LEUVEN Klapstuk brengt in een oude, wat vervallen zaal in de Vlamingenstraat 83 te Leuven twee kunstenaars samen die tevoren nooit samenwerkten, Laurie Booth, een danser, en Harry Dewit, een muzikant De opdracht: voor klapstuk '85 een nieuwe produktle maken onder de titel "An axe to grind", wat zoveel betekent als "een appeltje te schillen".
Het meest dwingende gegeven waar beiden mee gekonfronteerd werden vanaf de aanvang van de repetities, was de zaal zelf, een hoge, smalle en lange witte doos met een dak van metalen spanten. De reden waarom Klapstuk precies deze twee mensen samenbracht is dat beiden, wat improvizeren betreft, niet aan hun proefstuk toe zijn. Booth: "De basis voor de selectie van materiaal is het idee dat alles wat je doet ook alles omvat wat vroeger gebeurde. Geestelijke gezondheid zou kunnen zijn dat je met dat verleden werkt op een bewuste manier, dat je het recreëert en het op die manier gebruikt als een springplank voor wat je nu aan het doen bent."
Harry Dewit begon zijn carrière als muzikant op school, in zijn werk met kinderen, en belandde zo vanuit een pop-achtergrond in de improviserende muziek, hoewel hij weinig affiniteit heeft met een bepaald genre zoals bv. jazz. "Wat mij het meest interesseert is het gevoel dat overkomt, niet wat het precies is. Ik werk het liefst met iemand in de omgeving waar mijn werk op gericht is. Laurie bv. of beeldhouwers voor wie ik muziek maak bij hun tentoonstellingen" Toch is deze situatie vreemd voor hem vooral omdat hij deze keer niet met een vrouw maar met een man samenwerkt. "Ik had eenmaal een soortgelijke ervaring met Gerrit Timmers, met wie ik samenwerkte voor het programma "Dubbelportret" van de BRT. Ik kende Gerrit eigenlijk maar onrechtstreeks, via mijn vroeger werk met Onafhankelijk Toneel. Tot nu toe heb ik de mensen met wie ik samenwerkte altijd heel goed gekend, samenwerking meteen man die je niet kent geeft een veel groter tegengewicht. Het is wat hetzelfde gevoel als ik vroeger had bij improvisatiemuziek, waar je ook vooral met mannen werkt. Dat mannelijk tegengewicht is heel groot".
Taktom
Voor deze voorstelling gebruikt Dewit een aantal instrumenten die hij ontwikkelde voor vroegere voorstellingen, zoals de Taktom, een apparaat dat bestaat uit acht contactmicrofoons die op de vingers bevestigd worden; de signalen van deze microfoons worden dan elektronisch versterkt en vervormd. Maar ar zijn ook een aantal nieuwe instrumenten toegevoegd aan het arsenaal; twee sirenes die aan een lucht blazer verbonden zijn, en loeiende geluiden voortbrengen. Dewit hanteert deze toeters op zo'n manier dat de eigenaardige vorm van de zaal, door da galmwerking extra onderstreept wordt. Dat levert verrassende resultaten op als er beelden van beiaardklokken op de witte wanden geprojecteerd worden, terwijl hij ervoor staat en zwaait met zijn sirenes.
Het idee van die klokken komt uit mijn kinderjaren; toen klom ik in de toren, tot onder de klokken, en schreeuwde erin. Ik vond dat een fascinerend geluid. En Leuven doet mij steeds aan beiaardiers en klokken. We zijn naar een klokgieterij hier gegaan om die fotos te maken. De spanning tussen het lawaai van die toeters en de rust als ze stilvallen geeft een grote energie".
Een ander nieuw instrument zijn twee grote klankkasten waarin een buis verborgen is. Door aanraking brengen deze kasten een geluid voort dat elektronisch versterkt wordt; soms wordt dat effect gecombineerd met het gebruik van een elektrische gitaar. De klankkasten liggen op de grond aan beide zijden van het podium, en maken een zeer intrigerende interferentie van de dans met de muziek mogelijk, omdat het geluid dat door Booth voortgebracht wordt terwijl hij danst op een bijna onontwarbare manier verweven raakt in de klanken die Dewit voortbrengt met de handen en voeten, de klank die uit de boxen komt en de eigenaardige galm van de zaal zelf.
Magisch proces
Laurie Booth heeft al een lange staat van dienst in avant-garde dans. Maar als je spreekt over experimentele kunst dan moet je op een bepaald ogenblik ook de vraag stellen waar je dan eigenlijk wel mee aan het experimenteren bent. De mainstream van onze cultuur bevestigt en versterkt een bestaande taal, en is daarom hiërarchisch. Waar ik mee bezig ben, wat theater trouwens essentieel is, is het transformeren van gegevens die bestaan; het is een magisch proces waar iedereen aan deel kan nemen. Tegenover de grove manipulatie van de zintuigen in de alledaagse wereld van de zintuigen in de alledaagse wereld wil ik in een vorstelling een eigen taal ontwikkelen, waar iedereen aan kan deelnemen, zonder gemanipuleerd te worden. In die zin vind ik ook niet dat mijn werk elitair is. Dat is ook de reden waarom ik voor enkele maanden naar Soedan ben geweest om te werken met vluchtelingen die al jaren In kampen opgesloten zitten. Dat is een situatie waar je volledig afgesneden bent van je kulturele wortels en veroordeeld tot een dodelijke verveling. Toen ik enkele dagen met deze mensen gewerkt had waren zij zeer enthousiast omdat zij plots begrepen dat niemand hen kwam vertellen wat zij moesten doen en hoe dan wel, maar dat zij het zelf aan het maken waren. Dezelfde ervaring heb ik ook gehad in mijn werk met mentaal gehandicapten, die entoesiast reageerden op voorstellingen en workshops die ik bij hen gehouden heb. Wat ik doe is niet "freaking out", is geen kultureel betekenisvol statement, maar gaat over engagement in een voorstelling, waarbij ik avant--garde--taal gebruik als een werktraditie".
Door de aanvankelijke keuze van Booth en Dewit om het kader van de zaal te gebruiken als een metafoor voor een cel waarin herinneringen de motor van het heden en de kreatie zijn, heeft Laurie Booth zich in de selektie van zijn ideeën vooral laten leiden door heel emotionele persoonlijke ervaringen. Dat leidde er in de loop van de repetities toe dat hij steeds meer zijn stem ging gebruiken, want als je begint te zingen, dan stel je je volledig bloot; dan kan je niet meer die afstand tot je werk bewaren die je nog in acht kan nemen als je enkel danst". Hij gebruikt ook materiaal van voorstellingen waarover hij destijds niet zo tevreden was en dat nu herwerkt wordt. In de voor stellingen zitten ook fragmenten uit Buster Keatons film "Steamship Bill Junior" omdat Keaton een van zijn grote helden is.
Het hele koncept wordt in de aankleding van de ruimte sterk geëxpliciteerd. De kale en lege ruimte heeft geen enkele opsmuk meegekregen, is zelfs nog anti-septischer gemaakt door de koele opeenstapeling van bandrecorders, versterkers, televisie en geluidsmachines. In het midden van de scène staat een kaal ziekenhuisbed zonder matras en een metalen nachtkastje. Het is fascinerend om tijdens de voorstelling te zien hoe die schaarse elementen, door de omgang van Booth en Dewit ermee, werkelijk allerhande transformaties ondergaan. "The Guardian" schreef over Booth "There's madness in Laurie Booth's method". Dat gaat nog meer op voor het tandem Booth--Dewit En het is heerlijk. (PTJ)