BRUSSEL - "Bruzzle '89" is een festival met een ruim teateraanbod van onze Noorderburen, maar de spits van de teaterprogrammatie werd afgebeten door het Brusselse Dito' Dito', met een teaterdrieluik over de verhouding tussen kunst en leven. De grenssteen is de naam van de trilogie, maar elk deel is een op zichzelf staand stuk. Voorlopig zag ik het tweede en derde deel, Charlotte (het meisje en de dood), geschreven en geregisseerd door Jan Roets, en Als wij doden ontwaken van Henrik Ibsen. Het eerste deel heet de Sixtijnse kapel, een tekst van Yourcenar, geregisseerd door Jo Huybrechts. Maar het tweede en derde deel deden mij niet echt hunkeren naar meer.
Charlotte is een monoloog, gespeeld door Mieke Verdin, gebaseerd, op leven en werk van Charlotte Salomon, een vrouw die in 769 aangrijpende gouaches haar leven neerschilderde, vooraleer ze zelfmoord pleegde. De monoloog situeert zich in de tijd na het beëindigen van haar schilderwerk, vlak voor haar dood, als ze zich afvraagt waartoe al haar inspanningen geleid hebben. Grote roem is er niet gekomen, iedereen lijkt haar af te wijzen. De man van wie ze hield, en die haar aanzette verder te schilderen, heeft haar blijkbaar misbruikt, ze heeft de vernederingen van de nazi-vervolging moeten doorstaan, en dan gaat ze bovendien nog gebukt onder het besef dat haar grootmoeder en haar moeder zelfmoord gepleegd hebben, na een schijnbaar zinloos leven.
Monoloog
Zo'n opeenstapeling van ellende, verwerkt tot kunst, het is wellicht materiaal voor een monologue intérieure over leven en kunst, maar die ellende op zich garandeert geenszins dat die monoloog ook ontroerend of zelfs maar verhelderend is. Dat is Jan Roets dan ook niet gelukt: de tekst doet zich niet voor als een samenhangende verwoording van die interne konflikten die tot de kunst en tot de zelfmoord van het meisje geleid hebben. De tekst heeft integendeel de struktuur van een nieuwsjournaal waarin zonder enige duiding niets dan schokkende beelden vertoond worden. Je begrijpt wel dat dit niet om te lachen is, maar de ontroering die hierbij ontstaat, kan hooguit van een nogal syntetische, plichtmatige soort zijn, omdat de opgeroepen beelden niet passen in een herkenbare tekst.
Het is een beetje gênant om een uitstekende aktrice als Mieke Verdin in de weer te zien met deze tekst. Allicht heeft zij iets meer achtergrondinformatie over leven en werk van Salomon, maar uiteindelijk kan zij met deze tekst ook niet veel meer doen dan er de passende beelden tot gepaste ontroering bij leveren, omdat de tekst zo weinig verhaal is. Ze kan dat zeer goed, daar niet van, maar het is zo eenduidig dat je al snel alle belangstelling verliest. Jammer voor de moeite.
Beeldhouwer
Dan is de bewerking van Ibsens stuk heel wat beter geslaagd. In een ijltempo wordt een drastisch ingekorte versie door Mieke Verdin, Guy Dermul, Els Olaerts en Willy Thomas erdoor gejaagd. En daarbij blijft weinig heel van Ibsens zorgvuldig gekonstrueerde tegenstellingen tussen personages. Grof geschetst komt het hier op neer dat Arnold Rubek, een groot beeldhouwer, zijn tweede vrouw niet kan bieden wat hij haar voorspiegelde toen ze huwden, omdat hij met zijn gedachten te veel bij zijn eerste geliefde, Irene is. Maar die heeft hij ook verwaarloosd, omdat hij te veel met zijn kunst bezig was. En terwijl zijn tweede vrouw er, op zijn oude dag, met een berejager (!) vandoor gaat, beleeft hij in zijn dromen een hereniging met zijn oude geliefde Irene, en worden alle onuitgesproken konflikten eindelijk uitgepraat. Het eindigt met een harmonieuze, zij het denkbeeldige (fysieke en spirituele) hereniging, terwijl het slippertje van Maia op een regelrechte verkrachting uitloopt.
Door een potsierlijke inleiding van Guy Dermul, door het gebruik van stereotiepe maskers, en doordat bijna alle gesprekken van Rubek met de anderen op klankband opgenomen zijn (hij laat ze afspelen met een afstandsbediening), worden al de diepe gedachten van Ibsens stuk op nogal losse schroeven gezet: wat destijds diepgaand was, is verworden tot een clichématige verwoording, en het valt te betwijfelen of hier nog nieuw leven in te blazen valt. De doden mogen blijkbaar blijven rusten.
Nog te zien in "De Markten" in Brussel elke dag behalve zondag t.e.m. volgende dinsdag. Het eerste deel begint om 19 u, het tweede om 21 u, en het derde (dat slechts een half uur duurt) om 23 u. Het aantal zitplaatsen is beperkt, reserveren is dus aangewezen.