Date 1993-03-01

Publication De Standaard

Performance(s) Uadi

Artist(s) Saez, Vicente

Company / Organization

Keywords ensuadigeslachtenhemdwoestijnbewegingenaankledingomkeringkoreografiekarateka

Vicente Saez onder woestijnzon

TURNHOUT -- De koreograaf Vicente Saez creëerde voor Klapstuk '87 ENS. Op harde elektronische ritmes zag je een extreem afgemeten geometrie van bewegingen en passen, bijna als van mekanische poppen. Op een nog vrij naïeve manier, waarin de grote voorbeelden in film en dans zo aanwijsbaar waren, bracht Saez zo de fascinatie (of was het huivering?) voor de moderne wereld tot uitdrukking. De koreografie Uadi die hij nu jn Turnhout voorstelde, keert nagenoeg alle gegevens van de eerste produktie om.

Toch kan je ondanks deze omkering een zelfde gevoeligheid bespeuren voor de primitieve kracht die van een groep, met een extreme stilering van de bewegingen, uitgaat. Alleen gaat het er nu heel wat subtieler, en geraffineerder aan toe.

Uadi is Arabisch voor woestijnrivier. Saez maakte deze koreografie na een reis door de woestijn waar hij, naar eigen zeggen, sterk onder de indruk kwam van de intense kracht van de natuur.

De tragiek van de mens in deze natuur waarmee hij een moeizaam opgebouwde haat-liefdeverhouding heeft, wordt in de koreografie op een treffende wijze weergegeven. De scène weerspiegelt de leegte van de woestijn door de schaarse aankleding met een vlekkerig geel-roestbruin achterdoek. Elke beweging in die lege ruimte wordt precies geplaatst. Elke beweging is belangrijk voor de mens die stand wil houden in deze immense leegte.

De dansers staan er ook bijna nooit alleen, het individu maakt altijd deel uit van een groep. In die groep is er geen plaats voor verwarring, omkering en dubbelzinnigheid. In tegenstelling tot ENS zijn de onderscheiden tussen de geslachten scherp getrokken en gekodeerd. Dat zie je aan de kledij -- de mannen in losse broek en los hemd, de vrouwen in zwarte kleedjes, en op een moment in rok en wit hemd zonder knopen -- maar ook in de bewegingen.

Als de mannen in groep dansen, zijn de bewegingen bijna martiaal, met de katachtige snelheid van de karateka. Met brede, zelfbewuste armzwaaien en passen stellen zij zich op tegenover de zaal, om dan plots de opgeladen spanning vrij te geven in soepele, maar biezonder heftige sprongen waarbij armen en benen als in een schijngevecht gericht uithalen. Bij de vrouwen is de bewegingsstruktuur zachter en ronder. De bewegingen vertrekken ook meer vanuit de buik, eerder dan vanuit de heupen zoals bij de amnnen. De handen, die zich met de palmen naar boven openen en dan weer terugtrekken, vormen altijd een belangrijk begeleidend motief.

Er zijn weinig solomomenten. De spanningsboog is er een van totale eenzaamheid in het universum, verbeeld in het openingsbeeld van een zittende vrouw in een lichtcirkel, naar een gemeenschap van mannen en vrouwen als koppels. De overgang tussen beide geeft soms aanleiding tot brutale kontakten tussen beide geslachten. Het passionele blijkt onder de woestijnzon ook heftiger kleuren te krijgen dan in de gewone wereld.

Saez slaagt erin de persoonlijke inbreng van de individuele dansers te verbinden met de rigide struktuur. Het patroon is duidelijk, maar de aksenten die er als het ware vanzelf in sluipen door de verschillen tussen de dansers maken er meer van dan een stijloefening. En dat is het grote verschil met ENS, waar de keuze van de bewegingen en aankleding dit soort kruisbestuiving nagenoeg onmogelijk maakte. Wellicht valt er nog meer boeiend werk van deze koreograaf te verwachten. Alleen spijtig dat deze voorstelling maar eenmaal te zien was in België.