Date 1993-04-20

Publication De Standaard

Performance(s) Roy Cohn/Jack Smith

Artist(s) Vawter, Ron

Company / Organization Wooster Group

Keywords smithhomoseksuelencohnmonologenwoosteraidsjackgrouphomoseksuelecamp

Ron Vawter in de huid van twee homo-types: Amerikaanse akteur in schitterende dubbelmonoloog

BRUSSEL -- Wie het werk kent van de Wooster Group, een teatergroep uit New York, kijkt wellicht met enige verbazing naar Ron Vawter, een van de akteurs van die groep. De solo-voorstelling Roy Cohn/Jack Smith bestaat uit twee afgeronde monologen, schitterend realistisch geakteerd. Terwijl je van de Wooster Group bizarre, inventieve collagetechnieken gewoon bent, die leiden tot een indringende kommentaar op de recente Amerikaanse geschiedenis of een verrassend licht werpen op klassieke teksten.

De monologen hangen een beeld op van twee radikaal tegengestelde figuren: Roy Cohn was een Newyorkse advokaat en medestander van McCarthy tijdens de heksenjacht op de kommunisten in de jaren '50. Ook later bleef hij een woordvoerder van het ultra-konservatieve deel van de Amerikaanse bevolking. Zo was hij bij voorbeeld een hevig tegenstander van de erkenning van de rechten van homoseksuelen in de jaren '70, hoewel -- en dat is de ironie van zijn leven -- hij privé wel aan zijn eigen homoseksuele verlangens toegaf en in 1986 stierf aan Aids.

Ron Vawter baseerde zijn monoloog op de rekonstruktie van een spreekbeurt voor de Amerikaanse vereniging voor de bescherming van het gezin. De tekst komt ironisch en benauwend over. De speech amuseert of paait het publiek met smeuïge anekdotes, jut het op in scheldtirades tot ongekende haatgevoelens tegen alles wat vreemd is. De eigenaardige bewustzijnsvernauwing die een ideologie is, komt er haarscherp in naar voor.

Vawter geeft het personage perfekt gestalte, tot in de kleinste tics en stembuigingen. Een treffend detail is bij voorbeeld dat de akteur in een der korte adempauzes tussen twee tirades in telkens openlijk een onverschillige blik op zijn uurwerk werpt, om te kijken hoeveel tijd hij nog te vullen heeft. Hij speelt een rol, die niets met de werkelijkkheid van zïjn bestaan te maken heeft.

Camp

Jack Smith, een homoseksuele kunstenaar die in 1989 aan Aids overleed, is zowat het perfekte tegenbeeld van Cohn. Hij is de absolute nicht die zich verlustigt in kitsch en die verheft tot een eigen kunstvorm. Met zijn werk zette hij openlijk alle maatschappelijke konventies en taboes op hun kop. Het wekt dan ook weinig verwondering dat zijn eerste film uit 1963, Flaming creatures, met allerlei buitenissige figuren uit de rand van de samenleving, ogenblikkelijk verboden werd. Toch was de film erg invloedrijk, bij voorbeeld voor het werk van Andy Warhol. Later maakte Smith een lange reeks performances, waarin hij zijn voorliefde voor camp uitputtend etaleerde.

In zijn monoloog gebruikt Ron Vawter een fragment uit een van de performances, met de onvertaalbare titel What's underground about marshmallows? Op de achtergrond worden dia's geprojekteerd van Smith zelf, in een sjeikachtige vermomming in Amsterdam, terwijl stemmen uit soap-opera's weerklinken. Het decor zelf is reuze-knoeiwerk, een aanfluiting van Arabische sensualiteit en ornamentiek, samengeraapt uit een allegaartje van doeken en oude meubels.

Montage

Hier troont Vawter, gehuld in allerlei bont-gekleurde sjaals, met een hoofddoek en een overvloed aan klatergoudkettingen om hals, armen en benen. Het is bijna onwaarschijnlijk dat we hier dezelfde akteur zien als in de eerste monoloog, zo totaal is zijn hele motoriek en stem veranderd. En ook nu weer is het portret van Smith en dat waar hij voor stond, zeer indringend.

Vawter brengt dit stuk als een reflektie over de plaats van homoseksuelen in een samenleving die hun seksualiteitsbeleving onderdrukt, op een ogenblik ook dat Aids een ware slachting aanricht onder homoseksuelen.

Vawter lijdt zelf sedert 1992 aan deze ziekte, en dat geeft aan deze provocerende konfrontatie van twee types reakties op homoseksualiteit, totale ontkenning versus totale uitvergroting, een vreemde bijsmaak.

In het gewoon naast elkaar monteren van de monologen zie je uiteindelijk toch eenzelfde gevoeligheid als bij de Wooster Group. Niet het peilen naar de dipste waarheid is aan de orde. Met de grootste zorg voor detail toont Ron Vawter het oppervlakkige. Het vertrouwde verliest zijn vanzelfsprekendheid omdat de kontekst gewijzigd is, en dat zonder een woord kommentaar of duiding. Zelfs in zijn inleiding behoudt Vawter de grootst mogelijke terughoudendheid: de tekst die hij spreekt staat letterlijk in het programmaboek.

Je krijgt in deze monologen alleen de akteur te zien, niet het lijden van de mens Vawter. Je moet zelf uitmaken wat de betekenis is van de man en zijn werk. Dat is vrij uitzonderlijk, zeker als het onderwerp alle aanleiding biedt om de larmoyante toer op te gaan. Dit is dan ook een uitzonderlijke voorstelling.

Nog te zien in de Studio van het Kaaitheater, O.-L.-Vrouw van Vaakstraat 83 in 1000 Brussel tot en met zaterdag 24 april, telkens om 20 u. 30. Reservaties 02-512.14.82.