Date 1985-10-20

Publication De Standaard

Performance(s) Childs/GlassAvailable Light

Artist(s) Childs, Lucinda

Company / Organization Lucinda Childs Dance Company

Keywords danceoutlinerobottenbryarsgavinstapglassman-vrouwfazespeelsheid

Een steriele en academische wereld: Tweemaal Lucinda Childs

LEUVEN -- "The Lucinda Childs Dance Company" was in Leuven te gast op het Klapstuk met twee verschillende programma’s, beide vrij recent werk van Lucinda Childs. Het eerste programma, "Childs/Glass" omvatte "Dance 1", onderdeel van het vijfdelige "Dance", "Mad Rush" en "Field Dance", een onderdeel van haar choreografie voor "Einstein on the beach" van Robert Wilson. Drie choreografieën met muziek van Philip Glass. Het tweede programma bracht "Available Light", misschien de meest uitgewerkte choreografie van Childs tot nu toe, op muziek van John Adams en daarvoor een solodans van Childs, met de titel "Outline", op muziek van Gavin Bryars.

Al deze werken hebben op het eerste gezicht een sterk formalisme, dat de ruggengraat en de essentie van dit werk uitmaakt. Childs maakt gebruik van een vrij beperkt bewegingsrepertoire o.a. Huppelen, licht opveren en springen met gespreide benen en rond de as draaien. De beweging vertrekt bijna altijd vanuit de ledematen, vooral de benen, hoofd en romp van de dansers blijven, op enkele uitzonderingen na, vertikaal en onbewogen. Ook de gelaatuitdrukking van de dansers is steeds onbewogen.

Op "Dance 1" en de solodans na, vertrekken de choreografieën vanuit een geometrische schikking van de dansers over het podium. Een van de dansers neemt een bewegingszin op, stap, stap, huppel, draai, sprong, stap, stap, bv. en die wordt dan overgenomen door andere dansers., in wisselende groepen, terwijl ondertussen ook nieuwe bewegingszinnen opgenomen worden, waardoor een heel delicaat kantwerk van onderling kruisende patronen en lijnen ontstaat.

Het is precies dit dooreen schuiven en variëren van een vrij beperkte serie zinnen dat fascineert. Die fascinatie wordt vooral opgewekt omdat de dansers als volkomen autonome elementen, die zich niet bewust zijn van de aanwezigheid van iets of iemand anders, op scène bewegen volgens bijna altijd kaarsrechte lijnen, op steeds dezelfde onderlinge afstand.

De graad van onwerkelijkheid van wat op scène gebeurt wordt nog versterkt door de schijnbare geslachtloosheid van de dansers (je ziet wel dat er mannen en vrouwen zijn, maar dat onderscheid is even triviaal als het onderscheid tussen blond en zwartharige dansers) en de zweverige kwaliteit van de danspassen. De witte dansvloer werkt dat in de hand omdat ze net in de lucht dansen; De zeer rigide orde van de ideale scènewereld lijkt opgelegd te zijn van buitenaf, een formidabele manipulatie van individuen waar ze zich niet bewust van zijn, waar ze zich gewoon naar schikken. De vaste plaatsen en de strakke lijnen schijnen de veiligheid te zijn waar de dansers zich aan vastklampen, om stand te houden in een uiterst complexe en stresserende totaliteit.

Geen Robotten

Toch zijn de dansers geen robotten of figuranten in een "brave new world dance". Het is na enige tijd duidelijk dat de dansers hun eigen individualiteit bewaren, dat ze niet allen op exact dezelfde manier de bewegingen uitvoeren: dat ze een afstand bewaren tot hun "partituur" in dit samenspel. In deze dans, die onvermijdelijk aan het werk van Anne-Theresa De Keersmaecker in "Faze" doet denken, ontbreekt de intense volledige betrokkenheid op de dans die Faze kenmerkte. Met een enigszins onbetrokken veilig professionalisme plaatsen de dansers de juiste beweging op de juiste tel van de muziek; maar het belangrijke is vooral de juiste tel, niet de juiste kopie van de beweging. En daardoor zit er een dubbele bodem in dit werk, balanceert dit nog net aan deze zijde van onmenselijke beheersing. Misschien is dit gewoon meer typerend voor een (Amerikaanse) filosofie over samenleving -- ieder met zijn stekje met zijn bezigheid -.

Er zijn meer van deze ambiguïteiten binnen de strakke rasters die Childs trekt. Zeker in haar solo-dans "Outline". Op muziek van Gavin Bryars loopt zij, soms bijna gewoon wandelend maar dans als iemand zonder gewicht, soms huppelend in een acht over de scène, in een blauwwit licht. Dat lijkt heel speels, als een elfje, of een klein meisje in open lucht dat met geheven armen danst en zich inbeeldt ene ballerina te zijn. Als in de muziek plots een vaagweg bekend in de oren klinkend melodisch motiefje opduikt, verandert de belichting van blauwig naar oranje-rood voor een korte periode en maakt Childs, stilstaand, een beweging met de armen die een --vrijwillig- onbeholpen en vertederende versie van een klassieke balletpositie oproept: (zonder het te zijn).

Als de belichting terug omslaat wordt de achtbaan hernomen, maar met een andere omloop en met een ander vertrekpunt. De speelsheid, het onnozele zelfs hiervan, verder echter tegengesproken, door de pijnlijk ernstige blik en het lange, magere en diepst gespannen lichaam van Childs, waardoor de zweem van een dramatische tekst weggeveegd wordt. De tweespalt tussen de drang naar precisie en beheersing en een grote onthechting, een zekere speelsheid misschien ook wordt hier koudweg op scène geplaatst, zonder te proberen een brug te slaan tussen deze twee polen.

Man-vrouw

In "Availbale Light" tref je ook zo’n moment van verwarring aan tussen mogelijke versies van de dans. Op een bepaald ogenblik maakt Childs haar entree op scène in een diagonaal tussen twee rijen dansers die voor een keer dicht bij elkaar staan als om een haag te vormen voor de opkomende sterdanseres. Maar toch rationaliseert Childs zelf dit als een manier om de licht schuine lijn van het meer dan manshoge dansplatform achter haar op de scène (een konstruktie van architect Frank Gehry) te benadrukken, en tegelijk een richtingsverandering te introduceren in de danspatronen. Hoewel ze zich ten volle bewust is van de onmogelijkheid dat het publiek de zelfde interpretatie zal hanteren. Nog zo’n eigenaardigheid is de negatie van het onderscheid man-vrouw tijdens de voorstelling, terwijl bij het groeten na de voorstelling -- terug naar de gewone conventies -- mannen en vrouwen apart groeten.

Technisch indrukwekkend, uniek zelfs, laten deze voorstelling tot het ongemakkelijke gevoeg van een steriele, academische wereld na bij de toeschouwer. Maar, zoals ik probeerde aan te tonen, Lucing is lucide genoeg om ontsnappingsdeuren uit deze wereld, gewilde dubbelzinnigheden in te bouwen.