GEDACHTEN NAAR AANLEIDING VAN JEGENDE HOLL NDEi IN DE MUNT
Opera:
verleiding om te houden van... of uitnodiging om zich te verhouden tot...?
Marleen Baeten
Het verhaal van Der fliegende Holländer gaat terug op een populair thema uit de Hollandse 17 de eeuw: het spookschip, met de kapitein die gedoemd is om eeuwig op zee rond te dolen. Richard Wagner gaf het thema mythische dimensies en verweefde het in een liefdesverhaal. De dolende zeevaarder incarneert volgens hem 'het verlangen naar rust na de stormen des levens' en het is niet moeilijk om hierin tevens een metafoor te zien voor de romantische kunstenaar die rondzwerft op zoek naar erkenning. In Der fliegende Holländer introduceert Wagner twee van zijn favoriete thema's: de verlossing door de vrouw en de liefdesdood. De Vliegende Hollander kan alleen verlost worden door de liefde van een vrouw die hem trouw blijft tot in de dood. Die vrouw verschijnt in de persoon van Senta, de dochter van kapitein Daland die de rijke Hollander maar al te graag zijn dochter aanbiedt. Senta van haar kant droomt ervan de vrouw te zijn die de legendarische Vliegende Hollander van zijn vloek verlost, zonder dat ze hem ooit ontmoet heeft en ondanks de liefdesverklaringen van jager Erik. Wagner heeft het over 'het verlangen naar wat nieuw is, onbekend, nog niet zichtbaar aanwezig, maar reeds voorvoeld.'" Wanneer Daland thuiskomt met de Hollander aan zijn zijde, voelen de Hollander en Senta dat zij eikaars lot kunnen bezegelen en zo een nieuwe toekomst tegemoet gaan. Senta belooft de Hollander trouw tot in de dood. Wanneer de Hollander getuige is van een gesprek waarin Erik nog een laatste maal probeert op de gevoelens van Senta te werken, interpreteert hij dit als ontrouw. Zij probeert hem vruchteloos te overtuigen van haar trouw, maar hij besluit om meteen te vertrekken. Als ultiem bewijs offert Senta zich op, trouw tot in de dood. Op de achtergrond van dit weinig handelingsgerichte verhaal, op-
gebouwd rond enkele individuen en hun drijfveren, is steeds een mensenmassa (het koor) aanwezig: de matrozen op het schip in het eerste bedrijf, de wachtende meisjes in de thuishaven in het tweede bedrijf. In het derde bedrijf feesten beide groepen samen terwijl het individuele drama zich voltrekt. Op muzikaal vlak versterkt het koor de individuele dramatiek, eerder dan het contrast tussen individu en groep te benadrukken. Ondanks de grote groep mensen op de scène draait het immers allemaal rond de Hollander en Senta, de vloek en de droom die hen met elkaar verbinden. Vanaf Der fliegende Holländer besliste Wagner dat hij voortaan zelf de 'dichter' van zijn teksten zou worden, zodat hij de formulering, versopbouw en totaalstructuur van tekst en muziek volledig zelf in handen had. Hij legt zijn personages niet veel tekst in de mond, maar de muziek zegt dikwijls meer dan de woorden. In deze eerste van zijn drie 'romantische Opern', waarbij de dramatische expressie het -zeker in de partituren van de Hollander en Senta- dikwijls haalt op de klassieke vorm, laat zich reeds een totaalconcept gevoelen.
Een mantra van beelden
Wagners streven naar een Gesamtkunstwerk, waarin muziek, tekst, beeld en beweging samen ten dienste staan van het Musikdrama, sluit in zekere zin nauw aan bij Guy Cassiers' theaterwerk, dat hij 'intermediaal' noemt. Al jarenlang werkt deze theaterregisseur, die van opleiding beeldend kunstenaar is, nauw samen met videokunstenaars en acteurs aan unieke theatervoorstellingen als Rotjoch (Toneelschuur Haarlem en Holland Festival, 1998), De wespenfa-briek (ro theater, 2000), en de vierdelige Proust-cyclus (ro theater, 2003-2005). In het muziektheater verdiende hij zijn sporen met The
Guy Cassiers' regie van in de Munt
(december 2005) zette Marleen Baeten aan het denken over het scheppen van intimiteit en de beleving van repertoire. Naar aanleiding van enkele scherpe kritieken over deze regie stelt ze vragen over de gangbare theateropvattingen in de opera.
54
900 etcetera 101