‘Regelmatig stel ik vast dat je, om bewuster met de dingen om je heen om te kunnen gaan, veel rust en tijd nodig hebt. Om de verschillende functies en facetten van de dingen op te kunnen merken, moet je bij ze verwijlen. Als je gejaagd bent –opgejaagd door je werk, het maatschappelijke systeem– dan heb je gewoon geen zin om stil te staan bij, bijvoorbeeld, een blikje. Je grijpt het vast, zet de opener erin en je dient op.'
Eric
[1]
Het tweede huis in de
De buren staan voor het raam in de erker. Het is een koppel van middelbare leeftijd, keurig aangekleed voor de zondagse lunch. De man zet zijn bril op, om de aanloop op de stoep eens beter te kunnen bekijken. Weten ze dat het huis naast hen zo dadelijk het toneel zal zijn van een dansvoorstelling? Hun huis is onderdeel van het decor geworden, zijzelf een beetje performer. In onze ogen althans. Misschien zien zij zichzelf juist eerder als publiek dat de vreemde vogels in de buurt nieuwsgierig bekijkt. Hoe dan ook moeten ze hun vertrouwde dagelijkse omgeving opeens met andere ogen bekijken.
De relatie tussen de huidige danspraktijk en de wereld van alledag was een belangrijk thema tijdens het
alledaagse leven' als concept wat vaag, maar daardoor als thema afdoende flexibel om een veelheid van voorstellingen onder één noemer te brengen.
Meest in het oog springend was dat het dansfestival zich niet voornamelijk afspeelde in de beslotenheid van theaterzalen, maar dat een groot deel van de voorstellingen en evenementen plaatsvond in de openbare ruimte of in ‘alledaagse omgevingen' als een bioscoop, een café of een zwembad. De voorstelling Invisible Dances kon je in huis halen door te bellen naar een speciaal telefoonnummer en vervolgens te luisteren naar het gesproken verslag van een verder onzichtbare dansvoorstelling. Performers dansten onaangekondigd in een kantoor tijdens werktijd of in een reguliere stadsbus. Reclameposters in bushokjes werden nu eens niet ingezet voor een commercieel of ideëel doel, maar waren dragers van choreografische aanwijzingen. ‘Left foot, right foot, left foot', maakten ze de voorbijgangers duidelijk, of ‘Shake it, baby. Baby. Baby. Shake it'.
Voorstellingen werden ook op heel andere manieren verbonden aan het thema van het dagelijks leven. Door alledaagse handelingen als uitgangspunt te nemen voor dansbewegingen, zoals in
Het alledaagse werd dus op heel uiteenlopende manieren −en vaak ook wat al te snel− ingezet om voorstellingen onder één noemer te plaatsen. In die zin was het thema eerder onderdeel van het marketing- en educatieprogramma dan dat het een stevig fundament vormde voor de programmering van het festival. Toch leent het alledaagse zich wel degelijk voor een analyse van enkele op
[2]
Het alledaagse is het uitkiezen van een brood, het afwassen van de vaat, het opnemen van de telefoon. Het alledaagse is de opeenstapeling van alle routineuze handelingen, alle onbewuste manieren, alle vergeten strategieën die we inzetten om de dag door te komen. Het alledaagse is eigenlijk dat wat je niet meer ziet, dat wat je niet meer opvalt, waar je niet meer over nadenkt. Dat wat zich zo onmerkbaar in je hele doen en laten heeft genesteld dat je er intuïtief mee kunt omgaan zonder dat het zichtbaar is voor jezelf.
Wanneer je dan toch wat langer bij je eigen handelen ‘verwijlt', zoals Eric
Wat geldt voor alledaagse handelingen gaat ook op voor de alledaagse omgeving. Een straat die je viermaal daags oversteekt is alledaags omdat je niet écht goed oplet, je volledig intuïtief je weg vervolgt. Je moet immers snel verder, het stoplicht springt zometeen op rood en die bus moet gehaald. De moderne stadsbewoner is getraind in het negeren van het gewone, het alledaagse. Om te overleven is het veel meer zaak te letten op het ongewone, een levenshouding die de stadsbewoner deelt met de primitieve jager. Dit is de blasé houding van de stedeling, een houding die óók moeite kost en het resultaat is van het zich-toegeëigend hebben van de ruimte. Maar zodra je wordt belemmerd in je voortgang, je blik plots ergens aan blijft hangen, vertraagt ons jachtige tempo. De vertrouwde straat verandert in een schouwtoneel en jij wordt tot toerist in eigen stad. Het alledaagse verdampt, lost op.
De op het eerste oog wat vrijblijvende manier waarop de ‘relatie tot het alledaagse' vorm krijgt binnen het
Een festival waarin de relatie tussen de
kunst en het leven van alle dag centraal staat, vraagt juist om werk waarin dit heikele spanningsveld bewaard blijft. Waarin de kunstenaar het punt opzoekt waarop het alledaagse en het kunstwerk elkaar nét in evenwicht houden, waarin de afstand gepeild wordt die het alledaagse scheidt van het buitengewone, waarin de posities van toeschouwer en deelnemer op de helling staan. Dat dit een risicovolle onderneming is waarbij het erg moeilijk is dit juiste evenwicht te vinden moge duidelijk zijn.
[3]
Aan dit balanceerpunt tussen het alledaagse en het buitengewone, heeft Eric
In deze film, net als in de meeste andere dansfilms en musicals, is de overgang tussen het alledaagse spreken en lopen naar het lyrische zingen en dansen nog gekaderd binnen de conventies van het traditionele theater.
De voorstellingen binnen het
Voor een niet-ingewijde zou Lehmens voorstelling
Het werkmateriaal van Lehmen is niet het lichaam van de dansers of de dansvloer, maar de persoonlijkheid en achtergrond van de persoon die met hem wil werken. Dat kan een professionele danser zijn, maar ook een secretaresse die vertelt over de verhoudingen op haar werk. Het is Lehmen te doen om de manier waarop we ons werk verrichten, waarop we omgaan met anderen in onze privé- en werksituaties. Meer sociologie dan choreografie. En er hoeft dan ook niet bewogen te worden.
Op eenzelfde lijn lag Lehmens voorstelling
Opmerkelijk was dat Lehmen de achterwand van het podium had laten verwijderen, zodat je via een grote ruit uitzicht had op de straat en een plantsoen vóór de schouwburg. De bewegingen van de groepjes mensen op het trottoir waren minstens zo interessant als wat er op het toneel gebeurde. Omgekeerd konden de mensen buiten óók de voorstelling binnen zien, maar dan puur als beweging, zonder afgeleid te worden door de gesproken choreografische aanwijzingen.
Op een gegeven moment verliet een man bijzonder luidruchtig de zaal. Waarschijnlijk omdat hij zich niet kon vinden in Lehmens fascinatie voor de ontstaanscondities van dans. Enkele minuten later kon je hem door het raam zien lopen op straat, heftig gesticulerend maar onverstaanbaar. Opgenomen binnen het door Lehmen geënsceneerde choreografische geheel.
Een voorstelling waarin alledaagse handelingen en de manier waarop we omgaan met onze omgeving op een heel andere –voor de toeschouwer meer bevredigende manier– werd geproblematiseerd was The Exact Position of
foto katrin
we de ruimte om ons heen, brengen haar −mentaal− in kaart, maken haar onderdeel van onszelf. In
Op de toneelvloer is een klein speelvlak uitgelicht, aangekleed als woonkamer. Wat stoelen, een vloerkleed en een lamp. Niets vreemds aan, op het eerste gezicht. Op de twee vrouwen na die hulpeloos door de kamer bewegen, niet langer in staat op een vanzelfsprekende manier met de dingen om te gaan. Met de starre en tegelijk breekbare bewegingen van oude vrouwen schuifelen ze door de ruimte. De vrouwen beseffen dat ze niet meer weg kunnen, stellen vragen, maar ondernemen geen actie om uit de grenzen van het hun bekende te breken. Een stoel is voor de twee vrouwen niet langer een stoel, maar een probleem.
Begeleid door aandoenlijke piepkraakmuziek dolen ze door de woonkamer, in constant gevecht met de meubelstukken en zonder in staat te zijn te ontsnappen aan de kamer, aan elkaar en aan zichzelf. Gaandeweg worden de bewegingen echter losser, complexer ook, net als de kraakpiepbeats die alles begeleiden. Maar ontsnappen is er niet aan, en misschien is dat ook niet meer nodig. Terwijl de vrouwen langzaam voortschurken over de vloer, weet een van hen nog uit te brengen: You are in your home and in your head you have knowledge of the whole world. The world is very small... In my head, I can go to
Het alledaagse staat centraal bij
Hoe het thema van het alledaagse ook uitgewerkt wordt, elk onderzoek naar de relatie tussen het alledaagse en hedendaagse dans −of breder, naar de relatie tussen de kunsten en het alledaagse− heeft in wezen al een choreografisch karakter. In wezen betreft het hier een nauwgezette bepaling van de verhouding tussen de kunstenaar, zijn werk en de hem omringende alledaagse ruimte. Om tot dit begrip te komen moeten blik en handelen van de kunstenaar het alledaagse toenaderen en zich er weer van verwijderen, moet er een juiste afstand bepaald worden van waaruit gewerkt wordt. Er moet een ritme gevonden worden, de observatie en het handelen moeten nu eens versnellen, dan weer vertragen. Voorwaar een choreografische uitdaging die in potentie genoeg voorstellingen kan opleveren om nóg een heel dansfestival mee te vullen.
[4]
Een voor een beklimmen we de trap naar de voordeur. Eenmaal binnen wordt het woonhuis aan de
Het geroezemoes verstomt wanneer duidelijk is dat de drie meisjes en twee jongens die roerloos in ons midden staan de spelers zijn. Er is niet zo veel waarin de spelers verschillen van de andere aanwezigen, hooguit dat ze geen jas aanhebben. Geconcentreerd kijken ze voor zich uit en maken kleine bewegingen. Wanneer ze op de grond zijn gaan liggen trekt er af en toe een kleine siddering door de groep, schouders schokken, armen trekken. De spelers vertrekken weer om even later op verschillende plaatsen in het huis opnieuw op te duiken. Solo in de badkamer, met z'n tweeën in een slaapkamer, met z'n allen in de woonkamer.
De intimiteit van dit echte woonhuis en het directe contact met de spelers geven alle handelingen een hoogstpersoonlijk karakter en doen de bewoners langzaam tot leven komen. Ze voeren onzinnige gesprekken over angst en over liefde, ze willen behaagd worden, ze ruziën en liefkozen, ze steken monologen af, fluisteren en zingen. En dansen tot ze in slaap zijn gevallen.
De dansers spreken je aan, maar durf je te reageren? Durf je iets terug te zeggen? Je kijkt elkaar recht in de ogen, maar is het de danser die je ziet, of is het het personage dat wordt gespeeld? Het is een constant spel met vertrouwen en angst, met valsheid en oprechtheid. Wat doe je wanneer er een danseres op je schoot gaat zitten en zacht woorden tegen je fluistert? Niets, waarschijnlijk. Hoe moeilijk is het haar blik te beantwoorden, begrijp je de woorden die ze zegt? Andere mensen uit het publiek durf ik opeens wel aan te spreken – wat vreemd is want dat zou ik normaal in een voorstelling ook niet doen. Een vrouw kan de lichtknop op het toilet niet vinden en vraagt om hulp. Een meisje biedt haar handen aan om te voelen hoe koud ze het wel niet heeft.
Utrecht, 14-24 april 2005
Nicole
Auteur Raymond Frenken
Publicatie Etcetera, 2005-10, jaargang 23, nummer 98, p. 29-32
Trefwoorden alledaagse • lehmen • beutler • stationen • position • exact • woonkamer
Namen Berlijnse • Beutler • Busby Berkeley • Christiane Müller • Cyd Charisse • De Kuyper • Duits-Nederlandse • Duitse • Fred Astaire • Funktionen • Hersenschimmen van Bernlef • Marie Snauwaert • Nicole • Schoof • Springdance • Stationen • Step • The Band Wagon • The Exact Position of Things • Things van • Thomas Lehmen • Two Fish • Utrechtse • Zambia • Zonstraat
Development and design by LETTERWERK