Date 1993-10-01
Publication De Standaard
Performance(s) Da un' altra faccia del tempo
Artist(s) Fabre, Jan
Company / Organization
Keywords borden • scherven • bord • duivel • runxt • antony • afgebakende • overmeir • stapels • pek
Fabre toont sadistisch universum: Koreografie verwijst naar vroeger werk
De voorstelling opent op muziek van
Het beeld roept ook hier weer de bevreemdende wereld van een terrarium op waar je beesten ziet verschijnen en verdwijnen in aardgangetjes. Op een lijn staan de dansers, vooral vrouwen en een man, met lange wijde rokken die ze als een baal opgerolde stof voor hun buik dragen. Ondanks die plompe dracht, waardoor ze wel gevangenen met een pakje kleren lijken, zijn ze plechtig en voornaam. Synkroon maken ze afgemeten balletpasjes ter plaatse.
Dadelijk valt op wat een excellente groep Fabre deze keer rond zich verzameld heeft: de symmetrie op de verglijdende tonen en ritmes van de muziek is indrukwekkend. En zo hoort het ook: als de man -- een schitterende
Dit fragment geeft de eerste van de vele opposities die telkens als spiegelbeelden in het stuk voorkomen: plechtigheid en waardigheid, tegenover vernedering en kans op falen. De hele lijn komt plots ook in oppositie met een figuur die erachter opduikt: een man,
Die
Een sleutelscène hier is een soort "dorpsscène". Alle akteurs en dansers plaatsen in een netjes afgebakende rechthoekige "U" hoge stapels borden rondom de scène en gaan erop zitten. Ieder neemt een bord in de hand en houdt het voor zijn hoofd, zodat een erg statisch, bijna ikonisch beeld van een gesloten gemeenschap, met scherp afgebakende verhoudingen, ontstaat.
In het midden zit, potsierlijk in zijn onderbroek -- die extreme kwetsbaarheid en ridikulizering zal ook zijn kracht blijken --
Hier sluipt al een wreedaardigheid in het ritueel die de duistere, wilde kant van deze zo strak geordende wereld belicht. Het is de duivel die dit, met honend gelach, registreert. Als Van Runxt de scherven moet ruimen, trapt een vrouw de scherven telkens weer in het rond, en zo wordt zijn kleine vergrijp aanleiding voor steeds weer een nieuwe vernedering.
Niet meer de heldere ordening van de gemeenschap met zijn wetten laat zich hier gelden, maar een pure machtsstrijd, waarbij alles en iedereen gelijk is, slachtoffer en beul kan zijn. De nacht valt, de hel breekt los. Mannen worden vrouwen, mannen bekruipen mannen, vrouwen kastijden vrouwen. En de duivel is de grijnzende ceremoniemeester van deze radikale omslag. Zijn opponent is
Pek en veren
Fabre orkestreert dit sadistisch universum meesterlijk en indringend. Hij is -- op zijn manier -- ook aanwezig op de scène, in twee beeldengroepen die rechtstreeks verwijzen naar vroeger werk. Stuntelend op hoge stapels borden loopt
Het einde is -- zoals dat hoort in een mytologisch verhaal -- tegelijk voorspelbaar en verbluffend. Alle figuren verdwijnen van de scène. Plots baadt ze in een stralend wit licht. Vanuit de hemel dreunen tonnen borden in scherven naar beneden op de scène en maken
Schoonheid als een syntese, maar één die niets, maar dan ook niets te maken heeft met het Hegeliaans historisch begrip daarvan. Fabres wereld zoals hij ze hier tot leven wekt, is daar de absolute tegenvoeter van.
Nog tot 2 oktober in het