Archief Etcetera


Oefening in het denken. En luisteren



Oefening in het denken. En luisteren

Op 24 augustus vond in deSingel de jaarlijkse blikopener van het Theaterfestival plaats. Natuurlijk waren we er allemaal bij, want voor een paar welgemikte trappen tegen de schenen van de overheid en/of andere dwarsliggers vinden we altijd een gaatje in onze drukke agenda's. Maar viel dat even tegen! In de plaats van ons te trakteren op een vlammende mobiliseringsspeech, stuurde Guy Cassiers ons met een zalvend kluitje het riet in. Of dat was toch de gangbare perceptie.

Wie die gangbare perceptie in uitgeschreven vorm wil herbeleven, kan surfen naar de webstek van het Thea- terfestival en daarna De Morgen of De Standaard van 25 augustus er even bijnemen. De basso continuo van de analyses: een gebrek aan ‘megafoonkwaliteit' (lees De Standaard) en aan ‘durf en stellingname' (lees De Morgen). Toen Geert Van Der Speeten zijn interpretatie van het ge- beurde neerschreef, was hij duidelijk nog niet bekomen van de koude douche die hij de avond ervoor kreeg: ‘Van een State of the Union, de term zegt het zelf, verwacht je geen mijmering maar een publieke reflectie en een stand van zaken. Het is een megafoonmoment, een uitgelezen kans om een striemend pamflet te lanceren. Al meer dan vijftien jaar hanteert Het Theaterfestival deze formule, maar ze blijkt nu toch wel uitgehold.'

Dat er in Cassiers' showtje niet driftig op de tafel werd geklopt, is een terechte observatie. Maar deze State of the Union daar volledig op afrekenen, getuigt toch wel van een bijzonder mager setje criteria. Tegelijk is het bijna ironisch hoe de State of the Union-pretendent met de door hem gekozen aanpak precies weergeeft hoe uitgehold deze formule is. Alleen jammer dat daar een verkeerde oorzaak-gevolg-keten aan vastgeklonken wordt. De idee dat ‘publieke reflecties' en ‘standen van zaken' per defi- nitie in gekrijste of gejengelde vorm de wereld in moeten als ze hun impact niet willen missen, heeft sinds '68 negen levens. Minstens.

Perceptie is een hoogst individuele aangelegenheid, maar wat ik hoorde was een overpeinzing die wel dege- lijk zijn sporen naliet. Alleen was de zweep die Cassiers gebruikte van soepel leer, waardoor de klap in de lucht minder hard klinkt. Dit doet echter geen afbreuk aan de effectiviteit ervan. Misschien is het klappen van dit soort zweep niet bij iedereen bekend, of misschien werd gisteren wel ergens een klap gehoord maar wist men niet precies waar de zweep hing?

Maar er is nog hoop. Want als een geschenk uit de hemel daalden de ‘Toekomstscenario's voor de podi- umkunsten neer'. Deze utopieën in zakformaat waren alvast een stuk frisser en gewaagder dan het muffe, tweedehandse gezemel van een regisseur met burn-out- verschijnselen, aldus Geert Van Der Speeten en met hem nog een hoopje anderen.

Nogmaals, perceptie is zoiets particuliers... In het tijdsbestek dat ik nodig had om die 52 pagina's door te ploegen, las ik hoe het warm water keer op keer uitge- vonden werd. Het onderscheidende kenmerk was dat bij de ene de cruciale plotwending gepaard ging met meer kabaal dan bij de andere. Maar sinds wanneer fungeren de adjectieven ‘fris' en ‘gedurfd' als flitsende synonie- men voor een hoog aantal decibellen? We begrijpen nu in ieder geval wel waarom Cassiers' moment volgens een aantal aanwezigen getuigde van weinig visionaire over- tuigingskracht.

Mijn hypothese is dat dergelijke reacties op deze State of the Union symptomatisch zijn voor het toekomstdebat dat momenteel op het tipje van ieders tong ligt. De col- lectieve live versie daarvan moet voor mij nog komen, maar tijdens Dinsdag Dansdag kreeg ik al een voorproefje van enkele gedroomde vruchten die u hoogstwaar- schijnlijk opnieuw geserveerd werden. Deze smaakten niet allemaal even lekker. En veel heeft te maken met de zelfgenoegzame suikerlaag die er hier en daar kwistig overheen werd gekieperd alvorens de koopman ze luid- keels in je strot probeerde te rammen. De subtiliteit was dan ver te zoeken, want blijkbaar bestaat daar maar een kleine markt voor. Net zoals voor fijnzinnigheid, een blik die verder gaat dan de eigen kraam, en een kritische kijk op de eigen koopwaar.

Dat heeft Cassiers als geen ander begrepen en hij hield het logischerwijs liever bij vakkundig aaneengeregen narratiefjes. Hij weet dat, van zodra je in een publiek debat met de rode lap van de subsidiepolitiek zwaait, het grote gevaar erin bestaat dat je terugdondert naar het therapeutische niveau: daar waar alleen de grootte van je megafoon nog telt. Waarschijnlijk had hij daar al genoeg faliekant aflopende voorbeelden gezien en dacht hij: ‘Guy, je doet het goed, of je doet het niet.' Niet dus.

Dat was pas verfrissend! Dat was een bijzonder goed uitgekiende reflectie op de huidige stand van zaken. Gewoon zeggen dat je zelf eigenlijk niets meer te vertel- len hebt. Dat anderen het wel eens beter zouden kunnen weten. En dat er vooral niet meer geroepen moet worden. Want roepen is vermoeiend voor alle partijen en levert niets op dan oorpijn. Ja, zelfkennis kan het begin zijn van iets heel moois.


Development and design by LETTERWERK