Archief Etcetera


Kunst, liefde en engagement: Sittings (het Net en Kaaitheater)



Kunst, liefde en engagement: Sittings (het Net en Kaaitheater)

SITTINGS (HET NET EN KAAITHEATER)

Kunst, liefde en engagement

Ondanks de ietwat onhandige formule en de lange duur, is Sittings een toegankelijke voorstelling en een intrigerende zit. Deel één, Be in' me, is een tekst voor 'vier stemmen' van Peter van Kraaij en neemt drie uur in beslag. Deel twee, Ruis, is een monoloog van Hans Aarsman, gespeeld door Josse De Pauw. Beiden delen vormen één geheel en werden geregisseerd door Peter van Kraaij.

Omdat de twee stukken samen toch wat te lang bleken, werd net voor de première besloten ze los te koppelen en op twee verschillende avonden of namiddagen te presenteren. Toch gaat het hier om één voorstelling waarbij beide stukken elk vanuit een verschillend uitgangspunt het onderwerp belichten. Bij de herneming (najaar 2002) worden integrale vertoningen voorzien op weekenddagen.

Beide teksten verschillen sterk van onderwerp en vorm maar hebben een rode draad gemeen: de relatie van de fotograaf met de wereld die hem omringt. Deel één 'vertelt' over de Italiaanse fotografe en communiste Tina Modotti (1896-1942) en de Amerikaanse fotograaf Edward Weston (1886-1958), over hun relatie(s), over de verhouding tot hun werk. Voor deel twee baseerde fotograaf-auteur Hans Aarsman zich op de obsessies van de New Yorkse fotograaf Garry Winogrand.

Be in'me

Het leven van Tina Modotti levert genoeg stof voor een stevig biografisch verhaal. Dochter van Italiaanse immigranten in Amerika, jonge actrice in Hollywood, jong gehuwd met de kunstenaar Robo, jong weduwe, relatie met kunstfotograaf Edward Weston, verblijf in

Mexico, kennismaking met de kring van kunstenaars en revolutionairen aldaar, communiste, geliefde, verbannen communiste, Berlijn, Moskou, geheim agente voor de Russische KP, de Spaanse Burgeroorlog, terug naar Mexico, een vroege dood. Het soort levensverhaal dat later gemakkelijk mythische proporties toegemeten krijgt. Maar Van Kraaij ontwijkt die val. Zijn verhaal gaat niet over helden maar over mensen van vlees en bloed. En hij stelt zich hierbij de vraag: wat zijn de omstandigheden die maken dat mensen uitkomen waar ze uitkomen? Wat bepaalt de levensloop van een mens? In hoeverre kunnen we ons leven sturen? Hoe bewust kiezen we de richting die ons leven uitgaat? Wanneer is een leven consistent?

Tina Modotti komt via haar relatie met fotograaf Weston in contact met de kunst van het fotograferen en wordt zelf fotografe. Ze woont dan in Mexico waar ze via bevriende kunstenaars terechtkomt in de kring van communisten en revolutionairen. Dit beïnvloedt haar manier van kijken naar het leven rond haar, naar de armoede van de Mexicanen. Ze stelt zich steeds meer vragen over de betekenis van haar kunst en de relatie van die kunst tot haar engagement in de communistische partij. Weston volgt haar niet in die evolutie. Heel zijn leven lang zal hij zijn kunst blijven uitpuren en op een lïlosofisch-abstracte manier een antwoord zoeken, of zoals hij zelf schrijft, 'het vraagstuk van het leven (trachten) op te lossen door mezelf te verliezen in de kunst'. Doorheen het hele stuk zal, via de briefwisseling tussen Weston en Modotti, het contrast tussen bei-

der manier van kijken en dus ook leven, uitgelicht worden.

De tekst van Peter van Kraaij is een ingenieuze combinatie van feiten, associaties en reflecties, met een hoog poëziegehalte in woorden gezet. De biografische gegevens van Modotti, Weston en andere belangrijke mensen in haar leven zijn haast sporadisch aanwezig. Belangrijker zijn de associaties die worden opgeroepen, de beelden ook, de impressies gebaseerd op details die werden verzameld uit verschillende teksten (dagboekfragmenten van Weston, brieven, gedichten van Modotti, enz.). Van Kraaij laat hierbij veel ruimte aan de toeschouwers om hun eigen verhaal te 'lezen'. Het narratieve kader legt geen keurslijf op. Wel reikt hij, via de woorden van de protagonisten en de processen die hun levens ondergaan, een veelheid van vragen aan: over wat kijken is en bekeken worden, over het verschil tussen liefde en vriendschap, over de spanning tussen kunst en engagement, over het leven dat is en het in kunst vormgegeven leven.

De vorm van de voorstelling versterkt een aantal van die vragen. Het scènebeeld wordt regelmatig aangevuld met uitvergrote polaroidfoto's, even tevoren ter plekke genomen, met geprojecteerd werk van Weston en Modotti, met rechtstreekse videobeelden van scènefragmenten, met documentair materiaal. Het beeldmateriaal is nooit expliciet. Slechts zelden illustratief, suggereert het eerder, geeft een andere invalshoek aan wat we 'en direct' op de scène zien.

Zo bijvoorbeeld de scènes in het tweede deel van Be in' ine waar het leven van Tina Modotti na haar verbanning uit Mexico centraal staat. We voelen haast letterlijk de kou in de straten van Moskou, de kilte van de partijlokalen, de ontreddering van de jonge vrouw die consequent maar vertwijfeld de spionageopdrachten voor de KP uitvoert. Wanneer Van Kraaij de scène van Tina die aan de tand wordt gevoeld door de KGB,

filmt en op het grote doek projecteert, voel je tegelijkertijd de ijzingwekkende sfeer in de kamer maar zie je ook hoe het filmbeeld het moment dramatiseert, haast esthetiseert en abstraheert. Je wordt geconfronteerd met twee verschillende manieren van kijken. En onbewust denk je dan aan de beelden van het vliegtuig dat in de WTC toren duikt, steeds opnieuw, steeds herhaald, steeds abstracter, steeds mooier. Hoe kijken we naar de realiteit? Hoe bepalen beelden (film, foto's) onze verhouding tot die realiteit?

Ondanks de intellectuele gelaagdheid van tekst en vormgeving blijft het een warme voorstelling. Via talrijke details, kleine bewegingen, ordinaire zinnetjes komen de personages te voorschijn als herkenbare mensen. Hoe Weston zegt dat hij zijn jongens niet kan missen, hoe Tina de aandacht probeert te trekken van Weston als die weer te veel in zichzelf en zijn werk verdiept is, hoe Tina in een lade een paar prullaria bewaart - het heimwee en het verlangen tastbaar gemaakt. Hoe ze het dode lichaam fotografeert van haar geliefde, de vermoorde revolutionair Julio Mella.

Het tweede deel van Be in' me gaat over het verblijf van Modotti in Berlijn, Moskou, Spanje. In Moskou ondervindt ze wat lid zijn van de KP inhoudt en ondergaat ze de ware betekenis van een zin die ze steeds weer hoorde in de kantoren van de Mexicaanse KP: 'Ik ben ervan overtuigd dat de uitspraak "De Partij heeft altijd gelijk" juist en noodzakelijk is.' Hier wordt allang niet meer de vraag gesteld naar wat eerst komt, de kunst of het maatschappelijke engagement. Het gaat hier om hoe ver dit engagement moet gaan. Tot en met de onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan de partij? Maar wat als de partij is geworden tot een blinde machine die gevoelloos handelt, kiest en elimineert?

Tina's engagement is volledig maar haar vertwijfeling groeit. De logica van het door Lenin en Stalin

etcetera 79 O O O

55



Sittings peter van kraaij, het net, kaaitheater foto: herman sorgeloos

geïnstalleerde staatsapparaat is niet langer afleesbaar. Naar het einde van haar leven toe is haar ontgoocheling dan ook des te groter omdat haar inzet zo radicaal en consequent is geweest. Ook in dit deel is de historiek van het verhaal minder belangrijk dan de vragen die het opwerpt.

Tijdens heel de voorstelling benadrukt het spel van de vier acteurs de fragmentarische vertelstructuur. Ze nemen beurtelings flarden tekst voor hun rekening. Het zwaartepunt ligt bij de vrouwen (een uitstekende Yvonne Wiewei en Robijn Wendelaar), die teksten, beschrijvingen, kleine handelingen van Modotti zeggen en uitvoeren. Bart Slegers is, ondanks een iets te geaffecteerde zegging, een gevoelige Weston, een bescheiden maar tast-

bare aanwezigheid. Valentijn Dhaenens fungeert als een soort verteller, afstandelijker, ook al kruipt hij af en toe, heel kort in de huid van een aantal personages. De vier stralen een vorm van samenhorigheid uit, als de vrienden van Modotti, kameraden die al zoveel hebben meegemaakt.

Ruis

Bij het begin van 'Ruis' komt Josse De Pauw het decor van Be in' me binnengestapt. Hij is uitgedost als een dikke Amerikaan, broek tot hoog boven de buikrand getrokken. Hij danst glimlachend, zachtjes in zichzelf zingend en swingend naar voren.

Van Kraaij heeft de monoloog van Hans Aarsman geënsceneerd als

een stand-up-comedian act. Die vorm laat een rechtstreeks contact met het publiek toe, de vragen gaan naar de zaal: 'wat is jullie standpunt?' De man aan het woord is Garry Winogrand (1928-1984), een fotograaf die naar het einde van zijn leven eindeloos fotografeert zonder afdrukken te maken. Lopend door de straten van New York richt hij zijn camera bijna obsessief op alles, op mensen, op het banale leven. Hij is halsstarrig op zoek naar iets dat de banaliteit van alledag overstijgt. De man achter de microfoon spreekt over zichzelf. Doorheen de tekst tekent zich een eerder alledaags mannetje af, met een hoop kleine onhebbelijkheden, met een gezonde dosis zelfrelativering, met liefde voor vrouwen, met humor. Maar ook met die obsessie, die niet aflatende drang tot vastleggen van wat hem omringt. Mensen vooral. Die obsessionele zoektocht naar wat achter de buitenlaag schuilgaat, overwoekert hem naar het einde van zijn leven toe. Hoe dieper hij zich in de vraag verdiept, hoe verder hij zich van het leven verwijdert, losse De Pauw brengt Aarsmans tekst met de van hem gekende eenvoud, de juiste dosis inleving en het onmisbare understatement.

Voor Van Kraaij zijn Ruis en Be in' me complementair. 'De twee teksten gaan over standpunten en beweegredenen - zoals eigenlijk altijd in het theater', zegt hij. 'Het standpunt dat je in je leven of als kunstenaar inneemt, maar ook wat je op een bepaald moment bewéégt om precies dat beeld vast te leggen en geen ander.'

Het opzet van Peter van Kraaij met Sittings is erg ambitieus. Hij heeft zich door een enorme hoeveelheid historisch, biografisch en autobiografisch materiaal geworsteld zonder erin onder te gaan. Hij heeft er een mooie tekst uit gepuurd die door een zeer persoonlijke selectie zijn eigen verhaal werd. Bovendien is het een theatervoorstelling geworden die interpelleer!, niet alleen door de inhoud maar ook door de vorm. De wijze waarop

beelden en muziek het spel en de tekst van de acteurs mee vorm geven is subtiel en volstrekt onpretentieus. Zonder moeite neemt hij het publiek meer dan drie uur lang mee naar levens van mensen van meer dan een halve eeuw geleden en tegelijkertijd confronteert hij ons met radicaal actuele vragen over de driehoek liefde, kunst en engagement. Het zijn niet altijd en enkel de zogenaamde 'interactieve' voorstellingen die de toeschouwer actief betrekken bij de denkprocessen die vorm krijgen op de scène.

Hilde Teuchies

Sittings

TEKST: Peter van Kraaij (Be in' me),

Hans Aarsman (Ruis)

REGIE: Peter van Kraaij

MET: Josse De Pauw, Valentijn Dhaenens,

Bart Slegers, Robijn Wendelaar,

Yvonne Wiewei

DECOR: Bart Van Overberghe

KOSTUUMS: Pynoo

DRAMATURGIE: Marianne Van Kerkhoven TECHNIEK: Eddy Latine PRODUCTIE: Het Net (Brugge) & Kaaitheater (Brussel)

56

® ® ® etcetera 79


Development and design by LETTERWERK