Dit seizoen is
de plaats van afspraak met Johan leysen is
de mens Johan leysen ontmoette ik voor het eerst in 1989. met de acteur maakte ik veel eerder kennis – al heb ik dat later pas beseft. in 1977 – ik was toen negen jaar oud – zag ik op televisie Rubens, schilder en diplomaat, een prestigereeks van de toenmalige BrT naar aanleiding van het vierhonderdste geboortejaar van de
Je bent als jonge acteur heel vlug in
waarom wou je zo graag bij Baal zijn?
Baal was toen de luis in de pels van het Nederlandse toneel. Hun theater was koleirig, woedend en anarchistisch. Ze speelden
(Afbeelding)
Johan leysen (1950) studeerde toneel aan
Met
Verder werkte hij o.a. voor het
Hij was te zien in de eerste speelfilm van
(
Wolfskers van Guy Cassiers (Het Toneelhuis) wordt volgend seizoen hernomen.
Toen je later in
En dat terwijl daar al die tijd nauwelijks een woord over gezegd was. Erg heftig was dat.
Ben je die ervaring in je latere werk blijven meedragen? Zoals nu bij de repetities voor
Het materiaal van
in een interview in
Ik beschouw mezelf niet als een kunstenaar met een oeuvre. Sowieso niet als een kunstenaar. Hoe je werkt en ook hoe je leeft, heeft niet met een weg, of met een evolutie te maken. Het ziet er voor mij meer uit als een geiserveld met blubbers hier en daar. Ik weet niet of dat ergens naartoe gaat, je laveert daar doorheen. Ongetwijfeld krijg je een aantal technieken meer in de hand. Je ontdekt waar mensen je graag mee zien, hoe je mensen kan verleiden met je werk. Vaak word je ook steeds meer gevraagd om dingen te doen die ze al van je gezien hebben. Zo van: we willen hem of haar, want hij of zij kan dat zo goed.
en vind je dat okay?
Neen, dat vind ik nu net een probleem van het ouder worden als acteur. Je bouwt een status op, een reputatie – iets dat zich bijna los van jezelf ontwikkelt. Je kan daar je profijt mee doen of niet, maar het heeft weinig met je werk te maken. Ik ben ooit eens uit een productie gestapt, precies omdat mijn aanwezigheid daar gebaseerd was op een beeld dat men van mij had. Ik ben hier en nu, en ik wil hier en nu werken.
met het ouder worden verandert een mens. door je lichaam heen gaan relaties, kinderen, vreemde talen, tal van teksten, manieren van werken met regisseurs... heeft dat geen weerslag op je spel gehad?
Ik kan zelf niet zeggen in welke mate mij dat veranderd heeft. Ik heb nu voor het eerst sinds jaren weer in het Nederlands gespeeld. Misschien is dat een graadmeter? Door zoveel in
De zelfmoordenaar (Baal), regie
Om een tekst goed gezegd te krijgen, moet je door een fase van hard werken heen, om die tekst te kunnen vergeten. Zoiets heb je natuurlijk ook in het Nederlands, maar daar valt het minder op omdat het je eigen taal is. Terwijl ik in het
Zo ben ik nu eigenlijk ook met de Nederlandse tekst van Wolfskers omgegaan. Dat zou ik vroeger nooit gedaan hebben. Ik dacht: eerst moet die tekst goed zitten. Ik ga dan bij Guy Cassiers zitten zeuren. Is dat woord daar niet beter? Een beetje pietepeuterig. Ik wil de tekst zo in mijn systeem krijgen dat hij mij niet zal belemmeren. Daarom is toneelspelen in zekere zin nu harder werken dan ik vroeger dacht. Misschien is daar dus toch een verschil. Je denkt wel eens dat je het hebt, maar dat is dus niet zo.
het
in welke mate wordt een acteur bepaald door zijn begin? door de mensen met wie hij als onbeschreven blad te maken krijgt, hun uitgangspunten? In mijn opleiding aan
in 1989 leverde je in een regie van Jan ritsema een krachttoer met de meer dan twee uur lange monoloog Wittgenstein Incorporated van
Dat van die nulgraad, dat heb ik niet bedacht, dat is erover gezegd. Sindsdien heb ik nog wel voorstellingen gespeeld waarin iets gelijkaardigs aan de orde was. Voor mij is Wittgenstein dan ook geen absoluut moment, geen eindpunt van een evolutie. De condities om iets moois te maken zijn gecompliceerd, want het zijn er veel. Factoren zijn de mensen met wie je werkt, hoe je zelf bent, hoe het op dat moment gesteld is met je werklust, je inspiratie, het materiaal dat voorligt... Al die dingen zijn bepalend voor wat je maakt.
Bij Wittgenstein waren er specifieke omstandigheden, en die vroegen om een bepaalde aanpak. Maar net als elke andere keer was het een poging om een goede voorstelling te maken. Daarna komt er weer iets anders. De ene keer lukt het, de andere keer niet.
ga je anders dan vroeger met publiek om?
Daarin heb ik dus wel een ontwikkeling doorgemaakt. Ik ben hoe langer hoe minder bang om een rol te laten zien, om te spelen. Vroeger was ik er te veel mee bezig of ik goed of slecht zou worden gevonden. Nu begrijp ik dat zenuwen voor een voorstelling vooral te maken hebben met zelfoverschatting. Je bent wie je bent, je doet je werk zo goed mogelijk and that's it. Het is energievretend en onproductief om nerveus te gaan zijn.
Je carrière laat zich lezen als een reeks tegenstellingen: spelen in het
Voor mij zijn dat toch eerder schijntegenstellingen. Je kan in film net zo intens en goed en toegewijd werken. Alleen gebeurt het te weinig. Maar in het toneel is dat eigenlijk ook zo. In beide gevallen gaat het toch om een concentratie op het moment. Bij film wordt dat moment weliswaar voortdurend onderbroken, maar op het moment dat je aan het draaien bent, zit je evengoed in een hier en nu als in het theater. Het enige dat anders is, is dat het moment waarop het gebeurt als een dief in de nacht komt. Want je weet nooit precies wanneer ze gaan draaien, wanneer de zon er is, of er niet is. Dat zijn allemaal parameters die maken dat het gecompliceerd ligt. Bij het toneel weet je: van dan tot dan ben ik
De echte tegenstellingen, dat zijn de tekstsoorten. Neem nu de Jason van Müller en de Wittgenstein van Verburgt.
Er bestaat immers geen absolute houding in hoe je zou moeten spelen. Tenzij je met eenzelfde iemand en eenzelfde soort materiaal een aantal jaren aan één stuk zou werken. Dan
(Afbeelding)
Wittgenstein Incorporated, regie
kun je iets uitgraven. Maar in mijn geval is het toch altijd weer opnieuw beginnen. De aard van de tekst is één ding, maar ook hoe zo'n regisseur werkt, en hoe de anderen zijn, dat is heel iets anders.
Natuurlijk is het niet altijd makkelijk om te werken met mensen waarmee je geen parcours hebt afgelegd. Want je hebt geen grammatica gemeen. De eerste weken is dat zoeken en naar elkaar staan kijken als koeien die staan te schijten in de mist. Daar moet je doorheen.
Bij guy Cassiers en Kris Verdonck speel je twee keer in een omgeving die wordt gedomineerd door technologie. is dat geen verschil van werken dan wanneer je het pure teksttheater doet zoals in Wittgenstein of een klassiek stuk als
In
Het grote probleem van zendmicrofoons is dat je zelfs met een goede monitor op het toneel niet meer zelf bepaalt wat je aanricht in een zaal, want die controle heb je niet. Dan moet je er op vertrouwen dat de mensen die achter die knoppen zitten daar goed mee omgaan. Ik weet nog zo niet of ik daar zo dol op ben. Brengt het de actie op de scène wel dichterbij? Als publiek vind ik dat het de afstand vergroot. Als acteur heb je de neiging om te denken: ik ben zo goed verstaanbaar dat ik bijna filmisch kan spelen. Maar ik denk dat dat een vergissing is.
Al die technologie is natuurlijk fantastisch. Het is maar hoe ermee wordt omgegaan. Heiner Goebbels excelleert daarin. Hij blijft zuinig, maakt mooie keuzes. Net als Guy Cassiers. Het principe is altijd heel simpel. Het is een ander soort materiaal, maar je hebt dat als acteur niet minder in de hand dan wat je vroeger had met grote changementen en dat soort dingen. Het verandert dus niet echt wezenlijk.
heb je als acteur rituelen?
Niet als ik repeteer. Ik doe wel altijd mijn hele tekst voor een voorstelling, beetje rondlopend, alleen, en snel. Na een aantal voorstellingen wordt dat overbodig, en dan durf ik het wel eens niet te doen, maar dan voel ik mij niet goed. Bespottelijk is dat. Alsof je dan niet klaar bent. Het is echt voodoo, want het slaat nergens op.
(Afbeelding)
Met
Zowel op het toneel als in de film krijg je zware en ernstige rollen toebedeeld. in humo heb je je ooit laten ontvallen dat je graag eens in een echte komedie zou willen spelen. Dat is een genre-onderverdeling die mij hoe langer hoe minder interesseert. Misschien heb ik dat wel gezegd omdat ik omwille van mijn gegroefde hondenhoofd vaak voor droevige zaken gevraagd word. Natuurlijk zou ik wel graag eens iets lichts doen. Maar verder zit ik ook niet speciaal op een of andere rol te azen. Acteren is veel gecompliceerder dan dat. Je kunt in een flut-Hamlet staan waar je niks aan hebt. Je moet immers iets hebben om in te duiken: spannend materiaal, de eisen die een regisseur stelt. Soms geloof ik niet in het project. Dan doen ze alsof het ergens over gaat, maar het gaat nergens over. En dan ontbeer ik de handigheid om er toch nog iets van te maken. In die zin ben ik geen komediant. Als er niks is, dan geef ik weinig, en is er verveling alom, ook om het te doen. Dat is verschrikkelijk. En zoiets overlapt alle genres en elk circuit, hoor. Dat heeft niets te maken met het zogenaamde oppervlakkige vrije circuit of het diepzinnige van het gesubsidieerde toneel.
de bottom line van het spelen is dat het publiek graag kijkt naar degene die op scène staat. Waarom kijk je graag naar iemand, naar iemand anders niet? Het is waar: heel gewone mensen kunnen ineens gaan glimmen op het toneel. Als speler ben ik natuurlijk geen kijker. Het is aan anderen om daar een uitspraak over te doen. En hoe minder je met dat soort dingen bezig bent, hoe liever de mensen naar je kijken. De concentratie van iemand die iets goed probeert te doen, dat is geweldig om zien.
Dat geldt niet enkel voor acteurs, maar ook voor musici. Die zijn zo fascinerend, omdat zij alleen maar met die hoge C bezig zijn. Bij acteren is het effect vaak al ingecalculeerd.
Bij een goede voorstelling is de helft van het gebeuren op de scène te zien, terwijl de andere helft... ... in de perceptie van de toeschouwer ontstaat. Maar je moet dan wel voorstellingen maken die dat mogelijk maken, die niet zo dwingend zijn dat alles al voorgekauwd is, zodat er geen verbeelding meer aan te pas komt. Als ik terugkijk, zie ik dat ik dat niet voldoende heb kunnen doen. Op voorhand weet je niet altijd hoe het zal gaan. Er zijn geen garanties.
is het bij jou nog steeds als wat je zei toen je in Julius Caesar speelde: ‘ik laat Brutus in mij
komen, in plaats van Brutus te spelen'?
Ik wil vermijden dat ik een oordeel ga spelen. De voorstelling moet eventueel maar een oordeel laten zien, niet ik. Als ze mij vragen om
daarover heb je ooit gezegd: ‘het betekent dat je open bent en klappen krijgt.' en ook: ‘Je woont in je werk. dat is de tol die je betaalt.' Dat was een beetje pathetisch. Zo erg is het nu ook weer niet. Dat is mijn bewondering voor musici: ze zijn in staat tot hele grote dingen, om meteen daarna hun viool neer te leggen en verder in
In film en televisie overheerst het filmisch realisme. De niet-realistische film is uit het zicht van het publiek verdwenen. dat is in het toneel niet het geval.
Realisme of geen realisme, dat is een bovenlaag. Veel belangrijker voor de speler is wat daaronder zit, of wat daarvoor komt, en dat is het zoeken naar waarachtigheid. Daarna kan je er nog allerlei kanten mee uit, en wordt het naargelang de gehanteerde grammatica nu eens realistischer, of uitvergroot, of nog iets anders. Maar dat is secundair. Het echte onderscheid is gelegen in de middelen, in de manier waarop iets wordt gemaakt.
heb je als acteur nooit de aandrang gehad om de dingen zelf meer in de hand te nemen? opdat je zelf ook dingen zou kunnen zeggen in plaats van te spreken in functie van het verhaal van deze of gene regisseur? Dat zul je bij mij niet echt aantreffen. Terwijl ik wel vind – en ik heb het dan over mezelf, en niet over een bepaalde productie – dat ik toch wel heel veel met dingen bezig ben die absoluut nergens iets aanrichten. Als ik mijn eigen verontwaardiging over het leven om me heen zie, aan de ene kant, en aan de andere kant het weinige dat ik daar mee doe in mijn werk, dan is dat eigenlijk niet goed. Ik vind dat toneel en film – niét dat ik terug naar het vormingstoneel wil – veel meer daarover zouden mogen gaan. Maar ik geef er dan wel de voorkeur aan om mezelf er niet toe in staat te achten dat ook effectief te verwezenlijken. Wat daarom niet waar hoeft te zijn, maar het komt me wel goed uit dat ik kan zeggen: ik ben maar een acteur. Ik heb mezelf nooit als maker gezien. Maar ik zal wel niet de enige zijn die met die frustratie zit, zeker?
Je bent nu bijna achtenvijftig. hoe wil je oud worden als acteur? Ik heb geen enkel perspectief. Ik zie niet waar ik vandaan kom of waar ik naartoe ga. Ik weet bij wijze van spreken niet eens wat ik morgen ga doen. Dat beeld van dat geiserveld is dus nog absoluut intact. Ik denk dat ik iets doe en ik probeer dat goed te doen. Zo hobbel je van het ene naar het andere project. Op een aantal technische verworvenheden en inzichten in de menselijke natuur na, die wat scherper zullen liggen dan dertig jaar geleden, heb je toch dezelfde momenten van gratie, de momenten dat je voelt dat het zin heeft wat je doet. Je kunt er van leven, je vertelt iets, en het wordt gezien door mensen die er wat aan vinden. Met de jaren ben ik het spelen zelf ook steeds plezanter gaan vinden. Zo komt alles bij elkaar. Maar ik ben er van overtuigd dat je die momenten niet kan sturen
(Afbeelding)
Wolfskers © Koen Broos
Auteur Johan Leysen
Publicatie Etcetera, 2008-04, jaargang 26, nummer 111, p. 07-13
Trefwoorden leysen • volcano • wittgenstein
Namen Actie Tomaat • Amphytrion • België • Caravaggio • Centre • Claus • Consul • De Appel • De Nederlandse Opera • De Tijd • Dora Van den Groen • Duitse • End van Kris Verdonck • Ensemble Modern van Heiner Goebbels • Fien Troch • Fourment • François Beukelaers • Frankrijk • Frans • Franz Marijnen • Hans Verhoeven • Herman Teirlinck • Hirohito • Jan Ritsema • Johan Leysen • Johanna ter Steege • KUNSTENFESTIVALDESARTS • Kaaitheater • Katrien Van Giel • Kris Dewitte • Le lit • Lea Daan • Leonard Frank • Lodewijk de Boer • Louis Andriessen • Marc Didden • Marie van Jean-Luc Godard • Marion Hänsel • Müller Medeamaterial • Needcompany • Paris Match • Peter Handke • Peter Verburgt • Prins • Publiekstheater • Ro-theater • Sailors Don't Cry • Senne Rouffaer • Stijn Coninx • Studio • Teresa de Keersmaeker en Jan • Theater Instituut Nederland • Theaterschrift • Thionville • Thomas Bernhard • Under the Volcano • Van Lea • Verhavert • Vlaamse • Vlaanderen • Wagner Dream van Jonathan Harvey • nederland
Development and design by LETTERWERK