Het mooiste en het vreselijkste theatermoment van...
Het mooiste en het vreselijkste theatermoment van...
Een tafel met klapstoelen in een kale ruimte. Spiegels tegen de wand. Zwarte gordijnen langs de muren. Thee en koffie. Taart. Beleefd glimlachend leuteren schrijver, regisseur en spelers met elkaar. Het spel, vóór het spel is begonnen. Ik sla de eerste bladzijde op. Woorden, waar ik maandenlang mee heb geworsteld, liggen voor me. Stampij, scène 1. Een vrouw zit in een stoel, een andere vrouw komt binnen. Ze draagt iets exotisch en heeft een cadeautje bij zich. Ik kijk naar de twee actrices die deze twee vrouwen gaan spelen. Actrices waarmee ik de komende tijd, dag in dag uit, in de repetitie-ruimte zal knokken over woorden, zinnen, gedachten. Naar de regisseur in wiens huid ik zal moeten kruipen, wil ik hem tenminste kunnen volgen. Naar de schrijver, die erop rekent dat ik zijn tekst zal verdedigen. Naar mezelf.
Er hangt iets in de lucht. Alsof ik opnieuw mijn ja-woord ga geven. En opeens gebeurt het. De personages krijgen een gezicht, een stem, ogen, een lichaam, handen en voeten. Voor de zoveelste keer beleef ik de seconde waarin de grens van mijn eigen verbeelding overschreden wordt. Waarin ik mijn onschuld verlies. Voor de eerste keer naar bed ga. Me voor het eerst verraden voel. Het niveau van mijn adrenaline stijgt. Mijn handen worden vochtig. Het prikt in mijn oksels. Ik hoor dat de dialoog, die ik op een andere plek in het stuk zette, beter werkt. De structuur is spannender. Ik maak een aantekening. Deze zin bevalt me niet. Het kan beter. Of ligt het aan de manier waarop de zin wordt gesproken? Liefde, haat, verraad, verdriet - het is allemaal al duizend keer gezegd - mooi, lelijk, stuitend, ontroerend. Maar die ene seconde waarin het lezen overgaat in het levend horen en zien, daar zit ik iedere keer op te wachten. De seconden waarin woorden een nieuw leven krijgen.
Griet
Angels in
Zondag 25 juni organiseerde het
Op dezelfde dag werd boven het dichtbij gelegen terrein van de
De koren die daarna optraden speelden het slimmer: ze onderbraken hun zang als de helicopters overkwamen, en begonnen na het lawaai gewoon opnieuw. Na afloop zei een vrouw - die klaarblijkelijk onze wanhopige gezichten niet had gezien: Mooi hè, die helicopters, hoorde dat erbij?
De hekkesluiter van de dag was het Wees-pertrekvaart Mannenkoor, met stoere, bonkige en gevoelige zeemansliederen. Maar waar waren ze? In ieder geval niet in de 'inzing'-ruimte. In de bar had ik meer succes. 'Jullie moeten zo op, moeten jullie niet inzingen?' 'Inzingen? Indrinken zul je bedoelen.' 'Maar waar is de dirigent dan?' Inmiddels was ook het publiek behoorlijk ingedronken. Meezingend en meedeinend sloot het een lange, hete dag af.
Auteur Willy Westermann-Klep, Griet Van Laer, Martien Langman
Publicatie Etcetera, 1995-08, jaargang 13, nummer 51, p. 47
Trefwoorden helicopters • polanentheater • vreselijkste • westergasterrein • theatermoment • agatha • koren • angels
Namen Agatha van De Tijd • America • Amsterdamse • Duras • Holland Festival • Interculturele Koren-dag • Koor op Zolder • Kunstenfestival • Martien Langman • Meg Stuart Company • Polanentheater • Ro Theater • Spaarndammerbuurt • Stockhausen • Theater Cosmic • Thierry Salmon • Van Laer • Vlaams Theater Instituut • Westergasfabriek • Westergasterrein • Willy Westermann-Klep
Development and design by LETTERWERK