Archief Etcetera


Column: Aengespoeld



Column: Aengespoeld

Theater opstakel

Eind vorig jaar was Theater Opstakel in Wijkname op leven na dood. Er was de fragiele subsidiesituatie (een eenjarige structurele erkenning als projectgezelschap met een optionele erfgoed- en impulsbeurs), de erbarmelijke toestand van het gebouw zelf (lekkage in de orkestbak, een hardnekkige huiszwam in de kantoren...), de zware schuldenlast uit het verleden en het vertrek van enkele steracteurs naar andere gezelschappen. De zeer gebrekkige signalisatie op de secundaire wegen naar het theater maakten de crisis compleet. Met de aanstelling van Joris Vandevenne (°1965) als artistiek leider en huisregisseur lijkt het tij definitief gekeerd. Nog geen zes maanden later kijken de andere Vlaamse stadstheaters met bewondering naar de heropstanding van Theater Opstakel. Net voor de première van zijn bewerking en regie van De man die zijn haar kort liet knippen (Johan Daisne), begin mei van dit jaar, gaf Joris Vandevenne een interview op Radio Wijkname Regionaal (rwr).

RWR: Veel op stapel dus bij Theater opstakel!

JV (lacht): Inderdaad, het waren bijna profetische woorden van mijn kapper bij mijn aanstelling als artistiek directeur en het wordt meteen ook de slogan van ons komend seizoen. Ik kon het niet beter bedenken. Het belooft een opmerkelijk jaar te worden en gans het theater voelt zich opnieuw echt gesteund en gedragen door de buurt, de gemeenteraad, het publiek... noem maar op! Het wordt erg, érg mooi. Daar ben ik rotsvast van overtuigd. En dan hebt u het nieuwe logo nog niet gezien! RWR: Toch bent u er met de moed der wanhoop aan begonnen. de noodzaak van een stadstheater met een vast gezelschap hier in Wijkname werd door veel critici publiekelijk in vraag gesteld.

JV: Kijk, een klein of een groot stadstheater, dat maakt niet zoveel uit. We kampen allemaal met vergelijkbare problemen. Guy Cassiers betreurt in De Morgen de teloorgang van de brasseriëen rond de Bourla in Antwerpen, in Brussel is er de straatprostitutie rond de KVS en in Gent zal er ook wel iets zijn zeker? In Wijkname zag ik in onze volksbuurt Stakel op zes maanden tijd niet minder dan vijf kapperszaken de deuren sluiten! Waarom? Toch niet omdat we ineens allemaal ons haar lang zouden dragen? Of is het de vergrijzing? Ook niet, want daar bestaan kleurtjes voor. Nee, het gaat over een probleem dat veel dieper zit en dat we met zijn allen moeten aanpakken. Ik stel vast dat ik daarmee op dezelfde lijn zit als mijn collega's in de grotere steden. Het maatschappelijk debat wordt weer met en in de stadstheaters gevoerd. Dat was vijftien jaar geleden nog ondenkbaar. Iedereen trekt terug aan hetzelfde touw en er is een structureel overleg. We bespreken bij iedere vergadering eerst de weblog van onze minister, zodat we de politieke prioriteiten bij elkaar kunnen aftoetsen. Bij ons komen bijvoorbeeld alle kappers met een beroepskaart er gratis in. Zonder discussie! Ik word hierin ook gesteund door mijn volledige Raad van Bestuur.

RWR: Veel kinderen in Vlaanderen kennen u als Kapitein Zurkel uit de gelijknamige nederlandse televisieserie. is die acteurscarrière nog verenigbaar met uw agenda als artistiek directeur en regisseur van een progressief volwassenentheater?

JV: Goede vraag. Wij zijn op dit moment de derde reeks aan het opnemen en het is inderdaad erg druk. Kapitein Zurkel en de schat van Schwarzkopf heb ik zelf geschreven en het vergt een ander soort concentratie van mij. Theater Opstakel speelt gelukkig veel reisvoorstellingen in Nederland, dus het lukt uiteindelijk allemaal wel. 's Avonds zit ik soms wel eens als Kapitein Zurkel achter in de zaal, maar het publiek vindt dat meestal best plezant. Ik heb niet echt last van die dubbelrol als theatermaker. Ik ben liever bekend in Haren dan onbekend in Salzburg, zeg ik altijd! (lacht) RWR: Afgaand op uw brieven in de Stakelse Courant durft u het lokaal cultuurbeleid wel eens hard aan te pakken. JV: Dat zegt U goed. Het conflict met de schepen van cultuur is inmiddels gelukkig bijgelegd. Veel berustte op een misverstand over de wet op de privacy, die mij helaas onbekend was. Ik voeg er trouwens graag aan toe dat de schepen gisteren nog bij mij gepolst heeft om vanaf juli een kunstkritische column te verzorgen in de weekendbijlage van Het Volk. Dus dat zit goed. RWR: Klopt het verhaal dat u in de Canvascollectie... JV: Ach, dat verhaal is gedeeltelijk onjuist en erg overroepen. Ik had een pseudoniem gekozen om niet in de kijker te lopen en een van mijn exacteurs heeft dat aan de jury gelekt. Jan Fabre vond het trouwens, naar het schijnt, ook een onnodige heisa. Daar ga ik nu niet van wakker liggen. Mijn scheerkwastschilderijen zijn ook elders te zien. RWR: Volgens onze bronnen zou u ook kandidaat zijn bij de volgende verkiezingen? JV: Dat klopt. Ik ben door twee verschillende politieke bewegingen gevraagd om hun rangen te versterken. Vermits die samen een kartel willen vormen, denk ik dat mijn uiteindelijke keuze wel een breed kiespubliek kan aanspreken, ook buiten Wijkname. RWR: u bent ook coach van de nationale ploeg kruisboogschieten. u neemt wel heel veel pijlen op uw boog, als u begrijpt wat ik bedoel. (lacht) JV: Ja, dat klopt, ik schiet al vanaf mijn vijf jaar en dat is voor mij de perfecte ontspanning. Vorig weekend hebben we nog een tornooi gewonnen in Belgrado. RWR: Proficiat! Maar hoe ziet de seizoensstart van Theater Opstakel er in september uit? JV: Wel, we beginnen net na het Theaterfestival met de coiffeurskomedie Shampoo in mijn oog!, een minder bekend werk van J.L. Waldmann uit 1982, dat in Groot-Brittannië steevast een head and shoulders comedy wordt genoemd. Ik heb het zelf hertaald naar een Vlaamse en dus lokale herkenbaarheid. Het wordt een sociaal bewegend maar tegelijk ook erg hybride werk dat hopelijk dit soort voorstellingen hier in Vlaanderen weer ‘kapsalonfähig' maakt, als u begrijpt wat ik bedoel. (lacht) RWR: Succes!


Development and design by LETTERWERK