ROTTERDAM -- Het verschrikkelijk bewogen leven van koningin Sanseveria door Prins Mamillian de eerste. Het klinkt als een lichtironische titel van een intimistisch huiskamersprookje. Maar het is een teatrale Spielerei van Paul Peyskens. Uitgenodigd op de Rotterdamse "Vlaamse Zomer" (een zomers teaterfestivalletje met Vlaamse regisseurs) zocht hij zich een cast bijeen van jonge, volledig onervaren akteurs om "The Winter's Tale" van Shakespeare op te "voeren.
Uiteindelijk blijft er van dat ingewikkelde en nogal vreemde stuk nagenoeg niets over. Als je het stuk niet kent, valt van de jaloezie van Leóntes, koning van Sicilië, en het tragisch lot van zijn gemalin Hermione, haar zoontje Mamillius en haar pasgeboren dochter nauwelijks nog een spoor te achterhalen.
Een intrigerend fragment van The Winter's Tale heeft nochtans het opzet van Peyskens' komisch-verwarrende stuk mee bepaald. Op het ogenblik dat Leóntes een affaire tussen Polixenes en Hermione begint te vermoeden, zit zij met prins Mamillius in het paleis, en vraagt hem een, liefst vrolijk, verhaaltje te vertellen. Mamillius vindt een droef verhaaltje met spoken en geesten meer geschikt voor de winter. Net als hij het in haar oor wil fluisteren, stormt een doldrieste Leontes binnen. Het verhaaltje -- de titel verwijst er nochtans naar -- kom je niet te weten. Alsofhet te mooi was om opgeschreven te worden...
Mamillius is hier prins Mamillian de eerste geworden, een jonge knaap (Steffan Haans) in een vaag achttiende-eeuws pakje, die entoesiast vertelt over een opvoering van Peymann en op lichtjes lachwekkende erudiete manier filozofeert over de juiste interpretatie van het scènebeeld. Hij heeft zelf ook iets geschreven, en dat gaan we zien. Maar eigenlijk krijg je helemaal niets te zien, want zowat alles loopt in het honderd. Koningin Sanseveria (Silvana Span) probeert de schijn hoog te houden, voor zover dat haar zelf overigens wil lukken, maar uiteindelijk leidt de hele toestand tot een soort kollektieve emotionele uitbarsting, en storten de dromen van de jonge kunstenaar als een kaartenhuisje in elkaar.
Net op het ogenblik dat je het gevoel hebt naar een nogal licht aangezette, salon-fähige bewerking van Decortes "Het stuk stuk" te kijken ("het lijkt wel alsof we hier in dat stuk zitten van die andere Belg, hoe heet ie nou weer" roept Sanseveria plots) wordt de regisseurshand voelbaar, wordt het uiterst planmatige karakter van wat een chaos lijkt steeds meer tastbaar gemaakt. Het gaat hem eigenlijk niet om personages die het noorden kwijt zijn, of een stuk dat de hoogdravendheid van burgerlijk teater als toppunt van mediocriteit en banaliteit ten tonele voert. Op een heel amusante manier vertelt Peyskens een sprookje over een gevoel van "is het maar dat", over hoe er van die wilde droom, dat geweldig idee waarmee je aan iets begint, niets meer overschiet dan een onnozel en patetisch stukje, sanseverias voor het raam (precies wat het decor van Michel Van Beirendonck voorstelt).
Over, hoe anderen (akteurs, dat eigenaardig soort mensen, en waar zijn die eigenlijk wel mee bezig? met het stuk?) met je stuk zijn gaan lopen. Waarmee we terug zijn bij dat ene verhaal van Mamillius dat we (gelukkig voor het verhaal) nooit zullen kennen.
Tenminste, dit is een mogelijke invalshoek om dit biezonder ingewikkelde verhaal (een deurenkomedie, maar dan met stukken tekst in plaats van slappe deuren) te bekijken. Zonder de komplicerende faktor dat heel wat andere auteurs, o.a. Tjekov "meespreken", dadelijk te verrekenen. Een stuk dat overigens uitzonderlijk goed getimed is, en al even goed geakteerd wordt. Eigenaardig als je bedenkt dat diezelfde werkmetode met amateurs in Vlaanderen Peyskens niet steeds even onverdeeld gunstige resultaten opleverde.
Tot 6 september in Rotterdam in het museumpark (naast Boymans-Van Beuningen) om 21.00 u. Daarna o.a. in Antwerpen en Leuven te zien (precieze data niet gekend).