Date 1988-05-18

Publication De Standaard

Performance(s) Cagliari, an opera of horror in latin

Artist(s) Jan PanikDenis De Visscher

Company / Organization

Keywords caligaripaniklatinkompenserengruwelverhaalbloedstollendeomdooptleerperiodeknifeindiaantje

Veel maten bloed voor niets: "Caligari, an opera of horror in latin" op de Beweeging

ANTWERPEN - Als iemand die in het dagelijkse leven Denis De Visscher heet, zichzelf omdoopt tot Jan Panik alvorens de scène op te klimmen, zou je misschien een bloedstollende voorstelling kunnen verwachten, was het niet dat de nadrukkelijkheid van de naam een soort kwajongensbranie laat vermoeden, die bij het eerste zuchtje wind als een soufflé in elkaar zakt.

Zijn Knife Dance (1983) b.v. wou er zeer vervaarlijk uitzien maar het loze gezwaai met messen was dat net zoveel als cowboy en Indiaantje spelen. Dat neemt niet weg dat Jan Panik een eind weg kan koreograferen, en zelfs niet eens onaardige muziek komponeerde voor zijn Caligari, an opera of horror in latin.

De muziek wordt live gezongen door drie zangers die in zeer plechtstatige gewaden opgesteld staan in drie torens op de achtergrond van de scène, met de haren stijl omhoog. De instrumentale begeleiding is op band opgenomen. Op de voorgrond speelt zich dan een koreografie af, die overduidelijk een soort verhaal wil vertellen. Een gruwelverhaal dan nog wel, zo lijkt het. Maar voor wie de film Das kabinett des Dr. Caligari niet gezien heeft of het programmaboek niet leest, is er werkelijk geen touw aan vast te knopen. Hoewel je wel kan zien dat de eerste twee bedrijven "ernstig" opgevat zijn, terwijl in het derde bedrijf het (blauwe) bloed bij beken stroomt en op die manier de gruwel ontaardt in een dwaze klucht.

Nu hoeft dat op zich geen groot bezwaar te zijn, als de dans op zich voldoende materiaal aandraagt. En dat is niet echt het geval. De bewegingstaal is in oorsprong klassiek, maar het tempo is sterk opgedreven, en de bewegingen worden zeer schichtig uitgevoerd, met zeer veel huppel- en springpassen. In de vreemde samenvoeging van gebaren, en het gebruik van kombinaties die vreemd zijn aan het klassieke repertoire, merk je de invloed die de koreograaf heeft ondergaan van zijn leerperiode in de Cunningham Dance Studio. De zwarte danser beweegt ook vaak vanuit zijn heupen, wat soms een nogal sterk kontrast oplevert met de meer "gestrekte" dansstijl van de anderen.

Maar dat alles levert niet direkt een overtuigend geheel op. De dansers zijn niet onverdienstelijk, maar in kleine foutjes merk je dat de techniek zoveel koncentratie vraagt dat er geen ruimte overblijft om de dans een zekere emotionele meerwaarde te geven. Die is ook niet terug te vinden in de koreografie an sich, die ook weer niet kwaad is, maar niet van zo'n gehalte dat ze al de poeha van de kostuums, de muziek, de speciale bloederige effekten kan kompenseren. De voorstelling blijft daardoor steken op het peil van redelijk amusement met nogal grote pretenties.

Nog voorstellingen in de Hallen van Schaarbeek van 26 mei tot 4 juni, behalve op zondag, om 20 u.30.