Archief Etcetera


Tristan und Isolde van Achim Freyer, 1994, into johan Jacobs



Tristan und Isolde van Achim Freyer, 1994, into johan Jacobs

Tristan und Isolde van Achim Freyer, 1994, into johan Jacobs

Woman Who Walked Into Doors (Kris Defoort / Het Muziek Lod en ro theater, 2001) en Rage d'amours (Rob Zuidam / De Nederlandse Opera, 2005).

Voor Der fliegende Holländer werkte Guy Cassiers samen met 'oude getrouwen' Peter Missotten en Kurt d'Haeseleer van De Filmfabriek. Peter Missotten zette twee reusachtige koperkleurige constructies op de scène: twee traag draaiende, verticaal doorgesneden halve cilinders die in hun voortdurende beweging de cirkel afwisselend openen en sluiten. Op de binnenwand van elke cilinder worden traag verglijdende beelden in vervloeiende kleurtinten geprojecteerd. De abstracte beelden dragen de sporen van rafelende wolkenslierten, deinende zeeën, zonlicht... Uit de bewegende beeldenzee doemt soms een beeld van de protagonisten op, om er al even gauw weer in opgezogen te worden. Zonder moeite associeer je dit 'decor' met de materiële 'buitenwereld' van boten, radars, gasop-slagplaatsen, havens... en de mentale 'binnenwereld' van het denken en voelen van de personages. Verder biedt het ook praktische mogelijkheden om het koor de scène te laten opkomen en verlaten. Op de voorgrond van deze werelden van de Hollander en Daland daalt soms ook een kleinere, poortvormige constructie naar beneden waarin Senta zich beweegt. De symboliek klopt weliswaar en hier worden ook de mooiste, interactieve beelden geproduceerd (wanneer de zangeres onder de poort staat, wordt ze gefilmd en die beelden worden synchroon geprojecteerd op de poortwanden), maar

toch is het neerdalende en opstijgende poortje te veel een gadget. Ook de bewegende handen achter de ramen van de constructie van Daland, eveneens gefilmd en meteen geprojecteerd, zijn overtollige spielereien. Het mantra van de traag draaiende cilinders met de vervloeiende beelden roept zo sterk verre einders én het noodlot op, dat alle andere bewegingen storende 'versieringen' worden. Dat geldt al helemaal voor het koor, waarvoor choreografen Adrienne Altenhaus en Fabian Galama allerlei kleine bewegingen uitdachten die door het groepseffect versterkt worden en samen een bewegende watermassa uitbeelden.

Temidden van de immer bewegende wereld, of dat nu de zee is of de dagelijkse 'nijverheid' en drukdoenerij van de thuishaven, is stilstaan een daad van revolte, een poging om te ontsnappen. De Hollander en Senta zijn dan ook erg statische personages, in tegenstelling tot Daland, die wat nodeloos over en weer loopt, en vooral tot Erik, die het grote gebaar niet schuwt om zijn gevoelens te demonstreren.

Intimiteit en intensiteit

Op de jammerlijke choreografie van het koor na bestaat de grote verdienste van deze regie erin dat ze de minimale actie in het verhaal en al wat onuitgesproken blijft in de tekst niet heeft aan- of ingevuld met acteurshandelingen, decorwissels, originele vondsten of andere verrassingen. Guy Cassiers heeft ten volle vertrouwd op

etcetera 101 ••• 55


Development and design by LETTERWERK