Archief Etcetera


Ogen in je vingers



Ogen in je vingers

ogen in je vingers | familievoorstelling voor iedereen 10 j Personages:

Vrouw. Man ( draagt een poezenvel) Dekor: Een U-vormige wand van zeven immense kasten, met lades, luikjes, deuren die open en dicht kunnen. In het midden staat de Zetelman: een grote fauteuil, waarop de vrouw een hoofd en twee armen heeft bevestigd.

Schemerlicht . Vrouw: (slechtziend, is in haar keuken/labo aan het koken, brouwen) Poes :(ligt op een van de kasten, kijkt toe)

Vrouw Ik heb een elektrische schaaf, een boormachine, beitels. Scalpels. Pincetten. Injectienaalden. Scharen, tangen, zagen in alle vormen en maten. Computers, elektronische instrumenten met laserstralen. Ik ben een moderne heks. Een Heavy metal madam. Voor mij geen houten toverstokje. Geef mij maar metaal, puur staal waarin de mens zich kan spiegelen. Mijn leven is een sprookje. Ik heb niemand nodig. De mensen hebben mij nodig voor hun sprookje. ... ‘En ze leefden nog lang en gelukkig,' awel, daarvoor moet je bij mij zijn. Ik kan iedereen gelukkig maken. Jullie ook. Als ik wil. Niet iedereen verdient het om gelukkig te zijn. Knutselen, knippen, plakken, boetseren. Ik heb dat altijd graag gedaan. Elk mens is een cadeautje. Als je geboren wordt zitten alle stukjes, deeltjes in een zakje van huid, de navelstreng is een mooie bloederige strik rond het cadeau dat zich in de komende jaren zal uitpakken, zal groeien, (kijkt in de zaal) mooier worden...of lelijker.

Is het een slim cadeau? Is het snel, populair, kan het een beetje mee op school? Is het een fijne verrassing, of iets waarvoor we ons schamen, iets dat we liever in een donkere kast laten staan? Teruggeven kan niet meer. Bijschaven wel! (Tegen de zetelman:) Jij bent het grootste cadeau van mijn leven. Je zeurt niet, klaagt niet, je bent lekker warm, zacht, je hoeft niet naar ‘t voetballen te kijken, we doen neussie neussie als ik dat wil....

Poes: Ze doen aan schuimrubberseks. Vrouw: Ja, jullie mogen dat gerust weten. Mijn zetelman kriebelt me, kust me, knevelt me. We spelen alle romantische films na. Soms vind ik een pluisje wol in mijn onderbroek, een stukje schuimrubber in mijn beha. Ik heb een zwijgend lief,



die er altijd voor me is. Hij plooit zich in alle naadjes, hij is trouwer dan wie dan ook. Mijn grote liefde, hij ruikt naar mij en naar niemand anders. Hij wacht, lacht, al word ik stekeblind, het kan hem niet schelen. Wat je niet krijgt in het leven, dat maak je het beste zelf. De mooiste cadeau's, dat zijn de dingen die je jezelf geeft

(naar de keuken, schenkt melk op een schoteltje)

Poes: Ik zou liever een cadeautje krijgen. Het liefst een warme verrassing. Met zachte lippen, die het paadje op mijn rug kussen. Een adem, die naar snoepjes ruikt, die onzichtbare liefdesbrieven op mijn buik schrijft. Ik wil een Grote Mensengeschenk met fluwelen vingers: mini danseressen die een tango dansen over mijn hele lijf. Ik droom over een cadeau dat in mijn hoofd past, maar ook in mijn hart, én in mijn armen. Niet te groot, niet te klein, zoiets als....

Vrouw: Kom maar mijn lieveke. Allez! Poes: (springt van de kast, drinkt schoteltje leeg, schurkt tegen de vrouw aan, geeft haar kopjes)

Vrouw (zoekt en streelt de poes) Stinker. Alsof je uit een nest vuilniszakken komt. Adem es uit? Jongens toch...(tegen publiek) Dit is zwerfvuil, een wilde kat die niemand wil. Geen manieren, maar wel vlooien, kale plekken. Hij heet Cabillaud Surgelé, dat staat er op zijn halsbandje. D'r hangt geen belletje aan. Nooit moeders mooiste geweest, hè mon chèr? (duwt de poes weg) Ik hou niet van lelijke dingen. Lelijke dingen moesten ze verbieden. Van lelijke dingen wordt ik chagrijnig. Slecht gezind. Hazenlippen. Lippiercings. Paardenkalenders. Kurken schoenen. Kale mannen met baarden. Spiegelzonnebrillen. Teletubbies. Witte sokken in mocassins, dat is altijd fout. Kinderen met flaporen, en binnen –en buitenboord beugels, van die orthodontische apparatuur rond hun gele paardentanden, schele ogen. Spillebenen, X benen, O –benen, dikke kinderen gekleed in massa's vetrollen.

Nee, dikke kinderen zijn leuk. Bejaarden met loopneuzen en looprekken, hun gezichten verborgen onder flapperend vel. Met van dat geel grijs haar in vieze kluwen. Vrouwen met borsten tot hier, en billen tot daar. Waar je iets aan kunt doen, doet daar dan iets aan. Een tuin vol onkruid, die ga je wieden! De vuilniszakken, die zet je buiten, of is er hier iemand die het afval in zijn woonkamer bijhoudt? (kijkt in de zaal)

Neem nou kinderen met ...flaporen. Kinderen met flaporen zijn ongelukkige kinderen. Dat wordt gepest, uitgejouwd. Awel, doet daar iets aan. Een flapooroperatie. Hoe dat gaat? Kom es hier, Cabillaud.

Poes: (naar vrouw, legt zijn hoofd op haar schoot)

Vrouw:

1) De spuit. Lokaal verdoven. De patiënt voelt niks. 2) Met een vlijmscherp mes ...een snee achter het oor.. 3) We trekken het kraakbeen op de juiste plek. Soms snijden we een stukje oor weg. 4)Vastzetten.(spuwt achter het oor) Je hebt misschien even een gezwollen blauw oor. Je draagt een paar dagen een soort tulband, maar dan heb je voor de rest van je leven een paar prachtige oren waarin iedereen lieve woordjes en complimenten zal fluisteren. (staat op, naar het publiek) Is er hier iemand die graag iets veranderd wil hebben aan zijn lichaam, iets weg, iets erbij? Kleed je maar uit, kom naar me toe. Neem wel je spaarvarkentje mee. (kijkt rond, wacht. Als er niemand komt verstijft ze, langzaam maar volledig, valt als een plank op de zetel) Massage! Massage.....

Poes: (vanaf de ‘keuken' etend van een blik kattenvoer )Je bent mooi. Lief. Je ruikt heerlijk vandaag. Je bent zo...slim, snel. Alles wat jij aanraakt wordt mooier, alles wat



jij aanraakt wordt goud. Op jouw bankrekening. Je straalt, en fonkelt, op de plaats van je hart zit er een zon . Alle mensen gaan spontaan zonnebaden bij jou in de buurt. Je ogen glinsteren, als verse regendruppels. Als dikke lenzen van de Hubble telescoop. Als een vuurwerk met oud en nieuw. Als golven van de zee. Nu wil ik een streelke!

Vrouw: (legt doekje over haar hoofd) Zeg, streel jezelf hè, dat doe ik ook. Poes: (tegen het publiek) Ze zàl me aanraken, let maar op. Stomme trut! Harige

heks. Baasspeelster. Bestweter. Vrouw: Het is wel betweter!

Poes: Bloedzuiger. Slangenwijf met je kille reptielenkop. Vampier met je messen, pincetten, scalpels. Diepvrieskip.

Vrouw: Diepvrieskip?

Poes: Scharminkel. Schijtluis. Halfblinde zombie! Spuuglelijk spook.

Vrouw: (achtervolgt de man, met het doekje over haar hoofd, grommend)

Poes: (laat zich pakken)

Vrouw: (begint de man te slaan)

Poes: Ik had gelijk, hè, ze heeft me aangeraakt.

Vrouw: (Slaat hem met doekje. Stopt hem in de kast)

Poes: (doet eerst een poezenparodie, schuift het luikje van de kast open) Jouw handen kunnen niet strelen, ze kunnen alleen maar snijden, verbeteren, corrigeren!

Vrouw: (Ze verzekert zich ervan dat ze alleen is. Raakt heel behoedzaam haar lichaam op verschillende plaatsen aan. Per aanraking horen we een keihard geluid van een instrument dat gebruikt wordt bij plastische of andere chirurgie. Ze herstelt zich, loopt naar de keuken, doet schort af, lippenstift op, haar goed)

Als je geboren wordt, dan knipt de dokter de navelstreng door. In mijn navelstreng zat een briefje. Mijn moeder maakte het open: Hoera! Gefeliciteerd. U heeft zojuist een wonderkind gebaard. Zij zal de wereld veranderen. Bedankt voor het lenen van uw buik. Ps: U mag er gerust nog baby's bijmaken, maar dit is het enige wonderkind dat we hebben. Niemand wist van wie dat briefje was, dus mijn moeder kon ook geen briefje terug sturen. Ik krijg elke dag tonnen post. Fanmail. Bedankbrieven. Brieven van eenzame mensen die smeken om geopereerd te worden of brieven van beroemdheden die smeken om hun operatie geheim te houden.

Poes: Maar nooit es een huwelijksaanzoek.

Vrouw: (Ze neemt haar handtas, pakt een botje, een stukje vel, wat schaafsel, haar, een stukje lichaam van iemand die bij de vrouw plastische chirurgie ondergaan heeft) Hier, de neus van Kristel van K3 moest een beetje bijgebeiteld. En maar glimlachen naar iedereen. Nu valt het iets minder op dat zij d'r neus overal insteekt. (toont een soort slurfje) Phallus impudicus. Het slurfje van Belle Perez. Belle was vroeger een man, dat had je niet gedacht hè?



Dit is snor van één van de juffen van jouw school... Kijk maar eens goed rond, je ziet er niks meer van. Hier. Het vliegtuigticket naar Neverland. Dat is waar Michaël Jackson woont, hè. Met zijn olifanten, en giraffen, houdt die eigenlijk ook van poezen? Michaël wilde zijn gezicht bijgewerkt door een professional in plaats van die prutsers. Maar door dat proces is dat er allemaal niet van gekomen. Hij zal me wel weer bellen. Voilà (toont twee eileiders aan een baarmoeder) De 80-jarige eileiders en baarmoeder van barones van Bindsbergen. Ik heb die oude prullen er uitgehaald, een vers stelletje erin, deze oma een straffe hormonenkuur gegeven. We hebben een bevruchte eicel uit de diepvries gehaald én geplaatst.

Poes: Resultaat:

Vrouw: Dat zal ik zélf wel vertellen. Resultaat: Cindy..... Lindsay en Kimberly zitten nu in de kleuterklas en de barones in het bejaardentehuis. (vindt een zakje met de advertentie van Geoffrey, stopt die weg)

Poes: Da's héél zielig voor die drieling Vrouw: Hoe worden de kindjes gemaakt? Poes: Geen papa, en zo'n mama (speelt een bibberend oudje na)

Vrouw: Hoe worden de kindjes gemaakt? Hoe hebben ze jullie dat geleerd? Mannetje, vrouwtje. Zaadje eitje, een beetje goochelen en gymnastieken met lichaamsdelen ... Moeizaam. Onhygiënisch. Ouderwets! Bij mij kan je een baby bestellen zonder al die toestanden. (vraag aan het publiek) Wat wil jij? Een jongen of ‘n meisje? Met of zonder papa? Geen probleem. Over een paar jaar hebben we helemaal geen papa's meer nodig. Stel je voor, een wereld zonder jongens. Ik kan ervoor zorgen dat jij (wijst een meisje van 8 aan,) een wolk van een kind baart. Moeders van 8 of 80, ik doe ze allebei.

Poes: (pakt de verstopte advertentie) Man, 22 jr, eerlijk karakter, lengte: 1.53 m, borstomvang: 64 cm. Hangbuik, zweetvoeten, zoek vrw vr romantische avondjes en mss. meer.

Vrouw: Nee, ik wil niet over Geoffrey praten. Poes: Man, 22 jr, eerlijk, lengte 1.53 Vrouw: Ik wil niet over Geoffrey praten. Niet nu. Poes: 22 jaar, hangbuik, zweetvoeten

Vrouw: Ja, stop maar, dat was de advertentie van Geoffrey van de Moortele. Mottige Geoffrey, dacht ik, toen ik hem voor het eerst ontmoette, maar ook: Ik ga die helpen! Het was een lieve mens.

Poes: Zij heeft van dat scharminkel een echte vent gemaakt. Dat was véél werk aan.

Vrouw: Hij was mijn pronkstuk, mijn visitekaartje: 2 meter lang. Boomstammen van benen heb ik hem gegeven. Zo'n borstkas, zo'n buik. Zijn miezerig ros haar verving ik door een bos blonde manen.



Poes: Dat haar was nog altijd miezerig. Vrouw: Hij had tenminste geen kale plekken, zoals jij. Alle vrouwen keken jaloers naar mij als we over straat liepen. Wij liepen eigenlijk niet, we zweefden. D'r was een tovercirkel om ons heen. Een stralende zon. Dat was Geoffrey. Overal waar hij kwam begon alles te glanzen. Niemand had het koud met Geoffrey in de buurt. De vogels floten, de bomen veranderden hun blaadjes in bloemen. Overal liet hij een lekkere geur achter, een zalig briesje. Geoffrey aanbad mij. Uit dankbaarheid gaf hij me per dag 5 massages, hij kookte voor ons. Ik hoefde niks te doen, alleen maar in zijn schoot liggen. Overal vond ik papieren bootjes. Als je die openvouwde, dan stond daar een gedicht op. Die gingen allemaal over mij. Kleine bewonderbriefjes ondertekend door Geoffrey X. Wij hadden geen wekker. Geoffrey maakte mij ' s ochtends wakker met een regen van kusjes.

Poes: En toen? Vertel verder.

Vrouw: Maar op een dag liep Sabrina over straat. Ik zag ze aankomen, aan de overkant. Ze keek naar Geoffrey en hij keek naar haar, op een manier... Het was alsof het in een keer winter werd. IJskoud kreeg ik het. Het is voorbij tussen Geoffrey en mij, dacht ik. De tovercirkel was weg, zo voelde dat.

Poes: En dat was ook zo. Geoffrey ging mee met Sabrina. Eerst was hij een van de modellen in haar castingbureau. Maar van bureau naar ‘t bed was niet zo ver.

Vrouw: Ik was Geoffrey kwijt. Ik heb 3 maand in de kast gezeten, zonder eten, drinken.

Poes: Op een dag werd er geklopt. Vrouw: Hou op.

Poes: Ophouden? Ah nee, Geoffrey hield niet op. Hij klopte op de deur. Bleef kloppen.

Vrouw: Ik deed niet open.

Poes: Het is Geoffrey, hier. “Sabrina vindt mijn borstkas nog niet breed genoeg. Kun je me nog één keertje helpen?” Hij keek zo lief, zo zielig. “Ik zal je helpen,” zei ze, maar ze dacht, “ik zal je terug krijgen.” Ze spoot hem vol. Een maand later, hetzelfde liedje. Geoffrey knielde, smeekte op zijn blote knieën. Hij huilde: “Sabrina vindt mijn borstkas nog steeds te plat.” Ze gaf hem nog een spuitje.

En nog eens, En nog eens. Sabrina was nooit tevreden. “Kun je me nog één keertje helpen?” Nog een spuitje. Nog ééntje.Elke keer als ie dat zei pakte die haar vast. Ze smolt voor hem. Gaf hem zijn spuitje.Op het laatst kon hij bijna de deur niet meer door. Hij was een Tarzan geworden, een reuzenbodybuilder. Hij kwam niet voor haar, maar voor Sabrina die een steeds bredere borstkas wilde om tegenaan te leunen. Dat deed zo'n pijn.Hoe groter en breder Geoffrey werd, hoe groter haar pijn.“Nog een spuitje. Nog ééntje.” “Geoffrey, je moet stoppen, trop is teveel, dat blijft niet goed gaan. Het is gevaarlijk” Geoffrey luisterde niet, hij wou Sabrina niet verliezen. Dus zorgde zij ervoor dat Sabrina Geoffrey verloor. Ze gaf hem een laatste spuitje..Geoffrey ontplofte. Heel haar huis hing vol met flarden Geoffrey. Overal stukjes vel. Bloed. Zijn blonde haar hing aan de kroonluchter. Ze liet een schoonmaakbedrijf het zaakje opkuisen. Twee weken hebben die nodig gehad. Ze vond later toch nog een piep-



klein velletje. Een stukje Geoffrey. Een klein stukje van die grote mens. Ze heeft dat in een doosje gestopt en begraven onder haar zetel. Ze heeft Vergeet Me Nietjes gezaaid. In de lente bloeit er een blauw hart rond Geoffrey's graf. (haalt een stapel borden uit de keuken, plaatst die in een kast)

Vrouw: (verstijft, bevriest van verdriet tijdens dit verhaal)

Poes(veegt een traan van haar wang, tilt haar op, neemt haar als een plank onder zijn arm, brengt haar naar de kast, laat haar binnen gaan)

Vrouw: (schreeuwt) Kill Sabrina. Kill, kill. (gooit het servies aan diggelen, komt er ten slotte helemaal fris en volledig ontspannen uit. Streelt de rug van de poes) Dankjewel poes.

Poes (Geniet. Poes zet een dans in, haalt de vrouw over om mee te dansen, ze genieten. De dans eindigt in een intieme houding. Na een tijdje duwt de vrouw hem ruw weg. Poes vertrekt beledigd)

Vrouw: Wij mensen, wij stammen af van de apen, maar geef toe, sommige mensen waren beter een aap gebleven. Als mens hebben we d'r niet veel aan. (gaat naar haar keuken,er komen immense wolken rook uit haar microgolfoven ze pakt er de bruine fles toverdrank uit.)

Met dit middeltje draai ik alles, de hele evolutie terug. Als je de hele fles leeg drinkt, dan versteen je. Een paar druppels, een maandlang: je wordt een zwarte tor. Tien druppels: een vette rat. Vijftien druppels: een fretje. Hiermee wordt de mens weer beest. Denk je eens in, van je grootste concurrent of vijand maak je een tam huisdier. Sabrina wordt een slak die ik onder mijn hak vertrap. De wereld zal opkijken van mijn uitvinding. Mensen applaudisseren, politici, koningen, presidenten staan voor mijn deur te dringen...(pauze)

Waarom belt niemand me meer! Waar is de telefoon, ik zal ze bellen, al die beroemdheden die ik onder het mes had. Al die sukkels, ze kunnen vast wel weer een operatietje gebruiken, waar is dat ding! Ze moeten me bellen, anders zal ik hun operatierestjes tonen aan de krant.Ik zal iedereen op het journaal vertellen dat ze helemaal niet zo mooi zijn als ze d'ruit zien.

(Lacht, loopt rond, zoekt geïrriteerd de telefoon, gooit dingen om, struikelt, valt omdat ze niet ziet waar ze loopt. Ze wordt kwader en kwader, begint te huilen, zoekt ten slotte troost bij de zetelman, waar het drankje ook achterblijft)

Poes: (ziet de vrouw, komt uit de kast, nadert, plaats overal papieren bootjes, ook een op haar schoot) Vrouw: Blijf met je poten van me af. Ik wil een massage. Poes: Een vrolijke of 'n zielige massage? Vrouw: Zielig, héél zielig.

Poes:Er was eens een koe die enorme last had van diarree. Vrouw: Die ken ik al. Ik wil een ander verhaaltje Poes: (denkt na) Er was eens een jongetje met een draak op zijn hoofd . Vrouw: Zo'n echte vlammenwerper?

Poes: Het was eigenlijk een afdruk van een draak die in zijn gezicht stond. Het jongetje was een weeskind. Alle weesjes zijn zielig, maar Jefke was dubbelop zielig.



Hij was wees én bijzonder vreemd: soms verschenen er woordjes op zijn huid. Vrouw: Dermographia. Netelroosschrift! Een boeiende huidziekte.

Poes: Als je Jefs arm of buik streelde, dan voelde je die woorden. Iedereen vond dat vies en raar. Vooral zijn vader en moeder; die trouwens veel dingen vies en raar vonden. Alles wat hen niet aanstond, veegden ze in stilte onder hun Oosters tapijt met draken in de woonkamer. Vies Jefke moest ook uit zicht, onder het tapijt. Gordijnen, rolluiken dicht, niks aan het handje.

Als er ooit iemand op bezoek zou komen, en die zou een hoekje van het tapijt optillen, dan hoorde die van alles: “Laat me d'ruit. Je ne veux plus. “Waar is de uitgang?” “Het is hier veel te warm, te donker, te kriebelig.” “Waar is mijn mama?' Dat was het stemmetje van Jefke.Jefke zat gevangen onder het tapijt, tussen vijf spinnen, een strontvlieg, een bedelaar, een neuspeuteraar, een terrorist met een mitterailleur, een zwerver met blaren aan zijn voeten waarvan zijn moeder zei

dat dat wel eens aids kon zijn. Er woonde ook een familie kakkerlakken, en een paar vreemdelingen die worstjes braadden op een klein houtvuurtje en die liedjes zongen die niemand verstond. Elke dag stopte de ouders van Jef nieuwe personen of dingen die hen niet aanstonden onder het Oosters tapijt. De bult groeide en groeide van al die mensen. En op een dag werd de bult een berg die de ouders tegen het plafond knelde. Vaster en vaster. Ze riepen nog: ‘viezerik, we gaan jou een lesje leren, jij hoort hier niet... (verstikkings -en sterfgeluiden) Na een week kroop Jefke met veel moeite onder het tapijt uit. Hij krabde aan zijn hoofd en voelde een draak, de drakenprint van het tapijt. Hij keek omhoog en zag zijn papa en mama helemaal geplet: een grote rode vlek op het plafond.

Vrouw: En hoe liep het af met ons zielig weesje?

Poes: Hij trok de wijde wereld in met die drakenprint op zijn kop en allemaal trieste woorden op zijn vel. Jef ging op zoek naar iemand die hem lief vond. Iemand die zijn lichaam wou lezen, die niet bang was van die draken en die geheimzinnige woorden op zijn lijf. Niemand wou hem. Hij werd triest, zo, zo vréselijk verdrietig...

Vrouw: ...dat hij van een hoge flat sprong. Nee, hij ging naar Afrika, daar kunnen de meeste mensen toch niet lezen. Nee. Jef verdween in de jungle, om bij de dieren te gaan wonen, die kunnen ook niet lezen.

Poes: (af)

Vrouw: Niet boos worden. Jij bent een hele slimme poes. Je stinkt een klein beetje, maar...volgens mij kan je lezen en schrijven, en...Cabillaud, kom terug! Alsjeblieft

Poes: (komt door het luik gekropen, trekt achter zich aan een hele sleep van potjes, allemaal aan elkaar verbonden door een touw)

Vrouw: (bekijkt de poes)

Poes: Jefke verzamelde lachjes. In potjes. Van over de hele wereld. Als hij zich ellendig voelt, dan doet hij een potje open, en nog een en nog een. Net zolang tot hij weer blij is, en kan lachen. (houdt verschillende potjes aan het oor van de vrouw. Ze schiet in de lach, glimlacht, schaterlacht om de verschillende lachjes) Dit is zijn eigen lachje, toen hij net op reis was.(laat een droevig lachje horen)



Vrouw: Ken jij Jef? Poes: Ik vond deze verzameling op de vuilnisbelt. Misschien heeft Jef iemand gevon-

den die hem leuk vindt. Misschien heeft hij zijn lachjesverzameling niet meer nodig. Vrouw:Misschien is ie wel dood? Poes: Dat denk ik niet Vrouw: Laat hem maar eens langs komen, dan zal ik hem onderzoeken.

Poes: Streelke? (raakt met zijn blote arm haar hand aan. De vrouw voelt mensenhuid.) Vrouw: (krijst) Ga weg. Vies ventje. Uit mijn buurt. Poes: Ik ben geen vies ventje, ik ruik lekker. Vrouw: Ik wil een kat

Poes: Ik wil geen kat meer spelen, ik ben een mens. Vrouw: Waar is je jas Poes: In de wasserette Vrouw: Ik heb liever een stinkende kat dan een man die lekker ruikt. Ga weg Poes: Nee! Wil je mij lezen?

Vrouw: Je weet best dat mijn ogen veel te slecht zijn! Man: Stop je ogen dan maar in je vingers. Ogen dicht. Poriën open. Die miljoenen kleine gaatjes in je huid, zijn je ogen. Lees mij?

Vrouw (nadert aarzelend, voelt rondom zijn rug, spelt) Ik ....zie u...graag Poes: (omhelst de vrouw, tilt haar op, drukt haar tegen zich aan) Vrouw:(twijfelt, geniet. Kan deze intimiteit niet aan. Rukt zich los, verdwijnt in de kast)

Poes: Niemand wil mij. Ik ben een restjesmens. ' s Nachts als de rupsen tegen elkaar kruipen, als de slakken hun huisje opzoeken, en de bladeren met elkaar fluisteren, dan sjok ik over straat. Ik heb geen huisje. Ik sluip in het donker langs de huizen waar kinderen geknuffeld worden. Naast hun bed een lampje, zo'n lachende maan. Papa of mama vertelt een verhaal, het kind valt in slaap en droomt dat verhaaltje verder. Niemand vertelt mij een verhaal. Niemand stopt mij onder.

Ik heb geen bed, geen dromen, geen geel maantje dat lacht. Ik slaap in een kartonnen doos waarop met grote drukletters staat: Cabillaud Surgelé. Diepgevroren Kabeljauw. Soms slaap ik in een afvalcontainer. De vuilniszakken zijn mijn matras. Ik heb geen honger. Elke vuilnisbak zit voor 3⁄4 vol met eten. Ik eet wat jij weggooit. Ik draag de kleren die jij ouderwets vindt. Ik ben een restjesmens. Restjesmensen die blijven alleen. Als ik in de vuilnisbakken zoek, dan lopen de mensen weg, ze schudden hun hoofd. Ik wil geen hoofdschuddende mensen meer zien.



Tegenwoordig eet ik ondersteboven. De mensen zien alleen twee benen uit een container steken. Vroeger was ik vies van vuilnisbakken. Ik bedelde. De mensen liepen door. Ze hielden niet van een jongen met woordjes op zijn vel. Ik zette mijn kabeljauwdoos in elkaar en schreef op de bodem: Waarom geeft u niks?

Vrouw (hier op, geluidloos luistert ze naar het verhaal)

Poes: Ik hoopte dat dat zinnetje in hun hoofd bleef hangen, dat ik op die manier bij hen bleef. Ik kreeg het koud van alle voorbijgangers die niks gaven. Ik miste mijn ouders ook al hadden ze me onder het tapijt weggestoken.

Toen de drakenprint wegtrok van mijn hoofd ging ik op reis. Naar warme landen. Ik wou niet meer Jefke zijn. Voortaan heette ik Cabillaud Surgelé. Ik heb de wereld gezien, geroken. Stenen geketst over de Zambesirivier.Ik heb geskated over Afrikaanse regenbogen, giraffen leenden hun nekken als glijbaan.Ik heb uren gevolksdanst met dromedarissen, schreef poëzie, een ode aan de poolnacht met hordes pinguïns, heb karaoke gezongen met oerang oetans.

Geen enkel dier stoorde zich aan de woorden op mijn huid. De woorden die de dingen vertelden die ik niet kon zeggen. Onderweg verzamelde ik lachjes, voor als ik triest was. Op een nacht sliep ik op het strand bij Wai kiki beach Er vloog een meeuw over mijn hoofd. Poink. Het was geen kakje, ‘t was een wit kiezelsteentje. Ik legde het op het kommetje van mijn hand, wreef erover.

Het was net alsof er in mijn hoofd een gordijntje opengetrokken werd. Alles werd helder en fris. ‘Vlieg terug, naar de toekomst,' krijste de meeuw in mijn oor. ‘Ga terug, Cabillaud. Geef je woorden een huisje.' ‘Hoe dan,' vroeg ik. ‘Let op de boodschappen van de straat. Ieuw, ieuw, ieuw.' Ik reisde terug, met het witte steentje als kompas.

Als ik niet wist, naar links of naar rechts, dan gooide ik het steentje op. De zijde met de fijne nerven betekende: je kunt alle kanten op.De zijde met de grijze L-vormige vlek: ga linksaf.Ik lette op de boodschappen van de straat. Op een groot gebouw stond in Neonlichtletters: ‘Jezus is de weg, de waarheid, het leven.' Er flitste een reuzengrote Jezus aan, met zijn vingers zo (maakt de hand van Jezus die met 2 vingers naar de hemel wijst/zegent) Moest ik naar de hemel? Was dat de boodschap? Bovenop een viaduct stond: ‘Killroy was here.' Op een wc deur las ik: Shirly draagt geen slipjes. 0479 25 17 28. Ik besloot dat nummer te draaien, misschien kon Shirly me helpen, maar het was altijd in gesprek. ‘Hier geen fietsen,' stond er in een etalage. En: ‘Laat je hond voor je eigen deur kakken!'

Verderop een graffitti op een vervallen muur: ‘Fuck off Freddy. Fahrid go home!' De straat vertelde veel maar zei weinig, en was vooral niet zo vriendelijk. Ik reisde verder. Jarenlang. Het kiezelsteentje schommelde in mijn broekzak. Op een dag zag ik een briefje: Poezen zijn welkom. Verdrink ze niet, breng ze bij mij. Met een telefoonnummer eronder. Ik snakte naar een knuffel, naar een warm lijf om tegen aan te kruipen. Al was het dan maar als poes. Ik belde het nummer, iemand nam op. Stilte. Maar de stilte knarsetandde. Het leek wel of er een ijskoude adem door de telefoon mijn oor raakte, in mijn lijf drong, zich ergens vast haakte aan mijn hart en me als een onzichtbare leiband op weg trok. Naar hier. Als poes voldoe ik. Ik mag haar knuffelen met woorden, complimenten, haar masseren met verhaaltjes.Nu is het tijd voor stap twee: ik ga jouw plek innemen, heel snel (gaat breeduit op de zetelman zitten)

Vrouw: (op) Ik heb besloten dat je mag blijven. Maar ik wil wel je flaporen doen en je moet in bad. (ze gaat op de zetelman zitten, tikt met haar hand op de stoel. Poes komt naast haar zitten. Samen schuiven ze voorzichtig steeds meer naar achteren, ze zitten onwennig naast elkaar)



Vrouw: Verhaaltje?

Poes: Ik zal je een verhaaltje vertellen, heel stil. Stop je oren, je ogen dicht. Elk haartje is een penseel. Ik ga ze een voor een laten spreken. Ik maak tekeningen, ik schilder lieve woordjes op je lichaam.

Vrouw: (ontspant zich, geeft zich langzaam over, leunt met haar hoofd tegen de schouder van de Poes )

Poes: Ik zal jouw straalkacheltje zijn. En als je helemaal niks meer ziet, dan zal ik je ogen zijn. (schuift verder achteruit de in de zetel, voelt de bruine fles toverdrank in zijn rug,pakt hem en neemt een slok

Vrouw: (soezerig) Wat drink je? Poes: Limonade, denk ik. (drinkt de fles helemaal leeg)

Vrouw: (schiet omhoog) Uit een bruine fles? Niet doen.

Poes: (versteent)

licht uit, muziek licht uit


Development and design by LETTERWERK