LEUVEN -- Jean-Claude Gallotta, tijdens Klapstuk '85 onbetwist dé lieveling van het publiek met Groupe Emile Dubois, opende woensdagavond Klapstuk '87 met een nieuwe dubbelkreatie: Les Louves et Pandora. Twee driehoeksverhoudingen, zoals de koreograaf Christopher Lemm ze zich herinnert, tekenen zich af tegen het decor van een vervallen stad, als was het een soort Pompeji.
Die Lemm zou kunnen staan voor het kollektief geheugen van West-Europa, de neerslag of de beeldvorming die na eeuwen is gebleven van de maalstroom van gevoelens, die ontstaat bij een driehoeksverhouding. Het is die beeldvorming die door Gallotta met veel humor en onmiskenbare zwier geëxploiteerd wordt. Al lijken de twee stukken een verhaal te vertellen, het gaat meer om een samenvoegen van flarden verhaal, situaties eigenlijk die voor zich spreken, zonder enige intrige. Waar het Gallotta om gaat, lijkt mij, is met alle denkbare middelen, die kwasi-mytische situaties een nieuw leven in te blazen. Het gaat niet om dans op zich, Gallotta's werk is door zijn "meer dan levensgrote" allures meer verwant aan opera. Geen psychologisch drama dus, maar een soort eklektische epiek.
Les Louves, zo noemt de danser Cyril Lussac (Pascal Gravat) zijn twee vriendinnen in het eerste stuk; de ene een vamp met de allure van Lisa Minelli in Cabaret (Muriel Boulay), de andere een verdacht onschuldig ogend kindvrouwtje in peignoir met een lange blonde pruik (Viviane Serry). Lussac verleidt ze alle twee, maar valt uiteindelijk ten prooi aan opperste verwarring als de twee hem tegelijk zusterlijk opeisen om aan hun verlangens te voldoen.
In Pandora is de situatie net omgekeerd, twee broers (Christophe Delachaux en Robert Seyfried) worden verliefd op de door het hele dorp begeerde Pandora (Mathilde Altaraz). In karakter al elkaars tegenbeeld, wordt de tegenstelling, maar tegelijk ook de verbondenheid tussen de twee rivalen tot een hoogtepunt gevoerd, dat eindigt in een dolle stoeipartij met drieën op een groot bed.
Gallotta loopt voortdurend zelf rond in de coulissen, als Christopher Lemm, als de regisseur, ten slotte bijna als God de Vader die het gebeuren subtiel naar zijn hand zet en bijna triomfantelijk schapevachten en een ram op het podium komt leggen, als bezegeling van het gebeuren.
Zijn koreografie is moeilijk onder een noemer te vatten. Net zoals hij met bekende verhaalstof op een enorm vrijpostige wijze omgaat, laat hij zijn dansers nu eens gewoon akteren (al zit er altijd wel een sterke ritmering achter, en heeft het vaak meer weg van mime) en flarden zinnen uitspreken, om daarna op stijldansen (twist b.v.), music-hall of ballet over te springen. Ook zijn scènebeeld is soms overrompelend en nauwelijks te volgen als er in de coulissen, op de voorscène en op de achtergrond gelijktijdig drie verschillende dingen gebeuren. Het begin van Les Louves b.v. lijkt net een videoclip waar in één beeld een massa informatie samengebald wordt.
Af en toe werkte dat niet meer, je voelde dan de naden tussen twee geweldige vondsten in. In die momenten voel je dan ook hoe de eveneens nogal overdonderende muziek van Henri Torgue de hiaten met nogal voor de hand liggende truuks moet opvullen (luid aanzwellende muziek die plots stilvalt om een wending te onderstrepen b.v.). Het is ook op die momenten dat de brokkelige struktuur en de magere stoffering van het gegeven hinderen. Het is een euvel dat vooral Les Louves nogal teistert.
Dat wordt dan wel ruim gekompenseerd door de humoristische tederheid die Gallotta zijn personages meegaf, en vooral, zijn vermogen om dat met de "juiste" teatrale middelen tot uiting te brengen.
Vanavond en morgenavond "Les Survivants" van Gallotta's Groupe Emile Dubois in de stadschouwburg van Leuven om 20 u 30.