd.

Teatro da Cornucopia

Het Portugese modelgezelschap bij uitstek is al jaren het Teatro da Cornucopia. Het is weinig bekend in het buitenland, al was het dan toch in '84 te gast op de Biënnale van Venetië met De Opdracht van Heiner Müller en twee jaar geleden in Frankrijk met een produktie gebaseerd op een tekst van Fernando Pessoa. Ook dit gezelschap onstond in 1973 in Lissabon vanuit het universitair theater. Initiatiefnemers waren Luis Miguel Cintra en Jorge Silva de Melo. Luis Miguel Cintra is ondertussen niet alleen de bekendste theaterdirecteur en regisseur in Portugal maar ook de bekendste acteur omdat hij de lievelingsacteur is van cineast Manoel de Oliveira. Zij bespelen een ruimte in Lissabon waarbij de tribunes telkens kunnen herschikt worden. Op erg korte tijd vond dit gezelschap een grote aanhang zowel bij acteurs als bij regisseurs die daar inspiratie gingen opdoen. Aanvankelijk werd met voor Portugese normen vrij spectaculaire decors gewerkt. Daar wordt de jongste tijd van afgestapt, de acteur staat opnieuw centraal, hij bepaalt tijdens het repetitieproces hoe de ruimte er gaat uitzien in samenwerking met regisseur Cintra en scenografe Reis.

We spraken met Luis Miguel Cintra over verleden, heden en toekomst van het Portugese theater.

Late erfgenamen

"'Cornucopia' betekent hoorn van overvloed. Een naam waarmee ik van meetaf aan vele kanten mee uit kon. Die naamkeuze was ironisch bedoeld, we hadden toen omzeggens geen geld, nu een beetje meer dan vroeger. Cornucopia is ook de naam van een personage uit het eerste stuk dat ik samen



met Jorge Silva de Melo geregisseerd heb. Een stuk van een groot Portugees theaterschrijver, António José da Silva. Een auteur uit de achttiende eeuw die elementen uit de barokopera vermengde met de typische populaire Portugese werkelijkheid. Die stijlvermenging leek ons een interessant uithangbord voor ons gezelschap."

"Voor de revolutie van 25 april '74 was het contact met het Europese theatergebeuren erg moeilijk in Portugal. Wij hadden weinig buitenlandse voorstellingen gezien. Wij waren nog bezig met referentiepunten die elders waarschijnljk allang niet meer golden. Brecht en zijn Berliner Ensemble was een van die sterke punten, daarbij mag je niet vergeten dat Brecht eerst in 1975 kon opgevoerd worden in Portugal. Ook daarom waren volgelingen van Brecht als Giorgio Strehler en Jean Jourdheuil voorbeelden voor ons. We inspireerden ons op wat Jourdheuil en Jean-Pierre Vincent in Frankrijk brachten : eperimenteel en tegelijk populair theater. Populair omdat we aan de kant van het volk stonden en niet omdat we een populaire smaak volgden. Dat uitgangspunt is tot vandaag bewaard. Later is er ook de invloed gekomen van de Berlijnse Schaubühne. Jorge Silva de Melo en scenografe Christina Reis zijn daar zelfs stage gaan lopen. Sinds Jorge Silva de Melo in 1980 het gezelschap verlaten heeft om in Parijs te gaan werken is Christina Reis co-directrice geworden."

Teksttheater

"We hadden niet de illusie om een collectief te vormen. Wij kwamen met de plannen en projecten aan, maar namen wel samen met de leden van het gezelschap de beslissingen. We zijn een beetje als een familie en vandaag botst dat met wat buiten gebeurt. Het wordt moeilijk om zo een structuur te bewaren wanneer alles rondom ons zich professionaliseert en veel technischer wordt, in de slechte zin van het woord. Jonge acteurs, ik verwijt hun dat niet, denken eerder aan hun carrière en willen liefst met zoveel mogelijk regisseurs werken, denken dus niet aan ensemblevorming. Anderzijds is het stimulerend dat acteurs op tijd weggaan om vernieuwing binnen een gezelschap mogelijk te maken. Op dit ogenblik werken we met een vaste kern van vijf acteurs en met een heel kleine administratieve en technische ploeg.

Geld dient om voorstellingen te maken."

"We spelen het normale repertoire, evengoed klassieke als hedendaagse auteurs. Maar onze omgang met teksten is niet deze van het normale repertoiretheater. Onze eigen lezing of de dramaturgische analyse is even belangrijk als de tekst zelf. Door de normalisatie van het politieke leven in Portugal, waardoor de politieke partipatie van de bevolking erg is afgezwakt, is de keuze van teksten moeilijker geworden. We willen de toeschouwer blijven provoceren zonder naar het gemakkelijk spectaculaire te moeten grijpen. Ook in Portugal doet de theatercom-sumptie haarintrede, hoewel nog veel minder dan elders in Europa. Geen enkele Portugese familie denkt er aan om één keer per maand naar de schouwburg te gaan. Niet toevallig werken we met reeksen van stukken die we indelen in cycli, zoals de themareeks waarmee we begonnen zijn 'kleine burgerij - revolutie' of 'nadenken over het komische' of 'hedendaags malaise' of nu een cyclus over het theater zelf. Dat doet de toeschouwer nadenken en dat haalt hem uit de uniformisatiesfeer van het theater."

Vertaalopdrachten

"Shakespeare ben ik erg laat gaan regisseren omdat je daarvoor over een maturiteit moet beschikken. Maar er is ook het probleem van de vertalingen. Er zijn weinig speelbare Shakespeare-vertalingen, zijn stukken zijn lang nog niet allemaal in het Portugees vertaald.



Richard III hebben we samen vertaald met een schrijver die goed Engels kent. Much ado about nothing heb ik geregisseerd omdat er toevallig een schitterende vertaling beschikbaar was van de dichteres Sophia de Mello Breyner Andresen. Voor Het Park van Botho Strauss hebben we ook zelf een vertaling moeten maken. Er zijn geen vertalingen omdat er geen uitgeversmarkt voor bestaat. Soms kan het gebeuren dat er een passie bestaat voor een auteur. Zo is er een vrouw die een universitaire thesis geschreven heeft over Heiner Müller en ook sommige van zijn teksten vertaald heeft. Zo konden we De Opdracht spelen. Stukken van Kroetz, Horvath, zelfs Woyzeck van Buchner waren dank zij ons een revelatie voor het Portugese publiek."

"Er zijn weinig Portugese theaterschrijvers. We kennen maar twee theatergenies, Gil Vincente (1446-1537) en Antonio José da Silva (1705-1739). Buiten hen is er niet veel. Gil Vincente wordt nu veel in Portugal gespeeld omdat de ontdekkingsreizen dit jaar herdacht worden en Vicente in die periode leefde. Veel gezelschappen hopen daardoor ook wat meer subsidies en contracten binnen te halen. Wij brengen in Brussel zijn eerste komedie Comédia de Rubena. In dat stuk zitten veel invloeden, zoals de Spaanse komedie, de traditionele lyriek en zelfs nog een stukje middeleeuwse moraliteit. Voor ons komt het verhaal van die vrouw, die zwanger wordt van een priester en haar kind in het geheim ter wereld brengt met hulp van een heks en van duivels, over als een nachtmerrie. We plaatsen het gegeven zowel in de sfeer van de dromen als van de psycho-analyse. Ikzelf speel er de heks in en ook de verteller. Nu je het zegt, het zijn inderdaad typische rollen voor een regisseur- directeur. Onbewust neem ik in deze voorstelling via deze rollen mijn functie over binnen het gezelschap. Tenslotte kan je alleen maar profiteren van de waarheid der dingen."

Pol Arias


Development and design by LETTERWERK