Date 1988-04-29

Publication De Standaard

Performance(s) Tanz mit Männer

Artist(s) Roxane Huilmand

Company / Organization

Keywords männerformalismepuurtanzaspektenutrechtinteressantvlakonderlingschaarbeek

"Tanz mit Männer" in evolutie: Koreografie van Roxane Huilmand

UTRECHT -- "Tanz mit Männer", de tweede koreografie van Roxane Huilmand, ging in première op het Spring Dancefestival in Utrecht. De tijdsdruk ten gevolge van een vastgelegde premièredatum was er misschien de oorzaak van -- en het feit dat de voorstelling nog aanzienlijk evolueerde tijdens de eerste drie voorstellingen wijst daarop -- dat het geheel onaf en chaotisch oogde. Deze week staat deze produktie van het Kaaiteater op de affiche van teater 140 in Schaarbeek.

Wel is een van de uitgangspunten van de voorstelling juist het spel met chaos en orde. De voorstelling is opgebouwd rond een aantal polariteiten op het puur formele vlak (de bewegingen, de ruimtelijke distributie van de dansers) en op het teatraal-emotionele vlak (de spanning tussen vijf mannen en één vrouw, de spanning tussen het springerig dansen en het landerig tegen de muren hangen). Die twee aspekten zijn natuurlijk niet los van elkaar te denken of te zien, maar er zijn wel aksentverschuivingen in de koreografie merkbaar van puur emotionele naar puur formele bekommernissen, met een duidelijke nadruk op het eerste.

Wat dat als voorstelling oplevert, stelt teleur, zeker als je, na de schitterende solo Muurwerk, met hooggespannen verwachtingen gaat kijken. De gegevens van de voorstelling waren niet of onnauwkeurig uitgewerkt alsof we nog maar in de eerste helft van de repetitieperiode zaten.

De emotionele zijde bijvoorbeeld. Men merkt landerigheid, gekte, vrolijkheid, tederheid, verleiding en frustratie tussen man en vrouw en tussen mannen onderling, maar de voorstelling ervan blijft te veel hangen in clichématige vormen. Het ziet eruit alsof het op papier bedacht is zonder aanzien des persoons. Soms kun je bij de dansers eigen fysieke en expressieve kwaliteiten merken die tenietgedaan worden doordat iedereen door de eenheidsmangel van een zeer gelimiteerd en stereotiep arsenaal bewegingen gedraaid is.

Die beperking van de bewegingstaal zou dan op formeel vlak interessant kunnen zijn als contrapunt voor het wild door elkaar hollen van de dansers en het spelen met de massa rode blaadjes op de scène. Maar formalisme is evident niet de hoofdbedoeling van de koreografe en de precisie van de uitvoering is ook niet groot genoeg om dat kontrast werkelijk aan te voelen. (Met dan nog de bedenking dat zelfs in puur formalisme de specificiteit van de dansers een interessant element kan zijn.)

Die precisie heeft veel te maken met de vrij slordige timing: de voorstelling heeft geen ritme, de dode punten overvallen telkens weer als momenten, niet van rust, maar van verveling, omdat de strukturering van de "levendige" delen op zich al voortdurend een chaos, en dus teatraal doods is. De voorstelling is een veel te lange ketting van onderling niet uitgebalanceerde fragmenten. Het uitzuiveren van de timing alleen al zou de voorstelling veel meer overtuigingskracht kunnen geven. Nu is de aandacht van de koreografe op zo'n aleatorische manier verspreid over zoveel mensen en aspekten dat geen enkel werkelijk interessant wordt. Over een paar weken zou dat dus wel eens heel anders kunnen zijn.

Nog vanavond in Théâtre 140, Plaskylaan 140, Schaarbeek. Reservaties: Kaaiteateronthaal 02-512.14.82.