gers een 'dramatische motivatie' mee te geven. Die kan echter ook zijn: 'Zorg dat het publiek luistert naar de tekst en/of de muziek'. In de lijn van de Prousf-cyclus is de kans groot dat de vertolkers van
Misschien slaagden de zangers er bij de première -toen
Een stimulerende ruimte voor de muziek
Of is het toch vooral een kwestie van theateropvattingen? In zoverre de enscenering al niet meer gezien wordt als een manier om het operarepertoire op te smukken en/of de toeschouwer te 'animeren', moet ze blijkbaar toch een 'voorstelling' geven, een bepaalde analyse en representatie van de werkelijkheid. Net zoals in het theater gebruiken heel wat operaregisseurs het repertoire als vehikel om hun eigen visie op de scène te zetten. Daar is op zich niets mis mee, zolang die visie maar niet verward wordt met stokpaardjes en effecten. Een aantal theaterregisseurs stelt zich echter tot doel om de betekenis van een tekst niet zelf in te vullen, maar de toeschouwer maximale kansen te geven om de tekst te verbinden met zijn eigen ervaringen en zo betekenis te geven. Eerder dan een voorstelling te geven, creëert Cassiers een mentale ruimte waarin de tekst als mogelijkheid verschijnt. Via zintuiglijke impulsen stimuleert hij de verbeelding en het geheugen van de toeschouwer. Zo maakt elke toeschouwer in zekere zin zijn eigen voorstelling. In de opera ligt er naast de tekst ook een compositie op tafel. Muziek is eveneens een 'taal', een drager van mogelijke betekenissen. Tegelijk is muziek misschien wel de meest zintuiglijke van alle kunstvormen, en niets kan zoveel emotie overbrengen en opwekken als de menselijke stem. Waarom verliezen zoveel operaregisseurs zich dan in het illustreren van het -meestal erg dunne- verhaal? Waarom worden ze bovendien dikwijls geprezen omwille van hun 'verrassende' interpretaties? Waarom wordt van de regisseur eerder verwacht dat hij iets toevoegt aan de muziek dan dat hij er een stimulerende ruimte voor schept? Hoe dan ook is het merkwaardig te moeten vaststellen dat de twee operavoorstellingen waarin de regie me het meest stimuleerde om op een alerte manier naar de muziek te luisteren allebei geregisseerd werden door een 'theaterregisseur';
baar zo gefascineerd door de kracht van muziek, inzonderheid van de zangstem, dat ze niet alleen de tekst maar ook de muziek volop ruimte gaven.
Dat sterke vertrouwen in de kracht van taal en muziek, en in de verbeelding van de toeschouwer, stelt echter nieuwe eisen aan de zangers. Die zijn niet zozeer vertolkers van een personage dan wel bruggenbouwers tussen de scène en de zaal, tussen het repertoire en de toeschouwers. Je rol op deze manier vertolken is makkelijker gezegd dan gedaan. Zeker in de opera, waar de productieomstandigheden -korte repetitieprocessen, telkens andere casts en regisseurs- onderzoek en vernieuwing in een dialoog tussen zangers en regisseur niet bepaald ondersteunen.
Repertoire als uitnodiging om zich te 'verhouden'
In deze
Geen herkenning, confrontatie of identificatie. Wel een affectieve betrokkenheid die het bewustzijn aanscherpt. De 'intermedialiteit' die
1. Richard
2. Idem.
etcetera 101 •••
57
Publicatie Etcetera, 2006-04, jaargang 24, nummer 101, p. 58
Trefwoorden stimulerende • fliegende • holländer • muziek • proust • operaregisseurs • gedachtegoed • vertolkers • cassiers
Namen Antigona van Tommaso Traetta • De Munt • Eine Mittheilung • Fliegende Holländer • Freunde • Gerardjan Rijnders • Guy Cassiers • Marcel • Muziektheater Transparant • Proust • Senta en de Hollander • Wagner • Willem Bruis
Development and design by LETTERWERK