"Ik wil niet meer wakker liggen over reproduceerbaarheid. Nooit meer."
Elk begin heeft een einde. Theater Teater draait de chronologie liever om.
Pas na het bochtenwerk worden de verbanden duidelijk.
Een gesprek met Pol Dehert en Jappe Claes.
Het Mechelse gezelschap Theater Teater bestaat zeven jaar. Vijf jaar lang vond het toen nog niet gesubsidieerde ensemble onderdak in de Usine à Vapeur en verraste daar met voorstellingen als Wanja Wanja en Met vuur spelen. Een jaar was Theater Teater op de dool totdat een onderkomen gevonden werd in de omgebouwde seksbioscoop in de Begijnenstraat. Theater Teater is intussen een professioneel gezelschap. De artistieke leiding is in handen van Jappe Claes, bezieler van het eerste uur, en Pol Dehert, sinds vorig jaar terug uit Groningen, is er dramaturg.
Kamers, de eerste produktie van Theater Teater, was een montage met teksten van Valentin en Pinter. Met Voorstelling (naar Valentin) en The Lover (van Pinter) tijdens het voorbije seizoen bleven de Mechelaars aardig dicht in de buurt. In het beleidsplan dat Theater Teater bij de aanvang van zijn eerste professioneel seizoen bekendmaakte, staan wel meer namen van oude bekenden. Jappe Claes: "We willen regelmatig teksten van Tsjechov en Pinter spelen. Hun teksten fascineren ons telkens opnieuw. Om twee redenen. Ze draaien om wat Büchner in één lijn samenvatte als: 'De mens is een afgrond. Het duizelt je voor de ogen als je er in kijkt.' Bovendien zijn dergelijke teksten open kunstwerken. Ze zijn transparant en geven je als theatermakerde ruimte."
Het valt Pol Dehert en Jappe Claes vooralsnog makkelijker hun teatervoorkeuren te definiëren vanuit een negatie. Geen van beiden voelde ooit iets voor psychologisch-mimetisch theater of voor illusiescheppend naturalisme. Het duo gaat bij voorkeur op zoek naar teksten die verplichten nieuwe vormen te bedenken. Pol Dehert: "We leggen geen methode vast die we vervolgens vier jaar hanteren. Dan werk je toch weer in de richting van stijlconcepten. Ik denk dat die tijd voorbij is. Wie kan in een tijd die geen stijl heeft, iets zinnigs bedoelen met het woord stijlconcept? Dat is een laf reddingsmiddel om het publiek een beetje boven water te houden."
Bevroren hersenen
De zoektocht naar dwingend tekstmateriaal leverde Toen er paniek uitbrak in het kollektieve onderbewustzijn van Kristina Lugn op als seizoenopener. Met de kilheid van bevroren hersenen registreert Lugn hoe de onverstoorbare tiran Harald heerst over een hem omringend peloton zwakkelingen: een heel instituut psychisch gestoorden, en verder een waanzinnige vrouw, een schotelvod van een professor in de orale chirurgie, een seut met een onderbeet en een stel kinderen.
Harald (Jappe Claes) : "Ik ben niet goed bij mijn hoofd. Ik ben net een tank. Ik storm als een Ardenner paard door het collectieve onderbewustzijn. En dat doet mij goed. Ik moet mij zo goed mogelijk tegen mijn gevoelens proberen te verdedigen." En dat kun je natuurlijk best door zelf zo snel mogelijk in de aanval te trekken.
Jappe Claes: "Ik denk dat Lugn ongeveer begint waar Norén stopt. Ze peilt meer naar het merg. Haar teksten werken ontregelender. Ze zijn minder psychologisch en veel poëtischer." Pol Dehert: "Lugn blijft als Scandinavische bij dezelfde thema's hangen als Norén, maar ze gaat rücksichtslos veel verder. Met dit soort tekst weet je als teatermaker niet waar je uitkomt."
Haralds megalomanie bereikt een hoogtepunt als hij een aantal persoonlijke overpeinzingen inspreekt op dictafoon, stuk voor stuk goed voor de onsterfelijkheid. De extase waar hij naar toe evolueert krijgt nog wat onderlijning door aanzwellende beatmuziek. Deze buiten de oevers tredende emoties contrasteren met de bange ingekeerdheid van de kinderen. Tussen de scènes door lopen ze als angsthaasjes over een vluchtpad van uitgestrooide bladeren. Hun revolte krijgt eerst gestalte in versjes, later in
gescandeerde bedreigingen. De regie koos hier voor een verregaande stilering die de muzikaliteit in de tekst aanzet.
Dubbelheid
Jappe Claes: "Ik wil theater maken waarin de acteur de hoofrol speelt. Een acteur is iemand die iets speelt. Met tekst, onder andere. Maar ook met een bepaalde lichaamstaal, met zijn eigen gestus en authenticiteit. Dat kun je meer en meer aan onze voorstellingen aflezen. Er is meer zorg voor de choreografie en voor het bewegingspatroon. Muziek, zang en dans krijgen er een functie in. De muzikaliteit van een voorstelling is meer en meer een preoccupatie van mij en wat de acteurs betreft: wat mij interesseert is de spanning die er ontstaat tussen de acteur en zijn personage. De twee extremen zijn overbodig: de acteur die zich verliest in een personage of de acteur die met zichzelf samenvalt en een tekst zegt. Die dubbelheid en zelfs dubbelzinnigheid is veel rijker en geeft veel meer ruimte voor interpretatie. De dubbelheid die de acteur kan benutten geeft hem speelruimte en alertheid.
Actrice Carina Van der Sande: "Als acteur stap je met een heel ander gevoel de scène op dan vroeger. Bij De Elyseese Velden moest je nog goed opletten om op het juiste niveau in te zetten. Nu niet. Je vertrekt bij jezelf als individu en iemand reageert er op. Je zet in zoals een kind dat aan een spel begint. Terwijl je bezig bent, gaat de fantasie haar gang. Er is geen verkramping vooraf."
Jappe Claes: "Het grootste probleem dat ik met theater heb is zijn reproduceerbaarheid. Het gebeurt dat een scène prachtig lukt bij een repetitie en in de daaropvolgende 50 voorstellingen nooit meer. De unieke momenten waarop, om het met de woorden van Tennessee Williams te zeggen "de tijd stilstaat en je een stukje van God speelt", zijn schaars. Daar wil ik niet meer van wakker liggen. Nooit meer. Als een scène niet reproduceerbaar is, dan is er iets mis. Ofwel moeten we dan geen theater meer maken. Dan draaien we een film, dan kunnen we alles vastleggen, dan kunnen we knippen. Ofwel moeten we de theatertaal op een andere manier gaan definiëren, op zo een manier dat ze wel reproduceerbaar is. Maar zonder echter het unieke van theater te verliezen. Als we maar geen steriel, veilig, uitgestippeld parcours moeten afleggen. Theater blijft een 'gebeuren' voor mij, waar iets fout kan gaan, waar misschien iets fout moet gaan. Een kwetsbaar kind datje moet koesteren. Het klinkt paradoxaal, ik weet het, maar dat is het ook.
In het gehanteerde tekstmateriaal valt inmiddels steeds nadrukkelijker de hand van Theater Teater op. Aanvankelijk ging het om bewerkingen, van Valentin tot Pinter. Bij de ensceneringen waarmee het gezelschap bekend werd, Met Vuur Spelen (naar Strindberg) en Wanja Wanja (Tsjechov), lag de ingreep voor de hand. Claes en Dehert zijn er niet voor gewonnen elke tekst klakkeloos van de eerste letter tot de laatste punt te laten spelen. Een oude tekst bewijs je meer eer door hem vanuit zijn thematiek of vertelling een zetje vooruit te helpen. Dat kan door je eigen vertelling te maken aan je eigen ritme, luidt de redenering.
Dedramatiseren
In de tweede voorstelling van dit seizoen, Rudimentèr, is de ingreep nog sterker voelbaar. Rudimentèr is een montage op basis van teksten van August Stramm.
Rudimentèr is een dwingende tekst bij uitstek. De sleutels van het psychologisch-realistisch theater passen niet meer in het slot van Stramms replieken. Stramm valt dan ook de eer te beurt volgende beschrijving over zijn oeuvre te ontvangen: "Hij hield zwaar huishouden met de wetten van de Germaanse taal, in zijn werk vinden we nauwelijks een volledige zin." (Henry Marx, The Drama Review). En het blijkt dat ook Max Reinhardt in 1921 de handen vol had met de enscenering van Rudimentair. Hij zocht uiteindelijk zijn heil in ritmiek en toonvariaties om zin te geven aan de op het eerste zicht onsamenhangende woorden. Daarmee week hij een eindje af van de prescriptieve wetten voor het expressionistisch acteren a la Kornfeld (de acteur mag de realiteit niet imiteren), Von Hollander (de acteur probeert vermommingen als huid en kleding te verwijderen om de ziel bloot te leggen) of Sebrecht (de link tussen de inwendige gevoelens van de acteur en fysieke handelingen).
Pol Dehert: "Stramm wij st in zijn brieven alle scholen van dynamisme, pathetiek, extatisme en consoorten af. Maar ik vraag me af of het speelbaar is wat hij voorheeft. In een stuk als Krachten wil hij de ratio, de beschaving en alle vormen waar wij dagelijks mee omgaan, dynamiteren om de kern aan te boren."
Jappe Claes: "Tijdens de repetities van Rudimentèr stootten we op een aantal moeilijkheden. Op één of andere manier waren we toch in een naturalistisch straatje terechtgekomen. Rudimentèr, het laatste deel van de voorstelling, verviel tot een soort miserabilisme. Het werd zeer mediocre en vulgair. Krachten was een slechte Norén. We hebben het dan wat epischer aangepakt en vooral geprobeerd te dedramatiseren en plots ging een aantal deuren open.."
Pol Dehert: "Na veel bochtenwerk en omgooien bereikten we een resultaat. Pas toen werd duidelijk waar de link zat tussen vroeg-expressionisme, de vroege Brecht, Valentin, Otto Dix en de cafétheaters. Dat wil dus zeggen: achteraf. Het werk verloopt omgekeerd. Dat is boeiend."
Bloedverversing
Theater Teater neemt zich voor een aantal teksten te hernemen. Pol Dehert kende het werk van Lugn al omdat hij het produceerde toen hij artistiek leider was in De Voorziening. Daar stond ook The Lover. Tijdens de zomermaanden beginnen de repetities van een nieuwe versie van Wanja Wanja. Is een herneming een correctie of een aanvulling op wat nog niet af was?
Jappe Claes: "Er zijn twee redenen waarom ik Wanja opnieuw wil doen. Een: ik wil Wanja gewoon opnieuw doen. Twee: we zijn vier jaar verder en ik wil de ervaring die we intussen opdeden toetsen aan het werk met Tsjechov. Verder wil Theater Teater een repertoire opbouwen. Daar zitten teksten in die regelmatig terugkomen als er belangstelling voor is en als we daar zin in hebben. Voorwaarde is wel dat we ondertussen blijven werken met die teksten. De produktie moet levend blijven."
Jappe Claes, Paniek / Mark Peeters
Pol Dehert: "Een repertoire laat ons toe te sleutelen aan samengestelde programma' s. We droppen twee sketches uit Valentin en vervangen ze door andere. Op die manier zet je een onderzoek in naar het oeuvre van een bepaald auteur. Of nog een stap verder. Het is niet denkbeeldig dat we over drie jaar zo ver staan dat we een theaterbewerking van een novelle van Kafka naast de sketches van Valentin en Rudimentair van Stramm zetten. Dan ben je aan het recycleren. Je zorgt zelf voor bloed verversing, een nieuwe stroom, zonder dat je in het wilde weg begint te plukken en te plakken."
Geert Sels