Edito
het theater in de stad, het podium met permeabele wanden, het kunstencentrum als marktplaats: theaterarchitectuur kiest vandaag niet meer voor knusse exclusiviteit. Weg met de mondaine theaterbeleving van de hoogopgeleide middenklasser, theater is voor iedereen. Niemand spendeert nog uren aan het uitkiezen van zijn garderobe om in een rijkelijk versierde foyer het spel van kijken en bekeken worden te spelen, of het zou die ene koppige operaganger moeten zijn bij een première in de
de sociale functie van het theater is dus lichtelijk herschreven. Het theater was altijd al een plek van ontmoeting, en theatergebouwen waren er op gericht deze ontmoeting zo duidelijk mogelijk te reguleren en te choreograferen. In glamoureuzere tijden begon de voorstelling al lang voor je de werkelijke theaterruimte binnenstapte, in een flamboyant steekspel van sociale etiquette en gekruiste blikken. Maar dit theater concentreerde zich wel, ruimtelijk, rond
de zaal waar de uiteindelijke voorstelling zou plaatsvinden. Vandaag nodigt de theaterruimte uit tot een heel ander gebruik. Van de klassieke foyer is in de meeste theaters niet veel meer over. De antechambre van het theater is verdwenen als sluis tussen het straatleven en het ‘werkelijke' theater. Meestal is ze vervangen door de veel wereldsere plek van het café of de cafetaria. Hier wordt in de meeste gevallen geen verschil meer gemaakt tussen de theaterganger en de toevallige tooghanger. En er wordt hard gewerkt om de laatste restjes ‘exclusiviteit' van de theatrale beleving af te schrapen.
met andere woorden: het theater is vanonder zijn stolp gekropen. De
de ‘schuimconditie' is het misschien inderdaad tijd om de zeepbel van het theater te verlaten, en te gaan kijken op welke manier deze theaterbel communiceert met de omliggende ruimtes.
dit is een onderzoek dat
© David Bergé, uit de reeks: Theatergoers,
plekken die uitnodigen tot subversief gedrag, tot het in vraag stellen van de dagelijkse orde. We kijken naar de problematische invulling van het begrip ‘polyvalente ruimte' in artistieke creatie, en naar het al even dogmatische adagio van de ‘creatieve stad'. Of met andere woorden, we gaan op zoek naar de manier waarop ruimte, en de compositie van ruimte, onze handelingen choreografeert en performatief maakt.
volgens filosoof
meer dan een intuïtieve stolling van een proces in volle beweging. Het is deze beweging die in het gebruik van het gebouw wordt doorgezet, en iedere keer weer een andere perceptie oplevert van de omgeving waarin je je bevindt. De virtualiteit van de ruimte zit dus verborgen in de beweging van de gebruiker, die een constante toeschouwer is van zijn omgeving. Het is een ruimte die iedere keer weer een andere beleving mogelijk maakt.
een project dat op het vlak van ‘beweeglijkheid'
nog steeds bijzonder radicaal lijkt is het
Het maakt elk van zijn bewoners tot de performer van zijn eigen leven. De constructies waren ook, hoog in de lucht en opgetrokken uit glas, poppenkasten, theaters van het leven. Alleen werden er geen toeschouwers voorzien aan de buitenkant. New Babylon torende heel alleen uit boven het allesverbindende verkeersnetwerk.
in deze
In de ‘schuimconditie' is het misschien tijd om de zeepbel van het theater te verlaten, en te gaan kijken op welke manier deze theaterbel communiceert met de
Auteur Elke Van Campenhout
Publicatie Etcetera, 2007-02, jaargang 25, nummer 105, p. 04-05
Trefwoorden constante • communiceert • choreografeert • theaterbel • wanden • zeepbel • buitenwereld • exclusiviteit • theaterarchitectuur • beweging
Namen Berlijnse • Brian Massumi • Brussel • Constant • Duitse • Etcetera • Hedendaagse • Munt • Peter Sloterdijk • Schuim • Vienna • Vlaanderen • ‘New Babylon'
Development and design by LETTERWERK