Archief Etcetera


Redactioneel: Nog altijd



Redactioneel

Nog altijd

Toen in februari 1986 Ivonne Lex door het Antwerpse college van burgemeester en schepenen werd aangesteld tot directeur van de KNS, stelden wij in Etcetera (nr 13, 1986) de verouderde structuren waarbinnen deze benoeming tot stand kwam en waarbinnen elke KNS-directie diende te werken aan de kaak.

Vandaag, maart 1994, acht jaar en twee directies (Lex en Tillemans) later en nu er weer over een nieuwe leiding is beslist, zouden we het acht jaar oude artikel kunnen reproduceren zonder dat het - helaas -aan actualiteit heeft ingeboet: nog altijd is er die anachronistische organisatievorm die nergens beantwoordt aan de principes van modern theatermanagement; de bestuurswijze is nog altijd in tegenspraak met de eisen van het theaterdecreet; de besluitvorming is nog altijd gepolitiseerd en cultuur-onverschillig; artistieke discussie en reflectie omtrent de mogelijkheid of onmogelijkheid van repertoiretheater in deze tijd ontbreken nog altijd; een inzicht in wat artistieke vrijheid vandaag betekent, is nog altijd niet te bespeuren; het gezelschap is nog altijd verouderd en artistiek ingeslapen, enz.

Volgens Eric Antonis, bij wie het Antwerpse college van burgemeester en schepenen een advies bestelde m.b.t. de ingediende kandidaturen voor de KNS-directie, is precies het feit dat aan alle kandidaten gevraagd wordt het 'organiek reglement' te ondertekenen waarin de meeste van de hierboven vermelde bezwaren structureel zijn vastgelegd, er de voornaamste oorzaak van dat een aantal potentiële kandidaten van een degelijker kaliber reeds op voorhand verstek gaven.

Frans Redant, sinds 26 jaar als dramaturg aan het NTG verbonden, werd eind maart door het Antwerpse college van burgemeester en schepenen als nieuwe KNS-directeur voorgedragen. Dat is drie maanden (!) voor officieel zijn eerste seizoen begint. Dit feit alleen al bewijst de incompetentie waarmee te werk wordt gegaan. Dat Walter Tillemans het gezelschap nog verder begeleidt in de eerste helft van dat seizoen - hij blijft in de KNS aan het werk tot 1 januari 1995 - kan enkel als een doekje voor het bloeden worden beschouwd.

Redant maakte in zijn kandidatuur stelling bezwaar tegen een aantal artikels uit het organiek reglement. Hij vroeg om een aanstelling van zes jaar en wil op termijn - zoals ook Eric Antonis in zijn rapport voorstelde - van dit stedelijk bestuurd theater een instelling van openbaar nut maken. Bovendien wil hij het technisch personeel, dat nu nog rechtstreeks van de stad afhangt, onder de leiding van de KNS-directie brengen. Op deze punten verkreeg hij - zo zegt hij - een toezegging van het Antwerpse stadsbestuur (omtrent de zesjarige benoeming zou ook Minister Weckx zich positief uitgelaten hebben), maar geen van deze zaken werd tot nog toe op papier gezet.

In de praktijk blijft dus het absoluut verouderde reglement juridisch van kracht. Zelfs als de gedane beloften worden ingelost, dan nog zal dit - de politieke trein der traagheid kennende - pas veranderingen op zeer lange termijn kunnen teweeg brengen. Weer eens werd de kans verkeken om van het moment van de directiewisseling gebruik te maken om eindelijk de structurele problemen die reeds zolang de werking van de KNS hypothekeren op een grondige manier aan te pakken. Weer eens gebeurde het aanstellen van een nieuwe leiding zonder enige inhoudelijke discussie, daar waar er rond de huidige functie van een repertoiretheater en/of een stadsgezelschap toch heel wat vragen cirkelen.

Op een ander met deze problematiek verbonden punt werd door het Antwerpse stadsbestuur wél een -zelfs verbazend snelle - beslissing genomen: de stadsschouwburg wordt verbouwd tot een grote-evenementen-zaal met meer dan 2 000 zitplaatsen, waardoor het KNS-gezelschap zijn wens in vervulling ziet gaan en terug naar het gerestaureerde Bourla-theater verhuist. Het gebouw van de stadsschouwburg, dat aan de gemeenschap 1,2 miljard heeft gekost, wordt op die manier voor een appel en een ei ter beschikking gesteld van de commerciële spektakelsector en de amusementsindustrie. Een door zijn scène-omvang en zijn technische apparatuur uniek cultureel instrument wordt hier zonder slag of stoot geprivatiseerd. Deze privatiseringstendens maakte ook in Nederland reeds verschillende slachtoffers onder de stadstheaters.

Voor de Antwerpse agglomeratie en eigenlijk voor het hele Vlaamse land betekent dit dat voorstellingen als die van William Forsythe en Jan Fabre of Heiner Müllers Hamlet/Hamletmaschine, zoals die vorig jaar in het kader van Antwerpen 93 in de stadsschouwburg werden georganiseerd, geen ruimte meer zullen hebben om nog getoond te worden.

Marianne Van Kerkhoven


Development and design by LETTERWERK