Date 1991-06-27

Publication De Standaard

Performance(s) Ein Traum, was sonst

Artist(s)

Company / Organization

Keywords cleverpruisischepruisenpastoralesyberbergrouwsakraalbismarcksgierendeoorlogsbeelden

Mystifikatie van een simpel idee

BRUSSEL -- In een eerste deel van de monoloog Ein Traum, was sonst, gebracht door Kaaiteater in KVS, spreekt Edith Clever geen woord. Een klankband roept de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog op via flarden radioberichten en gierende bominslagen. Met nauwelijks meer dan het aantrekken van een overgrote winterjas en haar totale (zeer gekontroleerde) lichaamsexpressie -- Clever is een van de weinige aktrices die de kunst verstaan om als een danser het hele lichaam te laten spreken -- suggereert zij het verhaal van Bismarcks schoondochter (zie kadertje).

Weer een wisseling van jas later overstemmen herinneringen aan het leven op het land die oorlogsbeelden; niet als een herbeleven, maar eerder als een laatste maal, ter afscheid, luisteren naar vertrouwde geluiden, die nog enkel in haar hoofd aanwezig zijn. Deze woordeloze delen zetten de toon voor wat nog volgt.

Clever belichaamt niet een personage -- de Bismarckanekdote ten spijt -- zij waardigt een houding tegenover het Pruisische verleden, een opstandige rouw, een weigering van het verlies ervan. Niet door deze uit te spreken, maar door sakraliteit te suggereren: ze maakt maximaal gebruik van de macht van haar scenische présence in het brandpunt van de belangstelling, op een volstrekt on-twintigste-eeuwse wijze. Ze vereeuwigt het oude Pruisen in een ritueel.

In drie volgende delen komt daar de Pastorale van Beethoven bij, elegische teksten van Kleist en de evocatie van de faustische vernietiging van de natuur met fragmenten van Goethe. Hoe goed het ook gedaan is, Clever en Syberberg spelen vals.

Onder voorwendsel van een verwijzing naar de geschiedenis van het oude Pruisen (een geschiedenis, het is belangrijk op te merken, die Syberberg, noch Clever ooit op autentieke wijze aan den lijve kunnen ervaren hebben) wordt de teatermachine ingezet om een ahistorisch, sakraal wereldbeeld op te hangen. Een ideologische konstruktie par excellence. Ongelijksoortige elementen als natuur, landleven, Pruisische kultuur worden voetstoots en "en bloc" eeuwige geldigheidswaarde toegewezen. Alles is zeer belangrijk. Specificiteit van ervaring, en dus ook echte rouw, zijn hier afwezig.

Een aspekt van de voorstelling maakt dat valsspelen zonneklaar. De pastorale begeleidt het derde, vierde en vijfde deel van de voorstelling. Als de treurnis om een verloren gegane muziektraditie belangrijk zou zijn, zou de muziek op zich ten gehore gebracht kunnen worden, omwille van zijn exemplarische waarde.