BRUSSEL -- Weinig premières zijn zo lang verwacht -- en dat is letterlijk te nemen, want de eerste aankondiging is nu zowat een jaar oud -- als Jan Decortes bewerking In het moeras van Georg Büchners Woyzeck. Decorte, zonder veel konkurrentie de meest spraakmakende regisseur in Vlaanderen, bracht eerder immers ophefmakende voorstellingen van andere klassiekers als King Lear of Torquato Tasso.
Later eigende hij zich de tematiek en teksten van andere klassiekers als Hedda Gabler, Hamlet, Macbeth en Titus Andronicus toe, op een ironische, komische maar vooral persoonlijke manier. Op die manier ontstonden ook regelrechte komedies als Kleur is alles en de Aids-trilogie, waar het personage Jan Decortë sterk op het voorplan kwam. In steeds wisselende, maar door het kultiveren van tics ook heel herkenbare gedaanten maakte hij zijn publiek deelachtig aan zijn positie in "het leven". En het ziet er voorlopig niet naar uit dat aan die evolutie een einde komt.
Wie dacht dat Decorte met deze Woyzeck weer bij zijn beginperiode zou aanknopen, kwam van een kale reis terug. Het is eerder alsof Decorte, verveeld met het feit dat men zijn komedies niet serieus neemt, van de weeromstuit dit serieuze werk als een klucht afhaspelt. Voor wie dus een nieuwe kijk op Woyzeck verwacht: volgens Decorte "is dieje gast echt zot" en "begrijpt (hij) absoluut niets" van zowat het halve stuk.
Een pose die voor velerlei uitleg vatbaar is. Het is een steek in de richting van publiek dat over steeds diepere en grotere betekenislagen dooremmert (met en passant een volledig gebrek aan inzicht in die tekst en zijn enscenering).
Maar het is ook een positieverklaring: je krijgt Decorte niet waar je hem misschien hebben wil, in het hoekje van het "serieuze" teater. Terwijl het gelach tenslotte ook onmacht zou kunnen maskeren om met die tekst nog iets aan te vangen, al is dat met veel voorbehoud gezegd.
In ruil daarvoor trakteert de man ons wel, bijgestaan door Sigrid Vinks en een ander meisje, op een onweerstaanbaar grappige demonstratie van zijn teaterinstinkt. Een averechts werkend instinkt dan wel want waar het maar enigszins kan, saboteert hij klassieke teatertruuks volledig.
Zo gooit hij het mes, gekocht om Marie te vermoorden (tussen alle onnozele prietpraat door wordt de tekst van Büchner ook nauwgezet gevolgd), in een onbewaakt moment weg. Deze uitvoerige aankondiging van de misdaad levert daardoor bij de daad zelf pure slapstick op: hij gaat Sigrid ongewild met een mondharmonika te lijf. Allemaal uitzinnig grappig dus.
Het brengt tegenover de Aids-trilogie dan wel niet zoveel meer bij, zodat de tijd dat elke voorstelling van Jan Decorte hoe dan ook een teaterevenement was, voorlopig tot het verleden lijkt te behoren.
Nog te zien in de Beursschouwburg te Brussel, A. Ortsstraat 22 tot het einde van het jaar. Voor inlichtingen en reserveringen: 02-513.82.90.