Date 1993-03-31

Publication De Standaard

Performance(s) Titus Andonderonikustmijnklote

Artist(s) Decorte, Jan

Company / Organization

Keywords titusandronicusvinksknoeiwerkneukenlearkingversimpeldbotheidtoegeëigend

Shakespeare door molen van Jan Decorte gedraaid

BRUSSEL -- Een vreemde vaststelling is dat Jan Decorte blijkbaar zijn vroegere werk helemaal aan het overdoen is. Zijn vorige stuk, de bewerking van King Lear met de titel Meneer, de zot en het kind, bekroond met de toneelschrijfprijs, was al voorafgegaan door een meer "ernstige" Lear. En nu herneemt hij Titus Andronicus, in een bewerking met de titel Titus Andonderonikustmijnklote, ook een stuk dat hij vroeger al eens onder handen nam.

De benadering van dit stuk is niet zo heel verschillend van de King Lear-bewerking. De intrige wordt ook hier drastisch versimpeld. De Moor ("De negerlieger"), Titus Andronicus en Tamora zijn zo ongeveer de enigen die overblijven, en de taal die ze hanteren staat mijlenver af van de welbespraaktheid van Shakespeare. Neuken is gewoon neuken, en er wordt gemoord dat het een lieve lust is, dit overigens wel geheel in overeenstemming met Shakespeares eigen verhaal.

Een ander element dat terugkeert is dat Decorte en Vinks een meisje uit het publiek halen om de "bijkomstige rollen" te spelen. Karakteristiek ook voor Decortes benadering is dat hij meer dan ooit nadrukkelijk zelf aanwezig is. Hij heeft zich het verhaal in zo'n verregaande mate toegeëigend, dat je eigenlijk niet meer de personages van Shakespeare ziet, maar bespiegelingen van Decorte en Vinks zelf over het (hun) leven.

In dit geval dan wel de meer duistere kanten van het leven, het wrede en beestachtige. Maar zoek niet naar een getormenteerd zelfonderzoek van de kunstenaar. Jan Decorte is hier een nar, die -- met grove, aanstootgevende gebaren en woorden en rampzalig knoeiwerk als akteur -- het stuntelig maakwerk dat we kennen als de menselijke konditie in een schril daglicht stelt. Decorte spreekt uit wat iedereen wel eens denkt, brengt de griezelige vernauwingen van het denken aan het licht, maar je hoeft het lachen (met wie eigenlijk?) er niet om te laten.

Natuurlijk, echt knoeiwerk is het niet. Decorte en Vinks zijn echte teaterbeesten: ze maken van letterlijk alle hout pijlen. In de improvizaties en het inspelen op het publiek zijn ze vaak ontzettend ad rem. Als bij de tweede voorstelling een peuter de scène opkruipt, verwoordt Decorte de ergernis die dat soort gebeurtenissen wel eens wil opwekken bij het publiek met zijn voorstel om de handjes van het kind af te hakken en te bakken.

De botheid ervan ligt in het verlengde van de uitzonderlijke, blinde wreedheid van Titus Andronicus en verwijst tegelijk naar de blinde dwang die volwassenen op kinderen kunnen uitoefenen. Maar daarmee is ook de situatie zelf, de verstoring van de podiumorde, tot een troef van de voorstelling gemaakt. Er gebeurt iets. Het kan niet van alle voorstellingen gezegd worden.

Nog te zien op diverse plaatsen in het land.