Date 1985-10-25

Publication De Standaard

Performance(s) The Orange ManAbsolute Kunst

Artist(s)

Company / Organization Group OOnafhankelijk Toneel

Keywords deenetimmerswarningklownkommuneabsoluteontaarddekunstgroupgroepsleden

Absurde humor op Klapstuk: "Group O" en "Onafhankelijke Toneel" te gast

LEUVEN -- Twee voorstellingen op een avond, het zou een zware brok kunnen zijn. Maar als het gaat om een werkstuk van "Group O" en een van "Onafhankelijk toneel" (een speciale Klapstuk-produktie) dan wil dat welmeevallen. Beide voorstellingen, al verschillen ze nogal wat, hebben een absurd-komisch karakter. Er valt hel wat te (grijs)lachen.

"Group O" is een ensemble van artiesten, verenigd "zonder leiding van" Katie Duck, opgericht in 1979 in Firenze. Hun voorstellingen worden ontwikkeld op basis van improvizaties, zodat alle leden tegelijk akteur en regisseur zijn. In The Orange Man b.v. gebruikten ze de figuur van de kleine Oskar uit de Blikken Trommel van Günther Grass als generator voor de ontwikkeling van het stuk. Wat zeker niet betekent dat het een koreografische transskriptie is van dat boek. Integendeel, had het programma dit niet parmantig meegedeeld, dan waren de enkele spaarzame fragmenten die er duidelijk naar verwijzen aan de aandacht van het publiek ontsnapt.

Eigenlijk is er in deze voorstelling geen samenhangend onderwerp te ontdekken. Er is een uiterst snelle wisseling van scènes waarin wel gelijkaardige motieven terugkeren (zoals het neervallen van lichamen als lijken, de rouw daarover, solodansen), maar zonder dat dit werkelijk koherentie begint te vertonen. De groep zelf spreekt van een wandeling, met tal van gebeurtenissen, van een familie door een bos langs een pad van appelsienen.

Klowns

De dans krijgt gestalte in een potpourri van stijlen met teatrale en mimische elementen. Ontregelde circusklowns, was de indruk die dit na enige tijd op mij maakte. Die indruk ontstaat door een typisch procédé: de klown als iemand die, in tegenstelling tot de toeschouwers, geen inzicht heeft in de situatie, stuntelend rondsloft, tegen anderen botst en omvergelopen wordt; de klown dus ook als een iet of wat tragisch personage. Maar de klown blijkt in dat botsen, springen en rollen een getraind, allerminst onhandig lichaam te hebben, zodat de gekste dingen mogelijk zijn.

Verbazing als plots Steve Paxton, de gastheer van het festival en een buitengewone danser, op de scène verschijnt en meedanst op de hem eigen wijze: alle delen van zijn lichaam lijken slechts met losse elastiekjes aan elkaar te hangen en autonoom te kunnen bewegen. In deze kontekst wordt verrassend de humoristische kwaliteit van zijn werk aan het licht gebracht. Toch is zijn interventie wellicht geen best idee geweest omdat hij de groepsleden gewoon "van de scène speelt".

Een ander essentieel komisch procédé in de voorstelling is het demonteren en kontrasteren, in muziek en dans. Wat te denken b.v. van twee dansers die music-hallachtige danspassen maken op een slepend traag barokachtig muziekje. Ook de akteurs zelf worden tegen elkaar uitgespeeld (de lange zware Frans Poelstra tegen de beweeglijke Alessandro Certini; de drie vrouwen). In al deze snelheid, kontrastwerking en humor tegen een hoog tempo schuilt ook de zwakte van de voorstelling: vaak ontbreekt het aan artikulatie en duidelijkheid in de bewegingen en hun opeenvolging. De grollen zijn daardoor een beetje flou en gemakkelijk. De vijf groepsleden hebben er te veel willen instoppen.

"Kunst"

Wat "Onafhankelijk Toneel" doet in Absolute Kunst is misschien minder gemakkelijk, maar getuigt evenmin van een sterke selektiviteit in de opbouw. Uitgangspunt is het leven van Jan F. Van Deene, een Nederlander die in het begin van de eeuw naar Parijs ging om zich als schilder te ontwikkelen. Hij kwam daar samen met zijn vriend Jacob Bendien op het idee "absolute kunst" te maken. Een idee dat ontaardde in een persoonlijk drama toen de bijval uitbleef, en Van Deene zich meer en meer vragen begon te stellen over de zin en de betekenis van "absolute kunst", van kunst die geen enkele relatie heeft met de gewone wereld.

Over Van Deene wordt met geen woord gerept in de voorstelling, maar deze tragikomische figuur staat wel model voor de ideëen van Mirjam Koen, die regisseerde, Gerrit Timmers en Marc Warning over de moderne kunst als geheel. De link met Van Deene wordt gelegd via de installatie op de tentoonstelling "Doch Doch", waar parallel op twee videoschermen fragmenten uit het dagboek van de schilder worden voorgelezen, en waar een stukje teater wordt getoond dat de voorstelling aankondigt.

Wat de groep denkt over absolute kunst wordt al bij de ingang duidelijk: het programma is een wit blad: dit gaat nergens over, slaat nergens op. De voorstelling zelf speelt zich op verschillende vlakken af. Op een band hoor je Timmers en Warning als een oude en een jonge kunstenaar die spreken over hun leven en werk. Een (te) lange reeks dia's illustreert ondertussen dat gesprek terwijl Timmers en Warning "live" allerlei handelingen uitvoeren op de scène. Uit de kontrasten tussen deze drie niveaus ontstaat een af en toe zeer geestig kommentaar op de gang van zaken in de kunstwereld. Terwijl je de twee kunstenaars de meest uitzinnige en gekompliceerde teorieën hoort uiteenzetten over hun werk, zie je ze met schaar, plakband en karton in de weer om vrachtwagentjes te maken, of rijden ze rond met plastic wagentjes vol echte groenten.

Toch wordt de moderne schilderkunst niet genadeloos afgekraakt; er is veeleer sprake van een ontroerde vertedering bij zo veel onschuldige onnozelheid van kunstenaars. Dat blijkt bv. als Timmers vertelt hoe hij enkele jaren in een kommune leefde, om verlost te raken van de alledaagse werkelijkheid Omdat de groep nog steeds gekonfronteerd werd met "symbolen van burgerlijkheid" in de vorm van meubels, was hij op het idee gekomen die in stukken te zagen. Uiteindelijk ontaardde de hele kommune in een chaos, en waren het de kinderen die de zorg voor alles op zich namen, tot de voedselvoorziening toe.

Ondanks een aantal schitterende momenten en knotsgekke invallen, is dit geen geslaagde voorstelling geworden. Er worden nogal wat open deuren ingetrapt, maar vooral duurt het allemaal veel te lang, zijn er veel te veel dia's, en zijn de werkelijk goede ensceneringen te spaarzaam om echt te overtuigen. Je krijgt de indruk dat je naar een ongestruktureerde opeenstapeling van ideeën kijkt, die ooit wel een goede voorstelling zal opleveren.

Nog vanavond om 22u in Naamsestraat 96 te Leuven, plaatsbespreking tel 016-23.67.73.