De Trust gaat ervan uit dat het in de toneelkunst om de taal gaat. De taal is de abstractie van toneel, de basis van de voorstelling; alles wordt vanuit de tekst gedacht. De tekst, het repertoire, is uitgangspunt bij het maken van een voorstelling.
De keuze van het repertoire is bij De Trust een gezamenlijke activiteit. Tijdens de repertoire vergaderingen, waarbij alle leden van het gezelschap aanwezig zijn, worden verschillende toneelteksten uitvoerig besproken. Voor deze vergaderingen kan iedereen tekstmateriaal of ideeën aandragen. Het gezelschap probeert te formuleren waarom De Trust een bepaald idee of een bepaalde tekst in een voorstelling zou omzetten.
Collectieve betrokkenheid is mogelijk wanneer men een hecht gezelschap vormt en men gezamenlijk in staat is te blijven doordenken. De keuze van repertoire is niet alleen bepalend voor het gezicht van het gezelschap naar buiten toe, het is ook het startpunt van de gezamenlijke weg die moet worden afgelegd om zich het materiaal toe te eigenen. Als iedereen betrokken is geweest bij de keuze van het repertoire en bij het bepalen van het theoretische en conceptuele gedeelte van de te maken voorstelling, kan men zich niet meer onttrekken aan de verantwoordelijkheid t.o.v. die keuzes. Gezamenlijk op het spoor komen van de essentie van een tekst, levert een deel van de collectieve betrokkenheid op.
Het komt regelmatig voor dat bepaalde toneelstukken steeds weer opnieuw ter sprake komen tijdens de repertoire vergaderingen. Dat gebeurt niet zonder reden. Er is dan iets dat blijft fascineren aan de desbetreffende tekst, maar óf de dwingende noodzaak om dat stuk te doen blijft achterwege, óf de tijd is er nog niet rijp voor. As You Like It van Shakespeare bijvoorbeeld stond al jaren op het verlanglijstje, was een steeds terugkerend onderwerp op repertoirevergaderingen en bij subsidie-aanvragen. Pas in de zomer van 1992 werd de tijd juist geacht om eraan te beginnen. Op dat moment hadden we duidelijk voor ogen waarom we As You Like It zouden doen en hoe. Dit leverde de voorstelling Friedrichswald op.
Coherentie
Tijdens de repertoire vergaderingen wordt niet alleen over nieuw materiaal gepraat, maar proberen we ook voorgaande produkties in verband te brengen met de plannen die we verder ontwikkelen. Uit de ene produktie ontwikkelt zich namelijk de andere en het geheel aan voorstellingen wordt beschouwd als een
Platonov, De Trust / Bas Mariën
corpus waaraan doorgewerkt moet worden. Iedere voorstelling gaat een dialoog aan met de vorige voorstelling en ontwikkelt zich uit de ervaringen opgedaan tijdens het maken hiervan. Het feit dat De Trust meestal meerdere teksten van een schrijver opvoert, is dan ook geen toeval. De dialoog die de toneelmaker aangaat met de schrijver en zijn materiaal heeft vaak meerdere produkties nodig om zijn beslag te krijgen. Vandaar dat zowel de hele trilogie van Rainald Goetz als de hele tetralogie van Werner Schwab onderzocht worden.
De ontwikkeling van een coherent repertoire is bij De Trust gebaseerd op de gezamenlijke uitgangspunten voor het maken van toneel: emotionele betrokkenheid en persoonlijke ontplooiing. De Trust wil met enthousiasme, liefde, lust, woede en reflectie toneel maken vanuit een persoonlijke relatie met het materiaal. We besteden tijdens de repertoirevergaderingen dan ook veel tijd aan de vragen naar de stand van zaken in het toneel en in de wereld om ons heen. Deze vragen bepalen de thema's die op hun beurt het repertoire bepalen. De uiteindelijke stukkeuze komt voort uit de in de loop der jaren ontwikkelde, gemeenschappelijke interesses voor bepaalde thema's.
Thema's
Er zijn twee grote lijnen in het repertoire van De Trust te onderscheiden. Allereerst zijn er de voorstellingen waarin het onderzoek naar de eigen oorsprong, de Europese geschiedenis en het daaraan ten grondslag liggende en daaruit voortvloeiende geweld, centraal staan. Daarnaast zijn er de voorstellingen waarin, naast de inhoud, de nadruk ligt op het onderzoek naar de Europese toneeltraditie en het fenomeen toneel in deze tijd (b.v. Platonov). De Trust is bezig met een continu onderzoek naar de stijlelementen uit de toneeltraditie die in de huidige tijd nog relevant zouden kunnen zijn.
Nu is natuurlijk geen enkele voorstelling van De Trust uitsluitend onder een van deze twee noemers onder te brengen. Het zijn slechts de belangrijke theoretische leidraden bij het zoeken naar repertoire. Elke voorstelling draagt dan ook elementen van beide lijnen in zich.
Een filosofisch basisthema in de zoektocht naar repertoire is voor De Trust het besef van de zinloosheid van het bestaan: een mens wordt geboren, gaat dood, en het tussenliggende leven is in feite niets meer dan een biologisch proces. De mens bevindt zich letterlijk op een dood spoor. Het gevecht dat de mens voortdurend moet leveren tegen dit feit, maakt
het leven boeiend. Vandaar dat de voorstellingen van De Trust, naast het diepgewortelde pessimisme t.o.v. het leven en de liefde, in spel altijd lust, plezier en vitaliteit uitstralen. Het gevecht tegen dit doodsbesef veroorzaakt een voortgaande beweging. Alles is voortdurend in ontwikkeling: het leven, de wereld en ook het toneel.
In beweging blijven, vechten, levert ook geweld op, een thema dat dikwijls met het repertoire van De Trust wordt geassocieerd. Geweld, of misschien is het beter te spreken van gewelddadige omwenteling, als motor van de geschiedenis, als voorwaarde voor maatschappelijke verschuivingen. Geweld tussen man en vrouw, die elkaar in wezen uitsluiten, maar om als soort te kunnen blijven voortbestaan tot elkaar veroordeeld zijn en in een voortdurende machtsstrijd gewikkeld blijven. Ten slotte het geweld in en tegen de mens zelf, zijn gewelddadig denken om de essentie van het bestaan te kunnen doorgronden. Voor De Trust is het steeds weer belangrijk om de wortels van deze gewelddadigheid op te sporen: waar komt het geweld vandaan, waardoor wordt het afgedwongen en wat betekent het?
In het recente Duitse en Oostenrijkse toneelrepertoire komen deze vragen dikwijls aan de orde en een groot deel van de voorstellingen van De Trust is dan ook gebaseerd op teksten uit deze landen. Ze zijn streng, rigoureus en consequent tot het bittere einde. Ze geven geen vertroosting of antwoorden op de vragen. Ze pogen slechts de structuren helder te maken, meestal vanuit een extreem gedetailleerde situatie, in een hyperrealistische stijl, zodat iedereen daaruit zijn eigen antwoorden kan formuleren.
Het repertoire dat De Trust kiest en de voorstellingen die De Trust op basis hiervan maakt, zijn steeds nieuwe stappen in een zoektocht naar het antwoord op de vraag die Rainald Goetz stelt: 'Wie geht das Scheissleben?'
Dorine Cremers Rezy Schumacher
De auteurs zijn dramaturgen bij De Trust
Platonov, De Trust / Bas Mariën