BRUSSEL -- Het is een leuke vaststelling dat een al wat ouder gezelschap als het BKT bereid is om het jonge "Dito-Dito" produktie-faciliteiten en een podium te geven om een dan toch vrij experimenteel getint stuk als Tars/zan op poten te zetten. Met deze voorstelling gaat "Dito-Dito" verder op de ingeslagen weg: het zoeken naar middelen om literaire teksten teatraal (of zelfs plastisch) te verbeelden, en te toetsen aan andere, o.a. eigen teksten.
Aan de basis van de voorstelling ligt Vladimir Majakovsky, een tragedie van Majakovsky uit 1913. In datzelfde jaar, terwijl de Russische futuristen het hele kunstgebeuren op zijn kop zetten, een nieuwe vorm voor een nieuwe inhoud voor een nieuwe tijd aan het uitvinden waren, verscheen ook Tarzan van E. Burroughs. En die Tarzan, lang geen beeldenstormer, is ten minste even prezent in de imagerie van de twintigste eeuw als het werk van Meyerhold, Majakovski e.a.
Bij die tekstfragmenten schreven Mieke Verdin en Willy Thomas een soort raamvertelling, "Er waren eens Bert, Eric en Natasja", hoewel de situatie van drie mensen, die zich op een zondagnamiddag zitten te vervelen, maar langzaam op de voorgrond komt, en doorkruist wordt door allerhande, soms visueel zeer mooie en komische, maar af en toe ook wel eens melige intermezzi.
Eigenlijk is het stuk niet terug te brengen tot enkele regels. Het zit b.v. barstensvol referenties. Alleen al het futurisme wordt rijkelijk geciteerd, in het inventieve decor van Peter Vermeersch en in de scène waarin allerhande voorwerpen, met als gemeenschappelijk kenmerk dat ze bewegen en blinken, ten tonele gevoerd worden. Maar kenmerkend voor de voorstelling is b.v. dat lampen op metalen staven, die perfekt kaderen in dat futurisme, even later net zo goed staan voor lianen waarin Tarzan rondzweeft.
Uiteraard zijn de rollen van de personages niet erg duidelijk omschreven. Guy Dermul en Willy Thomas rollen zonder overgang van het ene "stuk" in het andere, spelen de verkeerde rol in het verkeerde stuk en zo voort. De enige die min of meer een duidelijke identiteit bewaart, is Mieke Verdin in een schitterende vertolking van Natasja, het Russische meisje in traditionele kledij/Majakovsky. Haar verbazingwekkend goed volgehouden Slavisch aksent en haar ondeugend meisje/volksvertelster/dichter-personage geven een soort konstante ironische ondertoon, die deze verder wijdlopige voorstelling bijeen houdt. Al stapt ook zij eenmaal plots uit haar rol door haar pruikje met zwarte krullen uit te lenen aan Willy Thomas, zodat Russische traditionele kledij plots bekroond wordt door een erg hedendaags, absoluut niet passend, kort kapsel.
Want, al is dit een onderhoudende voorstelling, en al worden op een speelse manier kruisverbanden en kontrasten tussen teksten aangewezen, je zou je toch kunnen afvragen of iets meer beperking van de ingezette middelen de helderheid van het werk niet ten goede zou komen. Nu zou je je net iets te veel kunnen afvragen waar al die inventiviteit eigenlijk toe leidt.
Tot eind februari in het BKT, Kapellemarkt 8, Brussel, om 20 u. 30, elke woensdag, donderdag, vrijdag en zaterdag, en ook op zondag 22 febr. en l maart l om 15 u.