Date 1988-01-25

Publication De Standaard

Performance(s) Boom uit de tropen

Artist(s) Jan Ritsema

Company / Organization Toneelgroep Amsterdam

Keywords vandenhoveritsemadecorwerkelijkegrootheidtropenoverzichtstentoonstellingwagenklankkastschermen

Charles Vandenhoves geslaagd debuut als decorontwerper: Attributen "Boom uit de tropen" in DeSingel

ANTWERPEN - In de hal van DeSingel staat een fragment van het imposante decor dat Charles Vandenhove ontworpen heeft voor Jan Ritsema's regie van "Boom uit de tropen" van Mishima voor Toneelgroep Amsterdam. Langs de trappen hangen de kostuums en boven staat een maquette van het totale decor, met daarbij een fotoserie.

Het gebeurt zelden dat een decor tentoongesteld wordt, zeker als je weet dat de kritiek over het stuk zéér verdeeld was, hoewel het decor niets dan lof toegezwaaid kreeg. Het stuk werd zelfs al na een week afgevoerd, ook al omdat het voor de vrij jonge cast zeer belastend bleek en de animo om het na een geplande onderbreking van drie weken te hernemen, ver zoek was.

Nochtans, binnen de programmatie van DeSingel is deze tentoonstelling een goed idee, omdat ze de raakvlakken tussen twee werkingsterreinen van de vzw --architektuurtentoonsteilingen en 'teater -- laat zien. Vandenhove kreeg al eens een overzichtstentoonstelling van zijn architektuur in DeSingel, en is er nu met één decorontwerp te gast, en binnenkort is er een rekonstruktie van Oscar Schlemmers "Triadische Balletten" en "Bauhaustanze" te zien. Schlemmer is een Bauhauskunstenaar uit de jaren '30 die zich ook bewoog in het randgebied tussen zo verschillende disciplines als architektuur, design, schilderkunst en dans.

Ritsema leerde Vandenhoves werk kennen op diens grote overzichtstentoonstelling in het Beursgebouw in Amsterdam. In zijn inleiding lichtte hij zijn keuze toe. Het stuk is voor hem een spel waarin iedereen zich van alles verbeeldt om de werkelijke feiten te ontlopen. Die verbeelding is "een handlanger van de dood". Ritsema ziet elke produktie als een kritisch zelfportret van een regisseur, en voor hem draagt het zelfportret van deze voorstelling haat uit, haat "over de pijn die je is aangedaan en waarvoor je te beroerd was om het te verwerken". In Mishima's stuk, gestruktureerd als een Grieks drama, een soort Japanse Oresteia bijna, vind je inderdaad dat gevoel terug. De man zelf was dan ook een biezonder gekwelde figuur.

"Met de regisseur zit het niet goed, met de schrijver zit het niet goed, met het stuk zit het niet goed," aldus Ritsema "We zochten dus een houvast om te werken, en dat vonden we in het werk van Vandenhove dat zeer ambachtelijk, monumentaal, harmonieus en vooral zeer materieel is, in tegenstelling tot de meeste decors die enkel iets suggereren, maar geen werkelijke ruimte bieden."

Ritsema wou een decor als een klankkast, zoals een klankkast bij een viool hoort, een decor dat een bewustzijn van ruimte gaf aan de akteurs, ongeveer op dezelfde manier als de bestuurder van de wagen weet waar de bumpers van zijn wagen zitten, alsof zijn lichaam een andere grootheid gekregen had met de wagen. Volgens Ritsema geeft de magie van een werkelijke ruimte een grootheid aan de akteurs, maakt het hun verbeelding groter. Een werkelijke ruimte versterkt ook: de muzikaliteit van de taal. Het decor werd dus een werkelijke ruimte, met een plafond en gesloten wanden, met een grote trap in het midden waarlangs de akteurs de ruimte betraden.

Vandenhove heeft er een meesterwerkje van gemaakt. Het is een imposante ruimte geworden, die via zijn welbekende vierkantmotieven een sakraliteit suggereert die zowel naar de Griekse tragedie als naar de Japanse kultuur verwijst.

De kleurkeuze, wit, rood, verwijst in zijn schrilheid naar de scherpe konfliktsituaties terwijl het goud van de achterwanden het rituele karakter van de handeling onderstreept. Het decor bestaat immers uit een rechthoekige gouden achterwand die door schermen met matglazen vierkanten aan het oog onttrokken is.

Die dubbelheid in het decor is een parallel voor de dubbelhartigheid van het gebeuren zelf. Dat wordt nog onderstreept doordat de onderste vierkanten van de schermen in helder glas zijn uitgevoerd, i.p.v. mat glas, zodat je wel weet dat er iemand achter de schermen staat, maar je nooit zijn gezicht kan zien, als wil niemand de ander werkelijk in het gezicht kijken.

Het is natuurlijk moeilijk te beoordelen hoe het stuk werkelijk verliep binnen dit decor, al zou er een video-opname van bestaan, maar die was op deze tentoonstelling bij de opening niet te zien. Toch is deze minitentoonstelling op haar manier zeer fascinerend.

Tot 14 februari, dinsdag tot zondag van 14 tot 18 u. Geen catalogus, wel een tekstboek van Toneelgroep Amsterdam (150 fr).