BRUSSEL -- de Musset is in Vlaanderen een weinig gespeeld teaterauteur, en zijn stukken hebben een oubollige, belegen reputatie. Théâtre Varia speelt nu Les caprices de Marianne. In dit verhaal stuurt de wanhopige verliefde Coelio zijn vriend Octave uit om de jonge en beeldschone Marianne, gehuwd met een lompe, oude rechter, over zijn liefde te berichten. Met het bericht is Marianne niet opgezet, maar in de jeugdige brutaliteit van Octave ziet zij wel wat. Door de achterdocht van haar man, de onvoorzichtigheid van Marianne en Octave en het blinde verdriet van Coelio, vindt deze laatste de dood.
Wat zich aankondigde als een intelligente liefdeskomedie, krijgt daardoor tenslotte een tragisch einde. Over het stuk, de auteur en de regie hadden we een gesprek met Philippe Sireuil van Varia.
Hoe kom je bij de Musset uit, zeker nu jullie dit jaar maar één kreatie hebben?
Op het INSAS (de tegenhanger van RITCS) en in Straatsburg werkte ik twee jaar aan scènes uit het stuk; ik ontdekte dat het gewaagder, scherper was dan men denkt. Ik geloof dat de Musset een van de belangrijkste teaterauteurs van de 19de eeuw is. Ik denk trouwens dat Marianne een erg hedendaagse vrouw is. Ze heeft een sterke persoonlijkheid, is doortokken van een sterk zinnelijk verlangen, maar ontsnapt volkomen aan het begrip van de mannen. Zij en Octave zijn zowat als een zeer jonge Cathérine Deneuve met Depardieu: een bourgeoise met een lompe vlegel.
Het stuk is dubbelzinnig in de behandeling van het liefdestema.
De speelsheid gaat inderdaad hand in hand met de ernst in de taal van de Musset. Lyrische en cynische teksten wisselen elkaar voortdurend af. Maar op het einde blijkt hij zeer pessimistisch: er is geen verraad, noch door Marianne, noch door Octave, en toch valt er een dode. Hij beschrijft een banaal fait-divers dat tragisch eindigt. Dat evenwicht tussen klucht en tragedie is heel Shakespeariaans. Het is verbazend dat de Musset de eerste versie uit 1833 van dit stuk schreef op zijn drieëntwintigste: je treft er tegelijk een absolute luciditeit en een grote "ludicité" in aan.
Bovendien, en dat trok mij zeker aan in het stuk, eist de jeugd er in de figuur van Octave haar rechten op. De jeugd is brutaal, wild, onberekend, of het is geen jeugd. Die figuur staat haaks op de figuur van Claudio (Mariannes echtgenoot) met zijn strikte moraal. Ik denk dat het belangrijk is om dat te tonen in een periode waarin "cocooning" onder jongeren heel populair wordt. Claudio wordt aanvankelijk dan ook wat belachelijk voorgesteld, net zoals de Musset dat doet, maar in de loop van het stuk krijgt ook hij een tragische dimensie. Hij houdt werkelijk van Marianne, en ik denk soms dat de liefde idioot maakt. Hij doodt Coelio uiteindelijk door jaloersheid.
Hoe breng je dat allemaal op scène?
Het stuk speelt tijdens de karnavalperiode. Karnaval vormt de achtergrond. Het stuk wisselt van scène tot scène van karakter, net zoals de tekst. Het is geen beschaafde, afgelikte voorstelling, ze zit vol verwijzingen naar Tati, Buster Keaton, rockmuziek als de Rolling Stones. Ik beschouw deze regie zowat als een afscheid van mijn jeugd, geprojekteerd in de figuur van Octave. Dat is de grond van die verwijzingen. Ik denk dat dat perfekt klopt met de Mussets tekst, die hij trouwens na de eerste versie nog tweemaal herwerkte, in 1840 en 1851. Ik maakte een kompilatie van deze drie edities.
"Les Caprices de Marianne" is te zien in Théâtre Varia, Scepterstraat 78, 1040 Brussel vanaf 8 februari, telkens om 20 u. 30. Inlichtingen: tel. 02-640.35.50.