Archief Etcetera


Column: Bericht uit het buitenland



Column: Bericht uit het buitenland

From The Depths of Hotel A**** : A Bad Night Vision in Three Good Parts

Als mijn werk van de voorbije week claim ik de choreografie van alle dronkelappen in Brussel. Het achterwaarts en voorwaarts stommelen van de kerel aan de geldautomaat in de Dansaertstraat, met zijn verstrengelde maat van zijdelings zwalpen, met zijn hoofd dat zijn lichaam in een richting genaamd verwarring stuurde, terwijl zijn lijf plots stilviel op momenten van tijdelijk evenwicht en stomverbaasde gedachten: dat was het begin van de show. Later, toen zijn geld door de machine was uitgespuwd, liet hij het vallen: zijn domme vingers graaiden onhandig naar de verspreide bankbiljetten op de stoep, de groenbruine kraakverse biljetten van 50 en 100 euro die naast zijn voeten dwarrelden. Zijn komisch grabbelen, blind tastend met de handpalmen, was mijn werk en de truc van de andere man, zijn vriend, die met flitsende minder dronken bewegingen ter hulp snelde en op zijn hurken het fladderende geld opraapte, was misschien een te slimme zet om een solo in een duet om te zetten: twee mannen die overhaast het geld trachtten te verzamelen, bang bij het vooruitzicht van een opstekende windvlaag. Ook de manier waarop ze in het rond liepen naar de wachtende taxi was van mij: de soberste liep rond de auto, de straat op, naar de linker passagiersdeur, maar pas nadat hij eerst de andere deur had opengegooid voor zijn vriend, die ineengezakt in de donkere ruimte een uitgebreid drama maakte van de actie die nodig was om de deur achter zich te sluiten. Je zou zeker gehouden hebben van de halfhartige cirkels die hij met zijn handen tekende, van zijn gespannen strijd met de veiligheidsgordel en ten slotte van de bewegingen van zijn vingers die met het slot worstelden, een miniatuurballet opgevoerd op een halve meter van zijn doel.

Het dramatische hoogtepunt van mijn werk viel enkele dagen later (of eerder), toen een heel andere drinkebroer, een echte Noerejev, Nijinsky of Gene Kelly van zijn tijd, halsoverkop van de trap van een restaurant donderde en in de curve van de draai bleef steken, niet in staat om zich op te richten uit de pijnlijke positie van een kever die op zijn rug is terechtgekomen, terwijl hij zijn benen in slow motion bewoog en een dierlijk gekreun liet horen. Ook zijn kabouterachtige vriend kwam deelnemen aan het duet: hij trachtte de eerstgenoemde recht te krijgen door hem opwaarts te trekken en ging er zo bijna zelf bij liggen. Hun aftocht was de ‘pièce de résistance': de man die het diepst in het glas had gekeken greep zich vast aan de nek en de schouders van de andere, die hem als een lastdier droeg, een onzeker pad zoekend tussen de tafels. Zijn vriend, een goedaardige plusminus bewuste zak aardappelen, moedigde hem aan door ‘goed... goed... goed...' te stamelen naarmate ze dichter bij de uitgang kwamen en daar bevrijd werden door het nachtelijk duister.

Maar het werk in de stad waar ik met de meeste trots op terugkijk was mijn trio voor een zatlap, een halfleeg bierblikje en een splinternieuwe zwarte Mercedes-taxi. Deze voorstelling ging door rond één, twee of drie uur 's nachts: de eenzame danser in een wit trainingspak met een rode baseballpet schuin op het hoofd schopte wankelend het blikje vanuit zijn linkerhand dwars over de helverlichte straat. Met een rare boog kwam het blikje op de stilstaande taxi af maar zeilde er dan toch over, een mooie misser waarbij een hoeveelheid pils op de glanzende motorkap en voorruit terechtkwam, waarop de taxichauffeur woest werd maar de toekijkende menigte verstomde door de fraaie, abrupte en onverwachte parabool. Als bisnummer zakte de danser bijna in elkaar van de terugslag als een prachtige, verwarde hoop ledematen. Sommigen waren van mening dat het misschien iets te veel leek op iets wat Meg Stuart of Raimund Hoghe kunnen bedenken maar ik was toch fier op het spektakel. Een mens hoeft zich niet te schamen om een of andere invloed.

De rest van mijn werk – al het zwieren en zwalpen van de vele dronkaards verspreid over de grote scène van deze stad, al de mislukte passen, het struikelen, het vallen, de kreten, de uitgestoken armen, de gekromde ruggen, de verstrengelde pas de deux, het ronddraaien en tollen, het gestommel en de misverstanden, de onvoorspelbare bewegingen, de unisono refreinen van de strompelaars, de solisten van de verwarring op de perrons van de metro, de ruziemakende kwartetten op de zitbanken, de contactimprovisatoren op weg naar die plaats nabij het kanaal waar je de hele dag ongestoord kan drinken, enz., enz. Ik zal ze hier niet in alle bijzonderheden beschrijven maar ik hoop dat jullie ze gezien hebben en het werk op prijs stellen. Het was een zware inspanning.

Iets als een onderneming op deze schaal ligt mij wel en ik denk dat ik in de nabije toekomst naar grotere projecten zal overstappen: de opkomst en ondergang van de geldmarkten bijvoorbeeld. Ik heb getracht de betrokken autoriteiten duidelijk te maken dat ik klaar ben om die rol op mij te nemen als de gelegenheid zich zou voordoen. De traditionele cyclus van bloei – crisis, bloei – crisis, bloei – crisis wordt, naar mijn mening, al te voorspelbaar en ik ben begonnen een aantal formules te bedenken voor een andere, wat minder simplistische choreografie



In mijn verbeelding maakt de dollar pirouettes, stort hij in, wordt in alle richtingen verspreid en geatomiseerd om dan terug te keren in een trio met de kronor en de kuna en daarna met de roebel en de yen. Over het algemeen is er meer liquiditeit maar op de rand van de scène wachten dansers en performers met bevroren activa, met ijs op hun huid, met blauwe lippen en klapperende tanden, met een doodsreutel in de keel en honger in de ogen. Een koor van toxische schuldenaars wacht in de coulissen terwijl (verrassend lenige) dikke piefen, dronken van hun cash bonussen en eu/ifor/imf/g8 champagne, duetten dansen waarbij ze een reeks gedurfde diagonale glijvluchten maken die op een of andere manier overeenstemmen met de bewegingen van de beursindex. Londen en Brussel ontmoeten Wall Street, met een randje paniek uit IJsland, enkele impulsen en echo's uit Azië, een vleugje wanhoop en onverschilligheid uit verder afgelegen gebieden. Ik heb hier een echte coproductie in gedachten.

Vervolgens (dit is trouwens slechts een schets van mijn subsidiedossier) zou ik iets willen doen met de oorlog. Afghanistan en Irak natuurlijk, waar de echte actie is, al de rest is maar bijzaak of neveneffect. Voor dit werk is de zwarte dansvloer een olievlek, de dans een bloederige catastrofe van her en der verstrooide ledematen. De soundtrack wordt geleverd door General Motors, Harrier, Smith & Wesson, Force Protection, Metal Storm, Boeing, gehuil, geschreeuw, General Electric, Humvee en Kalasjnikov. Wegversperringen en fouilleringen alom. Een kwintet van roofdierengedreun weerklinkt unisono tegen de achtergrond van de hemel boven Kaboel/Bagdad. Troepenbewegingen. Onderschepping. Spanningsposities. Massacontrole. Autobommen. Springtuigen. Retrograde beweging. De eenvoudigste uitdrukkingen gebroken, herhaald, in een lus geplaatst, in stukken gescheurd. De tekst is een praktische inleiding tot het Arabisch voor Verhoren in 12 lessen op 3 cd's; het pakket wordt aangevuld door een brochure met daarin 17 gebaren en 23 landkaarten. We kunnen Marcel Dzama vragen voor de tekeningen en misschien Rahib Mroué of Jalal Toufic voor de tekst. Voor dit stuk zullen de dansers gehard moeten zijn – ik denk aan die van Jan Fabre of van Wim Vandekeybus: met hun gezichten tegen de grond gedrukt, hun benen in boeien geklemd, de handen met touwen vastgebonden achter hun rug. Een finaal akkoord van uitgestrekte armen van mensen die gewoon weg willen uit die omgeving. Ik had gedacht aan een finale geïnspireerd door de val van Saigon. Opstijgende helikopters met nog enkele wanhopige klootzakken die zich eraan vastklampen, eerst met twee handen, dan één, dan geen meer: vallend als het dode gewicht dat ze weldra zullen zijn wanneer de helikopters een bepaalde hoogte bereiken en de koude toeslaat. Die valpartijen zijn spectaculair, beter dan de enrosques en entrechats van prima ballerina's, beter dan het muurlopen op het carnaval. Breakdance. Breek alles. Een bijtend rookeffect van brandende top secret documenten stijgt op terwijl de Taliban en/of militie de omheinde scène binnendringen om een einde te maken aan het versnipperen van de documenten zoals ten tijde van Nixon. Lichteffecten door vuurpijlen, lichtspoorkogels en het groene schijnsel van nachtvisie. Er bestaan twee soorten stilte en dit is de soort waar ik niet van houd. Ondertussen verdwijnen cia-agenten of leden van de Special Forces, vermomd in traditionele kledij, stilletjes in de nacht: een complexe verwijdering, zoals die van een niet opspoorbaar driemaal witgewassen doorsluisbedrag, geholpen door de dekmantel van de massabewegingen. Phasing. Morphing. Transfer van energie. Verdomd prachtig. Als ik dit tot een goed einde breng krijg ik misschien de Olympische Spelen van 2012... of de grootse show die ze gepland hebben voor Iran? Je zou verwachten dat de massa ondertussen meer dan genoeg heeft van dit soort voorstellingen maar in feite zijn de mensen er gek op, echt waar, of is het gewoon dat ze ondertussen geleerd hebben om hun klachten binnen bepaalde perken te houden?

Iemand schreef op een toiletmuur in Hotel A**** dat hoewel de site in orde leek, de browser geen verbinding tot stand kon brengen. Je voelt je er wel degelijk eenzaam, als het dat is wat ze bedoelen. Ik begin me af te vragen hoe het leven vroeger was.

De dronkaards komen het eindapplaus in ontvangst nemen, ze buigen en kruipen en zijn zich niet bewust van het feit dat de menigte reeds verdwenen is. De nacht valt over de stad. Rode wijn uit plastic bekertjes, goeie conversatie en schitterende ogen, de wifi doet het niet meer. Salut! Salut! Sante! Cheers. Goede nacht. Bona Note. Ik wens je het beste.

Vertaling Luc Ebraert De orginele Engelse versie van deze tekst kan worden gelezen op www.e-tcetera.be

Tim Etchells


Development and design by LETTERWERK