Date 1994-04-30

Publication De Standaard

Performance(s) Spartacus in Manhattan

Artist(s)

Company / Organization Creach & Koester

Keywords charleroiimprovisationheup-vandachterovervallenlichaamskompositiesontwijkingsmaneuversspartacusbrandweerliedeninviteerde

Amerikanen Creach & Koester bewegen bedrieglijk atletisch

CHARLEROI -- Het festival van Charleroi Danses inviteerde een Amerikaanse Groep, Creach & Koester, die dansvoorstellingen met uitsluitend mannen brengt, en dat is vrij uitzonderlijk. In de vier korte stukken die ze in Charleroi brengen, valt vooral de nadruk op het atletische lichaam op. Toch wordt het nooit een doodgewone turnvoorstelling, daarvoor is het werk op de kompositie van de bewegingen veel te nadrukkelijk zichtbaar.

Spartacus in Manhattan is een goed voorbeeld van de stijl van dit ensemble. Het bewegingsmateriaal dat de dansers gebruiken komt klaarblijkelijk voort uit contact improvisation . De beweging start bijna altijd vanuit een afwezigheid van evenwicht. Heel vaak komt dat doordat een danser een andere ontwijkt of opvangt als die valt. Dat evenwicht wordt dan hersteld door vaak gracieuze en complexe heup-, arm- en beenbewegingen, en die leiden weer tot nieuwe bewegingen bij andere dansers.

Het grote verschil met contact improvisation is dat je duidelijk merkt dat hier op geen enkel ogenblik improvizatie mee gemoeid is. De opeenvolging van bewegingen, de kontakten en de ontwijkingsmaneuvers zijn haarscherp uitgedacht, de dansers weten op elk moment precies wat de anderen gaan doen. Precies daarom kunnen ze soms ook erg gevaarlijke stunts uithalen, zoals achterovervallen.

Die organizatie blijkt eigenlijk vooral op de momenten waarop de dansers een bepaalde pose plots even bevriezen, een konstellatie van lichamen heel even aanhouden. En die stilstanden zijn vaak niet zo willekeurig als de abstraktie van de dans zou doen vermoeden. De lichaamskomposities hebben vaak een nogal heroïsch karakter. De grote inspanning die ze vergen, de strakke gezichten end e gespannen spierbundels roepen een grote intensiteit en vand e weeromstuit, een soort "betekenis" op.

Daar zit vaak een nauwelijks verholen patetiek in. Het stuk gaat er daardoor op de duur uitzien als een verzameling schilderijen van negentiende-eeuwse brandweerlieden. De gezochte komposities met hun nadrukkelijke retoriek keren hier terug, al zijn ze voor de gelegenheid verpakt in een kleedje van post-moderne dans.

In de VS schijnt men dit soort koreografie nogal te smaken. Zelf vond ik de voorstelling een beetje potsierlijk en zeker als dansevenement niet erg boeiend.