GUTEREKERA
Charles Ntampaka over de verplichtingen van de
De volkerenmoord en de misdaden die in
Elk verschijnsel - zelfs uit de natuur - kan alleen maar worden
verklaard door de interventie van een goedaardige of kwaadaardige kracht. Wanneer het niet genoeg regent, wordt de droogte verklaard door de aanwezigheid van een tovenaar of de overtreding van een taboe. Voor de samenleving echt gaat lijden onder het fenomeen, moet men de schuldige zoeken en straffen. Ingeval van lichamelijke ziekte heeft de zieke zeker een verbod overtreden. Hij moet worden gezuiverd. Opdat hij zou genezen, moet men de voorouders aanroepen. Hoewel de mensen dit volkse geloof niet meer aanhangen, zijn ze er nog steeds bang voor.
De jurisdictie laat gerechtigheid geschieden aan de hand van het recht, maar noch de beschuldigden, noch de slachtoffers zijn tevreden. De wraak gaat verder, zelfs nadat een schadeloosstelling of een vrijspraak werd uitgesproken. Volgens het volkse gemeengoed moet het
DE STRUCTUUR VAN DE FAMILIALE BANDEN
Het is moeilijk de opvatting van het hiernamaals in
De solidariteit tussen de leden wordt onderhouden door spreekwoorden en taboes die de jongeren worden geleerd en voortdurend herhaald. De niet-naleving van deze geboden veroorzaakt bovennatuurlijke sancties. De familieoudste of patriarch neemt de functie van familiehoofd waar. Hij staat borg voor de eendracht en de solidariteit tussen de leden. Solidariteit betekent meer dan een gewoonteregel: het is een moreel principe waarin men sterk gelooft.
Deze solidariteit verbindt niet alleen de levenden onderling, maar ook de levenden en de doden. Naargelang de omvang van de familiale groep zijn de banden min of meer sterk. Hoe groter de
groep, hoe minder goed de leden elkaar kennen. De banden van solidariteit worden dan losser en er verschijnen zelfs persoonlijke ambities. De afstammelingen van een zelfde voorvader beschikken over een gemeenschappelijk familiedomein dat wordt beheerd door het familiehoofd. Deze patriarch wordt meestal door de leden erkend als de oudste die het dichtst bij de voorvaderen staat. Hij vertegenwoordigt de familie ten opzichte van de politieke overheid. Het familiehoofd wordt eveneens erkend als rechter bij alle conflicten tussen de leden van de familie en tussen hen en andere families.
Binnen de familie bestaan twee soorten banden: enerzijds zijn er de verticale relaties tussen de generaties en anderzijds de horizontale relaties tussen leden van dezelfde generatie. De relaties tussen de verschillende generaties omvatten ondergeschikte verhoudingen en worden gekleurd door eerbiedige vrees. Elke generatie is ondergeschikt aan diegene die boven haar staan omdat ze al eerder bestonden. Deze onderworpenheid in de relaties tussen een individu en een lid van een oudere generatie valt te verklaren doordat de ouderen verplicht zijn de verantwoordelijkheid op te nemen voor daden van de jongeren die de hele familie als groep verantwoordelijk kunnen maken en de samenhang in het gedrang brengen. Het is ook een manier om de individuele daden ondergeschikt te maken aan de groepsbelangen. Het gevoel tot een groep te behoren en de mystieke invloed ervan op elk van de leden verzacht in een bepaalde mate de aspiraties en verantwoordelijkheden van het individuele geweten.
SOLIDARITEIT TEN OPZICHTE VAN DE DOOD
De dood is een pijnlijke gebeurtenis. De dode is omringd door verwanten en buren, maar zijn lichaam telt nauwelijks, want de familie ontdoet zich ervan vlak na het overlijden, voordat het koud is. Volgens de begrafenispraktijken in
De dag van het overlijden worden alle buren en alle familieleden verwittigd. Al het werk wordt die dag onderbroken om aan te duiden dat men in rouw is. Die dag heet umusibo, wat letterlijk 'de dag van de onderbreking van de activiteiten' betekent. Vroeger dacht men dat de niet-naleving van dit taboe zware gevolgen zou hebben voor de schuldige, maar ook voor zijn land. Men kon ervan worden verdacht verantwoordelijk te zijn voor het overlijden
(tovenarij, vergiftiging,...), omdat ongeluk in
Pas sinds kort worden de doden op het kerkhof begraven. Deze praktijk werd ingevoerd onder het
Volgens
De rouw wordt opgeheven in aanwezigheid van alle familieleden en een zuiveraar. Deze laatste deelt drankjes en smeersels uit om de familie te zuiveren en de zielsrust van de overledene te verzekeren. De kinderen worden volledig kaalgeschoren, de volwassenen knippen hun haar af. De familie komt samen voor een zuiverende ceremonie. Er wordt drank en voedsel uitgedeeld. Vrienden blijven hen bezoeken en brengen bier en voedsel mee.
VERPLICHTINGEN TEGENOVER DE OVERLEDENEN
1. De cultus van de geesten der doden
De dode bewaart banden met zijn familie. Zijn afstammelingen of de lagere generaties wijden een cultus aan hem, de guterekera. In
De ziener kan ook precies bepalen welke voorvader aan de basis ligt van het kwaad en wat zijn eisen zijn. Bepaalde geesten nemen genoegen met een gewone cultus (drank, voedsel, en enkele woorden om ze te kalmeren). Dat zijn de beschermende voorvaderen, de abakurambere. Andere zijn hardnekkiger en agressief, meer bepaald de mannen en de meisjes die overlijden voor ze zich hebben voortgeplant, mannen die gestorven zijn ver van hun verwanten en die geen graf kregen. Deze abagwagasi eisen echtgenoten of vrouwen, dierenoffers of de bouw van een hut. Enkel door deze offers te brengen en zich onder de bescherming
van de voorouders (abakurambere) en de beschermende familiegeest (ingabwa) te plaatsen, kunnen de belaagden opnieuw rust vinden.
Er bestaan twee categorieën van geesten: de goede geesten van de voorvaderen en de kwade geesten, naar het voorbeeld van de mensen, waaruit alle onheil voortkomt. De goede geesten beschermen het individu en zijn familie. De kwade geesten zwerven overal rond, in de buurt van kerkhoven, bij het
2.
De familie is ook verplicht elk lid te wreken dat het slachtoffer is van een andere persoon die niet tot de familie behoort.
3. De praktijk van de zuivering
Bepaalde gebeurtenissen, meer bepaald natuurrampen, de afslachting van kinderen en vrouwen, ongeneeslijke ziekten, zijn zo erg dat de
hem ertoe aanzetten de samenleving schade te berokkenen. Zonder de criminelen amnestie te geven, dacht de traditionele samenleving dat het beter was ze in de maatschappij op te nemen dan ze uit te sluiten. Zo werd de delinquent tegelijk erkend als een gevaar voor de gemeenschap en als het slachtoffer van een boze geest. De bestraffing van de misdadiger - aanvaard door het slachtoffer of zijn familie - maakt de verzoening mogelijk, des te meer omdat zuivering boze geesten verwijdert en plaatsmaakt voor de goede geesten van de voorvaderen die de nieuwe band zullen beschermen. Deze boze geesten zouden vooral afkomstig zijn van ongewroken familieleden of familieleden die ver van hun familie overleden zijn en geen graf kregen. Het graf is dus erg belangrijk in
CONCLUSIE
Wat ook zijn opleidingsniveau is, elke Rwandees is bang van de geesten der overledenen. De cultus van de voorouders, de raadpleging van zieners, de angst voor taboes, voor de doden,... komen nog steeds vaak voor. In politieke kringen hoort men bijvoorbeeld vaak dat iemand een ziener heeft geraadpleegd, dat iemand naar zijn familie is teruggekeerd voor de cultus van een geest. Deze manier van leven en deze visie op de wereld bepaalt de creatie van bepaalde leefregels, volkse praktijken die soms sterker zijn dan de wet. Zelfs sommigen die beweren dat ze christen zijn, raadplegen soms zieners, 'omdat men maar nooit weef.
Maar zoals
Vertaling:
* D. Nothomb, Un humanisme africain, Bruxelles,
*
*
Auteur Charles Ntampaka
Publicatie Etcetera, 2000-10, jaargang 18, nummer 73, p. 29-35
Trefwoorden geesten • familie • doden • wraak • solidariteit • voorouders • cultus • levenden • familieleden • rwanda
Namen Belgische • Claudine Vidal • Europese • G.A. • Griet Byl • Imana • Kerken • Kivu-meer • Kouassigan • L'homme • La • Levenden • Lumen Vitae • Recht • Rwanda • Rwandese • Rwandezen • Wraak
Development and design by LETTERWERK