The Theatre
© beelden
Naar het theater gaan was oorspronkelijk een publieke activiteit ingebed in een publieke ruimte. Theater was drama en verhaal, maar net zo goed de uitgelezen plek voor socio-politieke uitwisseling. Het was een activiteit die verschillen in de maatschappij provoceerde, niet door een vorm van directe kritiek maar door het gebruik van allegorieën. Vandaag is theater gesitueerd in de privésfeer, en bijgevolg ontplooit het zich nu louter in
de private ruimte. Het is zijn potentieel tot werkelijke uitwisseling kwijtgespeeld. Publieksparticipatie zou een substituut moeten zijn voor de eens actief geëngageerde toeschouwer, die vandaag afwezig blijkt. Wat is er gebeurd met het theater? Is het zijn wezenlijke specificiteit verloren om een plek te worden waar individuen aan processen van subjectificatie deelnemen en hierin tot uitwisseling komen?
Het project The Theatre, dat uitgaat van het
getrokken en onderhouden wordt als een performance binnen de gebruikelijke normen voor performancebudgetten. Het fundamentele idee is om alles dat in het theater geen theater is, te veranderen en daartoe te beginnen met haar meest algemene kenmerken: het gebouw, de site. Het voltooide gebouw, met een podium van
12 op 12 meter, dat zich leent tot een uiterst flexibele ruimtelijke opstelling, zal aangeboden worden aan een groep curatoren en kunstenaars die het kunnen bezetten met een programma naar keuze, dat gedurende een periode van drie jaar zal toeren. Het proces zelf zal functioneren als een soort van open source architectuur, waaraan momenteel zowat dertig verschillende groepen en individuen deelnemen, afkomstig uit het veld van de architectuur, de performancekunsten, de visuele kunsten, de theorie, maar ook uit andere domeinen. Allen werden ze op langetermijnbasis geëngageerd om het gebouw te conceptualiseren, te construeren en effectief op te trekken. Het bouwproces fungeert als een universiteit in progress; als een grootschalige workshop waarin onderzoek centraal staat; als een plaats voor kennisproductie en als een performance waarin het publiek wordt uitgenodigd niet aan de zijlijn te blijven. De
eerste initiële manifestatie van het project zal in opdracht van
het kopenhagen syndroom • In november 2001 werd het startsein gegeven voor de constructie van het operagebouw in
ze exuberante architecturale ambities legitimeren in naam van het promoten van culturele activiteiten. Dus, wat betekenen een ‘luttele' 350 miljoen euro? Het operagebouw van
© foto's:
noch artistieke staf meegerekend). Hierdoor zou de
parthenonperformance/sunsetarchitecture • Hoe vaak moet je het
Eerst bouwen we bouwsels en dan beginnen zij ons te construeren. Neem bijvoorbeeld het theater: wat we ervaren wanneer we naar het theater gaan, is een volkomen gecontroleerde situatie. Wij, als publiek, performen onszelf, gestuurd door conventionele protocollen: de kunstenaars op het podium zijn professionelen die zich een bepaalde situatie eigen maken door ze gedurende maanden te hebben gerepeteerd, en technologie is alomtegenwoordig om te verzekeren dat de ervaring gehomogeniseerd wordt. Dit is het breekpunt waar architecturale strategieën – die zich fundamenteel met de concepten der controle verknopen – en theater als operatie elkaar ontmoeten. Deze ‘opzet' heeft gedurende de geschiedenis zowel
in dienst gestaan van de architectuur als van het theater, door het produceren van specifieke situaties van controle die aangepast kunnen worden al naargelang het verschillende politieke, economische of culturele doel. De andere kant van de medaille is natuurlijk dat ze de multipele manieren van ‘samen zijn' hebben geneutraliseerd.
Indien we traditionele definities van architectuur hanteren, namelijk als de wetenschap van het ontwerpen van gebouwen en structuren, gaande van het macroniveau van stadsplanning tot het microniveau van meubelontwerp, dan kunnen we het organiseren van een temporeel evenement niet als architectuur bestempelen. Maar als we architectuur vanuit een breder blikveld benaderen, dan kunnen we architecturale concepten poneren die de eindigheid van structuur destabiliseren en de gelegenheden van het ‘labelen' ondermijnen. We zouden als tegengewicht dus een platform kunnen creëren dat als het ware boven de modulaire structuur zweeft en dat zich telkens weer opnieuw reconstrueert: een architectuur die verschillende modellen van productie en behoud suggereert, gebaseerd op sociale interactie en uitwisseling. Als tegengewicht stellen we dus een architectuur van de verandering voor, een architectuur die eerder wordt geproduceerd door protocollen van performativiteit dan door ideeën van permanentie, de bouwsite als een niet aflatende manifestatie, die voortdurend verschuift en zich aanpast aan verschillende noden en verlangens. Een theater dat opgetrokken wordt uit alledaagse materialen die eenvoudig verwijderd, gealtereerd en getransformeerd kunnen worden in een myriade aan configuraties. Het materiaal van evenementen, constructiesites, mobiliteit, rampen, vieringen, wimpels, confettibommen, flyers, rookmachines, invitaties, schuim, vuurwerk.
Het
Auteur Tor Lindstrand
Publicatie Etcetera, 2007-02, jaargang 25, nummer 105, p. 35-36
Trefwoorden architectuur • architecturale • international • deense • kopenhagen • uitwisseling • potentieel • performancekunsten • proactieve
Namen Coke • Deense • Emma Sidgwick • Graz • International Festival • Kopenhagen • Mårten Spångberg • Olympische Spelen • Parthenon • Siciliaans Perlatinomarmer • Steirischer Herbst • The Theatre – Of • The Theatre-project • Tor Lindstrand
Development and design by LETTERWERK