Date 1988-09-28

Publication De Standaard

Performance(s) Ottone, Ottone

Artist(s) Anne Teresa De Keersmaeker

Company / Organization Rosas

Keywords ottonepoppeasenecaoctavianerolibrettonuanceskaraktervolle-saezde-mey

Rosas brengt dansteater met emotionele intensiteit: "Ottone, Ottone" veeleisend

BRUSSEL - Ottone, Ottone, de nieuwe produktie van Anne Teresa De Keersmaeker is een reflektie in dansteater op het libretto en de muziek van Claudio Monteverdi's Incoronazione di Poppea. Het verhaal wordt gevolgd en de opera wordt in nagenoeg zijn volle duur op band afgespeeld op scène, maar de (politiek-maatschappelijke) nuances in de intrige verglijden, o.a. door de afwezigheid van het libretto in het programmaboek, naar het tweede plan. Ze maken plaats voor een diffuser verhaal, bijna uitsluitend in bewegingstaal verteld, en daardoor zeer cru, direkt emotioneel en complex.

Het is een vrij grootschalige produktie geworden, met zestien dansers. Michele-Anne De Mey is Amor, die Nero (Jean-Luc Ducourt)ertoe aanzet Octavia te verstoten voor de sluw-berekenende Poppea (Kitty Kortes Lynch) tegen alle goede adviezen van Seneca in. Ottone (Vicente Saez), Poppea's eerdere minnaar, probeert dan op aanstoken van Octavia, verkleed als Drusilla, Poppea te vermoorden. Hij mislukt en wordt ontmaskerd, maar Nero vergeeft hem in de algemene amoureuze euforie. Seneca pleegt zelfmoord.

Dat is in grote lijnen het verhaal. Door het invoeren van een ceremoniemeester en het nadrukkelijke manipuleren van de klankband, wordt het gegeven van de voorstelling zelf een soort kaderverhaal

En het is ook op dat punt dat de voorstelling interessant wordt; je merkt een konstante spanning tussen de personages van het verhaal, het temperament van de dansers (en er zijn er enkele karaktervolle zoals -Saez, De-Mey en Ikeda) en de inzichten van de koreografe. Dat geeft soms momenten van enorme fascinatie, waarbij het verhaal volledig opgelost raakt in de intensiteit van het teatraal gebeuren. Het verdubbelen of verdrievoudigen van een figuur als Ottone of Seneca, of het kombineren van neven- en hoofdfiguren, versterkt dit nog. Maar het eist ook veel van de toeschouwer. Het is drie en een half uur zeer intensief kijken, want wat verteld wordt, zit in nuances van bewegingen en houdingen, en moet aanhoudend geïnterpreteerd worden.

Soms gaat de voorstelling dan ook uit de bocht. Je krijgt de indruk dat het niet meer klopt, dat er in de situatie meer zit dan eruit gehaald wordt, dat figuren wat verloren lopen op de scène. Je denkt dat het verhaaltempo van de opera anders ligt dan dat van de dans, zodat er geknipt had moeten worden in de klankband. Op de première gaf de voorstelling de indruk dat ze nog niet volledig in de plooi gevallen was. Maar A.T. De Keersmaeker laat hier wel nog eens zien dat ze biezonder goed weet wat ze wil vertellen en hoe, en er nog in slaagt ook, schoonheidsfoutjes en dramaturgische onvolkomenheden niet te na gesproken.