Archief Etcetera


Het decreet en de creativiteit



Het decreet en de creativiteit

door Johan Thielemans, voorzitter van de Raad voor Nederlandstalige Dramatische Kunst.

Dertig vergaderingen spendeerde de Raad van Advies aan de ontleding van de ingediende dossiers voor structurele gezelschappen. De minister kreeg een reeks adviezen, waarbij hem onder andere werd meegedeeld dat de Raad niet zag waarom een aantal gezelschappen verder gesubsidieerd moest worden.

Zoals het decreet voorziet, werd dit document aan de minister overgemaakt, opdat hij binnen de wettelijke termijn een beslissing zou kunnen nemen.

Toen die beslissing kwam, was de Raad erg verwonderd, vooral omdat de minister heksentoeren uithaalde om vier zwakke gezelschappen toch nog in stand te houden. In het decreet staat over zulk een mogelijkheid niets in. Creatief lezen, dus.

De Raad was over dit aspect van de ministeriële beslissing niet te spreken. Dat uitzonderingsmaatregelen nodig waren om gezelschappen die om uiteenlopende redenen niet voldeden, absoluut te redden, ging het begrip te boven. Maar erger vond de Raad dat de tekst van het decreet hier al te elastisch gebruikt werd. De minister kreeg dit van de Raad te horen en te lezen.

Daarop beloofde de minister dat hij de samenwerkingsverbanden die hij eiste, aan de Raad zou voorleggen, want op diens adviserende taak was hij erg gesteld.

Daarmee was de kous voor de Raad af. Er bleef niets dan wachten op dossiers. Af en toe kreeg een lid van de Raad wel een paniektelefoontje om 'meer uitleg' bij de uiterst vage tekst, maar niemand wist meer te antwoorden dan: vraag het op het kabinet, want daar is het allemaal bekokstoofd.

Er gingen dan geruchten dat het kabinet de gezelschappen samenriep en dat daar onduidelijke dingen werden verteld. De Raad werd hier helemaal buitengehouden.

De volgende stap was dat de Raad de samenwerkingsakkoorden op tafel kreeg. Na een grondige discussie bleek dat de voorstellen totaal onvoldoende waren. Op de bezwaren die vroeger door de Raad geuit waren, kwam er geen enkel antwoord. Dat negatieve advies ging naar de minister.

Wat had iedereen verwacht? Dat de minister toch zijn zin zou doordrijven. Wat de Raad betreft, die vreesde dat de minister een reeks slechte beslissingen zou nemen. Maar zie, totale verrassing: nu volgde de minister plots het advies van de Raad. Met de gekende miserie als gevolg.

Het is duidelijk: de minister had zich in een situatie gewrongen waarbij het uitgesloten was dat hij een beslissing kon treffen die op alle banken op instemming kon rekenen.

Moraal van dit droeve verhaal: had de minister zich strikt aan het decreet gehouden, dan zou alles keurig verlopen zijn en de vier gezelschappen zouden niet zoveel tijd verloren hebben. Verwijten aan de Raad echter zijn totaal uit den boze. Leest er niemand, maar dan ook niemand het decreet?

Even voor de orde: de Raad adviseert, de minister beslist. In alle vrijheid. Zijn er problemen met de beslissingen, dan is er maar één adres: de minister. En zo hoort het ook. Daar heeft de wetgever op toegezien.

Volledig artikel als PDF

Auteur Johan Thielemans

Publicatie Etcetera, 1997-06, jaargang 15, nummer 60, p. 59

Trefwoorden raadministerdecreetgezelschappenbeslissingadvieskabinetkreegdossiersbeslissingen

Namen De Raad


Development and design by LETTERWERK