Kan theater nog pijn doen?
Geert Sels over Theu Boermans'
Er zijn voorstellingen die in het hoofd spoken.
Even het geheugen opfrissen. De
Theu Boermans wou dit in zijn
Zelf bleven me twee feilen na. De tekst was opgebouwd volgens een irriterend herhalingsmechanisme. Vrijwel achtereenvolgens kwamen de tien representanten in hun onderhemd
te staan. Dat had het effect van een logge verdelgingsmachine, en was tevens moordend voorspelbaar. Who's next? Dat was zowat de enige vraag die de kijker zich te stellen had.
Daarnaast waren er excessieve stemmingen en handelingen, waarvoor een theatertaal ingeroepen werd die in hoge mate te herleiden was tot een vrij klassiek illusietheater. Dat is: theater waarbij de maker een fictie voorspiegelt waarvan de kijker bereid is ze voor waar en echt te aanvaarden. In dit geval was de over te brengen fictie 'zich ongebreideld uit-leven' en ze berustte op wildebrasserij en fake trucs. In deze bedding liep de voorstelling op een vrij homogene manier voort, zonder al te veel opstoten of afwijkingen; niet zozeer het blinde geweld, dan wel de machteloosheid van de theatertaal aannemelijk makend.
Kan theater nog pijn doen? Is de theatertaal nog wel een adequaat medium om de gruwel op het televisiejournaal aan te snijden? Na de
Eerst en vooral heeft
In Brussel werd het geweld quasi geëtaleerd, op een speelvlak dat zich aan de andere kant van de publieksruimte bevond. Het bevond zich elders, je mocht er naar kijken, maar maakte er geen deel van uit. In
Faust - das Schauspielhaus (
den. Het publiek zat niet alleen met zijn neus op het gebeuren (kreeg de spatten op zich), het was ook zijn schaamte en zijn geweld waar het naar keek.
Wat nu met die theatertaal? Theu Boermans liet eerder weten weinig te voelen voor abstraheringen van gewelddadige scènes ('een witte muur en mooi licht, dat is design, daar zit geen weerstand in'). Een waardevolle optie. Zijn alternatieven in Brussel om extreem geweld te tonen waren te herleiden tot het illusietheater: over de top acteren en doorzichtige trucs ('dan nog liever een slechte moord met messen uit gelatine'). Die tekens bleken te onmachtig, te artificieel om stevig door te komen.
Voor alle duidelijkheid, in
Boermans neemt zijn toevlucht tot twee totaal tegengestelde oplossingen: scènes die schijnbaar (schijnbaar, daar zit de catch) zo ontheatraal zijn dat ze werkelijk lijken. Noem het een verdund illusietheater. De kijker is zich bewust van een fictie, maar hij komt die niet eigenhandig in ontvangst nemen, hij tuint er tot zijn eigen verrassing halsoverkop in. Anderzijds stapelt Boermans tekens zodanig op dat er een extreem kunstmatige constructie ontstaat. Dat is een illusietheater dat zich niet wegsteekt achter doen-alsof, maar open kaart speelt en zich kwadrateert waar je bij staat.
In de voorstelling blijkt dat onder meer hieruit. Als Faust nu en dan zijn hoofd verliest en agressie pleegt op de representanten (de maatschappelijk assistente blijft wel erg lang onder water), ervaar je met een schok: kijk uit, dit is niet langer toneel, dit is echt. Als het theater soms uit de veiligheidsgordels van zijn afspraakje met het publiek geslingerd wordt, levert dat zeer indringende ogenblikken op. De acteurs investeren iets van zichzelf en zetten zich op het spel. Nog een stap verder gaat het als de acteurs bij wijze van spreken nog vuile handen hebben van datgene waar ze mee bezig waren voor ze de speelvloer betraden. Dan heb je
Paradoxaal genoeg leveren ook hyperkunstmatige scènes een schokeffect op, en daar heeft Theu Boermans er ook enkele van ingebouwd. In de beginscène zit Faust tegen een stalen plaat aangeleund, terwijl luide muziek klinkt en videobeelden op hem geprojecteerd worden. Die beelden tonen een lichaam, dat zich in een spasme samentrekt, nadat er van dichtbij op geschoten wordt. Deze terreur, van de beelden en de muziek, komt van de buitenwereld maar heeft betrekking op Faust, die hopeloos op de stalen plaat beukt. Ik voel zijn wanhoop aan, ik ervaar zijn verscheurdheid. Wat ik zag was nochtans niet meer dan een kunstmatige constructie, die me de ingangen aanbood om er zelf iets bij te denken. Dan kom je op hetzelfde niveau als het slotbeeld van Needcompany's
Nee, de toneeltaai heeft nog wel degelijk mogelijkheden om de gruwel van alledag te vatten. Maar die liggen beslist niet in een illusietheater, waarbij er voorspelbare afspraakjes tussen de tonelist en het publiek bestaan.
Cantecleir
Voor iedereen vanaf 5 jaar. Het verhaal is geïnspireerd op
Voorstellingen
zon 15 maart 15u00 woe 18 maart, 14u30 zon 22 maart 15u00 zat 28 maart 14u30 zon 29 maart 15u00 zat 4 april 15u00 zon 5 april 15u00 zat 11 april 20u30 ma 13 april 15u00
zat 18 april 14u30 zon 19 april UuOO zon 26 april 15u00 - zon 3 mei 15u00 woe 6 mei 15u00 zon 10 mei 14u30
CC
De
CC
(0031-10/411.81.10)
CC
Bronks, Brussel (02/219.99.21)
Westrand,
Cantecleir is ook te zien als schoolvoorstelling tot en met 19 mei 1998. Voor meer informatie:
Cantecleir is een liefdesverhaal voor iedereen vanaf 5 jaar, een swingende theatervoorstelling, live begeleid op de piano. De voorstelling speelt zich af op en rond het hoenderhof. De haan Cantecleir kraait zo indrukwekkend dat de zon ervan opkomt. De nachtdieren haten hem en beramen een complot om hem een toontje lager te doen zingen. Als op een dag een vreemde eend in de bijt komt, komen de kippen pas echt van hun stok.
Auteur Geert Sels
Publicatie Etcetera, 1998-03, jaargang 16, nummer 63, p. 66-68
Trefwoorden faust • theatertaal • illusietheater • representanten • boermans • theu • cantecleir • fausts
Namen Aalst • Bernhard Hammer • Bierbeek • Blauw Vier • Brugge • Brusselse • CC Hasselt • CC Heusden-Zolder • CC Ten Weyngaert • Chantecler van Edmond Rostand • Cyrano en Napolejong • De Borre • De Kern • De Kopergietery • De Velinx • De Werf • Dilbeek • Etcetera • Faust van De Trust • Faust van Manfred Meihöfer • Gent • Gretchen • Gustav Ernst • Jan Decorte • Kortrijkse Schouwburg • Lev Dodine • Macbeth • Mein Herz • Mein Ruh • Oostenrijkse • Ron Vawter • Rostand-trilogie • Rotterdamse Schouwburg NL • Russen • Stadsschouwburg Leuven • Tongeren • Vorst • Wagner • Weense • Wenen • Wilrijk
Development and design by LETTERWERK