Date 1987-03-20

Publication De Standaard

Performance(s) Dollie, of avocado's bij de lunchRosemary Clooney's baby

Artist(s) Peyskens, Paul

Company / Organization

Keywords clooneyrosemarydolliebabykomediesschriftuursamengeplaktteaterregisseurgekommunikeerdwerkelijkheidsniveaus

Boeiend onderzoek, ook voor buitenstaanders: Studenten teaterwetenschappen spelen Rijnders

LEUVEN -- Gerardjan Rijnders, vooral bekend als teaterregisseur, heeft in de loop der jaren ook een aanzienlijk aantal stukken geschreven, voor het merendeel komedies. Om teatermaken aan den lijve te ervaren voeren de studenten teaterwetenschappen aan de KU Leuven elk jaar, na een vrij grondige dramaturgische analyse, een stuk op. Dit jaar viel de keuze op twee korte werken van Rijnders, Dollie, of avocado's bij de lunch en Rosemary Clooney's baby.

Als aanloop tot deze opvoeringen werd eerder dit jaar, onder impuls van Paul Peyskens, die als regisseur aangezocht werd, de "week van de onbehaaglijke komedie" gehouden. Een opzet waar Rijnders zeer wel in zou kunnen passen, want met zijn komedies is steeds iets bepaald vreemds aan de hand. Zij hebben altijd een zeer anonieme, om niet te zeggen banale schriftuur als je kijkt naar de formulering, bv. bij Rosemary Clooney. En als dat niet het geval is, zijn schriftuur en opzet aan een andere schrijver "ontleend". Dollie bv. ziet er op het eerste gezicht uit als een lukraak uit losse bladzijden van Tennessee Williams samengeplakt stuk.

"Normaal"

Wat ook meteen opvalt is dat er in zijn stukken niet gekommunikeerd wordt. Er zijn enkel een aantal "namen" (personages zou al teveel gezegd zijn, want de protagonisten hebben een sterk wisselende en nauwelijks gedefinieerde psychologie) en een aantal "uitspraken". Deze hebben onderling op zo'n verschillende werkelijkheidsniveaus betrekking, dat je als toeschouwer voortdurend op het verkeerde been gezet wordt over de ware toedracht van het plot.

Het kurieuze, en wrang-komische daarvan is dat je je na zekere tijd begint te realizeren dat dergelijk gepraat, dat enkel bijeen gehouden wordt door een paar steeds weerkerende situaties en zinnetjes, eigenlijk een zeer "realistische" weergave is van de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Of van de manier waarop mensen blijven geloven in een samenhangend levensverhaal, à la Dallas bv., al is daar allang geen sprake meer van.

De ene akteur pareert deze chaotische tekst vlotter dan de andere, de ene heeft ook minder last dan de andere van de konfrontatie met het publiek. Maar dat heeft een zekere charme, omdat de worsteling met het eigenaardig soort realisme van Rijnders, waar geen enkele situatie korrespondeert met een vooraf gegeven teatrale kode, en toch mits genoeg verbeelding terug te voeren is tot alledaagse incidenten, zeer sterk voelbaar is. Dat vooral in Rosemary Clooney's baby, waar het onwennigst geakteerd wordt aan een lange tafel die doet denken aan de stukken van de Wooster Group.

Hier en daar zijn er enkele absurde toestanden ingelast in de stukken, die impliciet of expliciet refereren naar droombeelden van de figuren. Het zijn de kanttekeningen van de regisseur bij hun warrige psychologie. Een en ander maakt dat deze opvoering verre van perfekt is, maar wel boeiend in kontrast met professioneel akteerwerk in "well-made plays". En om dat soort onderzoek is het voor de studenten uiteindelijk ook allemaal begonnen.