Date 1993-01-21
Publication De Standaard
Performance(s) Een kleine remedie tegen de hoest
Artist(s)
Company / Organization Vereniging voor de entoesiasten van het reële en universele
Keywords ceulemans • obers • turbiasz • ananas • dijck • vondst • uiteenzetting • philippe • hotel • grand
Waanzin in eetzaal van "grand hotel"
Het begint er in deze voorstelling van de "
Ceulemans staat duidelijk model voor de reiziger-schrijver die ervaringen wil uitwisselen met de mensen die hij ontmoet. Maar zo hebben de anderen het allerminst begrepen: hij is de klant, zij zijn de bediende, en aan die duidelijkheid, of aan de waardigheid van de respektieve posities dient door ongepaste familiarileit niet getornd te worden. Omdat Ceulemans daar toch mee begint, beginnen de anderen bijna instinktmatig hem het zwijgen op te leggen, door hem te bedelven onder onzin, bedreigingen en verwijten allerhande, tot Ceulemans finaal zelf ook in radikale nonsens vervallen is. Al blijft hij de buitenstaander.
Een tweede tema dat gaandeweg in de voorstelling sluipt, is hoe de privé-fantazie, de neiging om de werkelijkheid naar de eigen hand te zetten in de verbeelding, elke kommunikatie hoe dan ook betekenisloos en absurd dreigt te maken. De vier akteurs kakelen uiteindelijk door elkaar over hun eigen hersenspinsels, zonder ook maar enige aandacht aan de anderen te besteden.
Het resultaat van een en ander is een voorstelling die meer dan eens uitzinnig hilarisch is. Turbiasz levert een prachtig staaltje van zijn kunnen als hij uiteenzet wat de gelijkenis is tussen een ananas en "fucking rabbits". Wie een flauw mopje verwacht had, wordt verrast door een heldere uiteenzetting over de voortplanting van konijnen volgens een Fibonacci-reeks, die men ook kan terugvinden in de noppen van de schil van een ananas. De spanning tussen het verwachte antwoord en de ongevraagde, absurd-ernstige uiteenzetting is bijna slapstick.
Ondanks al die ongein is de voorstelling niet echt bevredigend. Dat ligt onder andere aan een sterk gebrek aan evenwicht in de akteerprestaties. Van Dijck en Turbiasz zijn duidelijk in hun element en doen op een volgehouden -- en op de duur zelfs wat irriterende -- wijze aan "overacting". De branie daarvoor heeft
Dat alle akteurs zo wild te keer gaan, en de ene tekstuele of visuele vondst op de andere stapelen, leidt op de duur ook tot een komplete chaos. Maar dan wel op een weinig produktieve manier. Je gaat de voorstelling vondst per vondst verteren, een eventuele samenhang tussen alle gekte is na enige tijd ver zoek. Veel zal er dus allicht niet van bijblijven, maar wegens de vele briljante vondsten is het toch een zeer genietbaar werkstuk geworden.
Nog te zien in