Archief Etcetera


Zestig minuten per dag



Zestig minuten per dag

Over zin en onzin, wenselijkheid en noodzakelijkheid van cultuurprogramma's op de openbare televisie is in Vlaanderen al veel inkt gevloeid – onlangs nog was er een uitgebreide discussie rond een nieuw boekenprogramma. Eric De Kuyper levert een bijdrage tot het debat vanuit zijn kijkzetel thuis, in Duitsland.

Eén uur nagenoeg perfecte televisie per dag, kan dat? Tussen 19 en 20 uur kijk ik – als ik thuis ben – naar 3Sat. Mijn schotelantenne beperkt zich (?) tot een hele resem Duitse en Turkse zenders. Maar 3Sat, een reclamevrije televisiezender die sinds 1984 bestaat en door de Duitse ard en zdf, het Oostenrijkse orf en het Zwitserse Schweizer Fernsehen wordt mogelijk gemaakt, volstaat voor mij.

Om 19 uur is er het journaal van het zdf. Twintig minuten duurt het, sport en weerberichten inclusief. Binnen- en buitenlands nieuws worden behoorlijk gedoseerd en er is niet te veel gedoe met correspondenten. Ook het zogezegd gemengde nieuws wordt strak in banen gehouden.

Om 20 uur volgt dan het ard-journaal. Dat is nog beknopter. Nauwelijks een kwartier duurt het, en soms met meer onderwerpen dan het journaal van het tweede net. De anchorman of -woman is nog een echte journalist(e) die degelijk en op ouderwetse wijze van het blad afleest; het is de formule van de ‘korte pijn'. Ik hou daar wel van: naar het nieuws kijk je nu eenmaal niet voor je plezier of voor de gemakkelijke sensatie, maar voor de informatie.

Ik heb het afgeleerd om in Nederland, Frankrijk, België-Noord of België-Zuid naar het nieuws te kijken wanneer ik er vertoef. Het pseudo-ernstige populisme deprimeert mij. Gedurende veertig minuten of meer heb ik het gevoel niet naar informatie te kijken, maar naar een programma over ‘la France profonde', of de equivalenten hiervan voor Nederland en België. Kan dat gezwam werkelijk voor journaal doorgaan?

Maar ik wilde het hier niet over politieke informatie hebben, wel over cultuur op de televisie.

Feuilleton

Op 3Sat heb je dagelijks – behalve op zaterdag en zondag – tussen beide journaals een cultuurmagazine, dat eenvoudigweg Kulturzeit heet. Veertig minuten informatie over kunst en cultuur. Zonder onderbreking tijdens de vakantiemaanden, want dan is er niet minder te doen op cultureel vlak.

Kulturzeit bestaat nu zo een jaar of twaalf, meen ik. Het zal tijdens al die jaren niet zo veel zijn veranderd, want nu pas werd het studiodecor gewijzigd: een afschuwelijk ontwerp werd ingeruild voor iets wat nauwelijks beter is. Ach, wat toch voor televisiedesign kan doorgaan! De presentatoren zijn afwisselend Duits, Zwitsers of Oostenrijks. Hun uitstraling wisselt, maar allen weten ze waarover ze het hebben. Ook zijn ze niet bang eigen meningen of persoonlijke nuances aan te brengen. De naar mijn oordeel topmoderator, Gert Scobel, presenteerde met een soort humor die vaak aan het politieke cabaret grensde. Jammer genoeg werd hij weggepromoveerd of vond hij het prettig om na zovele jaren eens iets anders te doen. Maar ook hij presenteerde het programma op een bescheiden manier: bij Kulturzeit gaat het immers om de cultuur en niet om de presentatie.

Ik kijk nu al meer dan acht jaar en het programma blijft me verbazen. Nochtans is de ‘formule' eenvoudig. Per uitzending zijn er vier à vijf onderwerpen, die nooit langer dan tien minuten duren. Het zijn goed verzorgde kleine filmpjes, waarvan het commentaar steeds door de filmmakers zelf wordt geschreven. Tussendoor zijn er twee vaste rubrieken met, als flits, de culturele informatie van de dag en de zogenaamde ‘tips'.



Wat in Duitsland onder kunst en cultuur wordt verstaan is bijzonder ruim. Niet zelden wordt een onderwerp dat net tevoren in het 7 uurjournaal aan de orde was, in Kulturzeit nog eens besproken of uitgediept. Zo bijvoorbeeld (op 29 juli dit jaar) de kwestie van de censuur op internet voor buitenlandse journalisten in China en die van de uit de spd gezette ex-minister Wolfgang Clement. Diezelfde dag waren er ook nog reportages over de opvoering van Roméo et Juliette in Salzburg en over de schrijver Henning Mankell, en een interview met een psycholoog over hoogbegaafden.

Het interview is een vast onderdeel van het programma. Het gaat daarbij altijd om een (academische) deskundige, nooit om een of andere beroemdheid. Zelden bevindt de gast zich in de studio. Het is het soort gesprek waar ik in principe geen voorkeur aan geef. Tegen en met een persoon op monitor praten blijft iets kunstmatigs en ‘onmenselijks' hebben. Maar in dit geval biedt het voordelen: je kunt veel zakelijker zijn dan wanneer je tegenover elkaar in dezelfde ruimte zit. Onvermijdelijk speelt daar het sociale contact mee, en nog zoveel andere (ook boeiende) aspecten. Hier draait alles om degelijke informatie. Wanneer het om niet-Duitstalige deskundigen gaat, wordt het gesprek, zoals gebruikelijk in Duitsland, live van een Duitse vertaling voorzien. Geen enkele van deze deskundigen treedt meer dan eens op in het programma; Kulturzeit speelt zo weinig mogelijk in op het kweken en onderhouden van ‘beroemdheid'.

Dat er ook vaak onderwerpen aan bod komen die elders ‘politiek' zouden worden genoemd, heeft te maken met de Duitse journalistieke traditie van het ‘Feuilleton', zoals de kunstpagina's in de krant worden genoemd. In de belangrijke nationale kranten kunnen die vier à vijf pagina's (klein gedrukte!) tekst bevatten. Stevige recensies, korte essays en opiniestukken geven de lezer dagelijks de nodige intellectuele prikkels. En ook daar zijn politieke commentaren niet zeldzaam. (Onlangs vroeg een politicus zich af of dat wel de plek was om in een krant aan politiek te doen. Uiteraard zijn deze commentaren vaak minder voorspelbaar dan in het zuiver politieke deel van de krant – zonder daarom in de categorie ‘column' te vervallen, een genre dat hier overigens spaarzaam wordt beoefend, godzijdank!)

In Kulturzeit komt dus zowat alles aan bod, al blijven enkele gebieden – zo lijkt het mij – onderbelicht. Wat literatuur betreft wordt bijvoorbeeld meer aandacht ingeruimd voor non-fictie dan voor fictie. Prettig is wel dat je dagelijks ook informatie krijgt over de Duitstalige buurlanden, Zwitserland en Oostenrijk.

Leuk, leuk!

Hoe komt het dat met Kulturzeit een eenvoudige manier werd gevonden om het probleem van het cultuurmagazine op te lossen terwijl andere openbare omroepen aanhoudend zitten te knoeien met en te knutselen aan ‘formules' om dit genre toch maar televisiegeniek

Foto's: Philipp Koch



te maken? Die vraag valt niet gemakkelijk te beantwoorden. En omdat ik zelf Kulturzeit zo waardeerde, maar tegelijk niet precies kon zeggen waarom ik gelijksoortige programma's op andere zenders doorgaans onuitstaanbaar vind, heb ik eens gedurend een dikke week een schoolse ‘inhoudsanalyse' van het programma gemaakt (ik heb tenslotte ooit massacommunicatie gestudeerd!).

Waarom ik bij het kijken naar Kulturzeit niet gefrustreerd of geïrriteerd word, heeft in de eerste plaats te maken met het feit dat het een vrij lang (veertig minuten) en een dagelijks programma is. Doordat er bijna drie keer zoveel tijd wordt ingeruimd als wat Arte ter beschikking stelt voor zijn dagelijkse cultuurrubriek, heb je niet – of althans veel minder – de indruk dat er vooraf aan ‘cultural correctness' wordt gedaan. Natuurlijk kunnen niet alle circa 5800 premières aan bod komen van de 150 gesubsidieerde theatergezelschappen – naast de 280 privétheaters – die Duitsland telt. Maar je krijgt niet de indruk dat er enkel onverbiddelijk en drastisch ‘topevenementen' worden geselecteerd.

Bovendien is het verbazingwekkend hoeveel je na elk kort item hebt bijgeleerd. Bij televisie een zeldzaam gevoel: meestal staat de tijd – de duur van een item of een programma – niet in verhouding tot wat je als kijker aan informatie hebt meegekregen. Televisie leeft van vulsel. Mijn dagelijkse veertig minuten ervaar ik echter nooit als ‘verloren tijd', integendeel.

Iets – en dat hangt daar nauw mee samen – heeft ook te maken met de toon waarin alles verloopt. Bij Kulturzeit krijg je niet de indruk dat ‘kunst en cultuur' je in de strot worden geduwd. Kunst en cultuur dienen niet aan de kijker verkocht. Het contrast is bijzonder opvallend met bijvoorbeeld het theatermagazine ‘Foyer' op dezelfde zender. Hier worden, om de zoveel weken, zoals gebruikelijk bij het medium wanneer het om cultuur gaat, alle registers opengetrokken om de kijker te verleiden, te charmeren, en zogezegd te prikkelen. Exotische locaties, opgewonden presentatoren, en een toon van ‘leuk, leuk, mensen! Ga dat zien!' Als volwassen kijker die in theater is geïnteresseerd, voel ik mij als kleuter behandeld.

Kulturzeit doet geen enkele inspanning om de kijker naar zich toe te halen (geen cadeaubonnen, nooit een wedstrijd!). Geen hysterisch charmeoffensief dus, zoals dat bij Arte bon ton is. Het geven van degelijke, duidelijke en verzorgd in beeld en geluid gebrachte informatie over kunst en cultuur volstaat.

Daarbij wordt accuraat en beknopt de context geschetst waarin je het onderwerp moet plaatsen. Kortom: Kulturzeit neemt mij als kijker au sérieux, ik ben een gelijke. En dat wij, kijkers van Kulturzeit, zonder twijfel tot de categorie van intellectuelen, kunstenaars en cultuurprofessionelen behoren, wordt door de makers niet als een last maar als een vanzelfsprekend gegeven beschouwd. Intellectuelen, kunstenaars, enzovoorts zijn toch ook potentiële kijkers? Als mensen die niet tot deze doelgroep behoren toevallig ook eens kijken, krijgen zij een verzorgd en eerlijk beeld van wat ‘kunst en cultuur' kan zijn. En niet een parodie ervan, die hapklaar door de tv-magnetron werd klaargestoomd.

Meer televisie heb ik niet nodig. Soms kijk ik ook wel eens op zaterdagavond naar 3Sat. Dan wordt een opera of theateropvoering uitgezonden. Vorig jaar zag ik drie van de vijf premières uit Salzburg, en ook van het Berlijnse Theatertreffen wordt steeds een ruime selectie aangeboden. Geregeld komen de producties van de Zürcher Oper aan bod, waar Cecilia Bartoli en Nicolas Harnoncourt vaste gasten zijn.

Dan heb je ook nog een andere zender, het Theaterkanal... maar dat is me te veel van het goede. Ik wil 's avonds ook nog wel eens lezen, of naar de opera of schouwburg.


Development and design by LETTERWERK