ANTWERPEN -- Als het ware toevallig een vrouw, Elisabeth van Dario Fo is een vrij complexe komedie over Elisabeth, de Engelse koningin uit de zestiende eeuw; complex, om de veelheid aan aangeboorde tema's, die samengebald zijn in wat op het eerste gezicht oogt als een volkse klucht over een ongetrouwde koningin die dreigt door haar vroegere minnaar, Robert van Essex, van de troon gestoten te worden, en desondanks naar hem blijft hunkeren. Pas op het ogenblik dat zij terugkeert tot de "raison d'état", verandert het stuk vrij drastisch van toon, en reveleert zich ten slotte in een (Shakespeariaanse) waanzinsmonoloog van de koningin die haar verantwoordelijkheid voor ettelijke doodvonnissen niet meer kan dragen, de "raison d'être" van het stuk zelf: een demonstratie van het cynisme van de moderne staat.
Voor het zover komt, krijgt de toeschouwer een demonstratie van de werking, in een notedop en volgens Dario Fo, van de parlementaire variant van het absolutisme. Hier en daar sluipt daar een verwijzing in naar hedendaagse politieke toestanden, o.a. op het ogenblik dat Elisabeth moet repliceren op de gijzeling van vier lords door haar beminde Essex; ze besluit koudweg hun belang te minimalizeren en ze te "dumpen", waarop Dame Jeanne (vertolkt door Charles Cornette) opmerkt: "Dat raisonnement heb ik al meer gehoord".
Dat zijn uiteraard schoten voor open doel. Subtieler wordt het stuk in de demonstratie van de strategie van slaan en aaien, die Elisabeth en haar stafchef Egerton van de geheime politie toepassen om konflikten (ook onderling) te beheersen. Tegelijk wordt de suggestie dat een bureaukratische en centralistische staatsvorm niemands menselijkheid kan respekteren, ook niet die van de heersers, steeds duidelijker. Dat kulmineert in de wanhopige monoloog van Elisabeth op het einde.
Een ander thema, dat de Internationale Nieuwe Scène (I.N.S.) ongetwijfeld nauw aan het hart ligt, is de macht van het volksteater als middel tot politieke aktie. Nu is het historisch zo dat Essex vlak voor zijn mislukte "putch" Richard II van Shakespeare liet opvoeren om de burgerij tegen de koningin op te ruien. Maar het stuk waar Elisabeth zelf zich in Als het ware... voortdurend druk over maakt is Hamlet; ze leest in de figuur van Hamlet een duidelijke verwijzing naar zichzelf, en teatraal wordt dat uiteindelijk ook bewaarheid. Tegenover de prototypische volksfiguur Dame Jeanne die om allerhande redenen biezonder entoesiast is over Hamlet is er bij de machthebber enkel de haast paranoïde argwaan tegenover de subversie in de kunsten, die er haar toe brengt Shakespeare voor te laten leiden.
Als het ware... wordt af en toe briljant uitgeakteerd door de akteurs van de I.N.S., met Hilde Uitterlinden als Elisabeth, Charles Cornette als Dame Jeanne en Emmy Leemans als Marta, raadgeefster van de koningin. De keerzijde hiervan is dat het geheel iets weg heeft van een zestiende-eeuwse jaarlijkse revue, waarin de vloer wordt aangeveegd met de politici van het ogenblik. De hele aankleding, met de nonchalante inleiding door Cornette, de liedjes tussendoor, en vooral het (biezonder mooie) decor van het Zuiderpershuis aan de Waalse kaai dragen daar toe bij. En hierin schiet m.i. de regie van Cornette tekort: het stuk heeft de vorm van een platte volksklucht waarin scherpe maatschappelijke inzichten verwerkt werden, en het oogt dan ook als een platte volksklucht, maar door het vrolijk erop los akteren, waarbij geen enkel grof effekt geschuwd werd, is het "inzicht" grotendeels herleid tot de al te bekende waarheden als koeien, waar niemand zich een lor van aantrekt. Zelfs in die mate dat in deze regie de finale monoloog als een onbegrijpelijk en overbodig toevoegsel dreigt over te komen, alsof iemand zich plots herinnerde dat er ook nog iets serieus moest gezegd worden. Het klassieke "een lach (en een traan)".
Een zeer genietbare produktie eigenlijk, maar het valt te betwijfelen of deze burgerlijke komedievorm ooit dié verontrusting zal kunnen teweegbrengen die de I.N.S. waarschijnlijk beoogt.
Nog deze week van dinsdag tot zaterdag en op 3, 4, 10, 11, 14 en 15 oktober, om 20 u 15, in het Zuiderpershuis, Waalse Kaai 14 te Antwerpen. Tel. 03-216.44.40