In
In de eerste solo bijvoorbeeld blijft ze heel dicht bij haar 'uitvalsbasis'. De poses van
In de volgende delen gaat Gaudreau weg van dit 'statische' danswerk en wordt het geheel een stuk dynamischer. De gebruikte ruimte wordt hoe langer hoe meer uitgebreid. Die vergroting van de ruimte zet ze ook om naar de bewegingen; de zinnen worden gaandeweg langer. Het trio na de pauze, met lange zinnen die vaak door twee dansers in tegenbeweging met de derde danser gebracht worden, bereikt hierin een hoogtepunt. Uiteindelijk keert Gaudreau in het laatste quatuor terug naar het onderzoek van bewegingen in een beperkte ruimte door haar dansers opnieuw te laten dansen op sokkels. Vier verschillende formaten van sokkels geven vier verschillende dansers verschillende mogelijkheden, die ze nauwgezet bestuderen en uittestenen. Gaudreau demonstreert hoe ze haar dans voor elke danser afzonderlijk monteert. Ze schrijft bewegingen op maat van het lichaam van de individuele danser. De 'anatomie' van hun lichaam bepaalt de choreografie. Ze maakt, zoals ze het zelf noemt, radiografieën van de dansers, belicht hun mogelijkheden, dissec-teert de bewegingen en assembleert nadien de beste elementen tot een nieuw geheel. Deze klinische werkwijze levert lange bewegingsreeksen op. Toch leidt deze assemblagetechniek niet tot een dehumanisering van het lichaam. De dansers verworden bij Gaudreau niet tot robots. Net zoals de sculpturen van
Auteur Sophie Van Weert
Publicatie Etcetera, 1995-12, jaargang 13, nummer 53, p. 40
Trefwoorden gaudreau • anatomie • lichaam • lynda • bewegingen • gebeiteld • gekneed • rodin • sokkels • vormelijk
Namen Anatomie • Carmen Alie • Compagnie De Brune • Construction • Denis Lavoie • Giacometti • Klapstuk 93 • Leonardo Da Vinci • Lynda Gaudreau • Rodin • Sophie Van Weert • Sylvain Poirier
Development and design by LETTERWERK