Date 1994-05-20

Publication De Standaard

Performance(s) Kinok

Artist(s) De Keersmaeker, Anne Teresa

Company / Organization Rosas

Keywords kinokkheliliballestrerkoreografiegrossesumanhsuarchitektuurrosakoreografische

Vernieuwd Rosas danst "Kinok" virtuoos : Anna Teresa de Keersmaeker op KunstenFESTIVALdesArts

BRUSSEL -- Kinok, de nieuwe voorstelling van Rosas op het KunstenFESTIVALdesArts heeft een struktuur die sterk verwant is aan Mikrokosmos uit 1985: toen werden muziek en koreografische elementen uit vorige voorstelling terug opgenomen en bewerkt, en aangevuld met nieuw werk dat vooruitwees naar latere voorstellingen. Alle muziek werd live uitgevoerd. Kinok herneemt, ook met live uitgevoerde muziek, de koreografie die gemaakt werd met Fumiyo Ikeda en Nordine Benchorf voor de Greenaway-film Rosa en de koreografie op de Grosse Fuge van Beethoven, die als een apart luik vervat zat in Erts. Tussen deze biede delen zit het nieuwe stuk Kinok, een koreografie voor drie vrouwen en zes mannen op muziek van Thierry De Mey. Bij deze voorstelling treedt in Brussel voor het eerst een bijna volledig vernieuwd ensemble aan, dat desondanks een merkwaardige koherentie vertoont.

Zeggen dat de voorstelling enkel een optelsom van oude en nieuwe stukken is, zou de waarheid bijzonder geweld aandoen. Dat blijkt het sterkst uit de Grosse Füge. Binnen Erts zat het vernuftige koreografische werk met kruisende lijnen en een estafette van bewegingen van danser tot danser geprangd tussen het vele andere materiaal van de voorstelling. Hier krijgen de basisfiguren van de voorstelling plots ruimte. Een paar elementaire bewegingen zijn dadelijk te herkennen. De weinig elegante, maar des te levendiger sprong met uitgestoken ellebogen en opgetrokken knieën, net een spontane vreugdesprong, en de zijdelingse val en rol met het volle gewicht zijn tema's die de koreografie een soort robuustheid,jongensachtigheid verlenen.

De koreografie werd aanvankelijk door vijf mannen en een vrouw, Cynthia Loemy, verkleed als man uitgevoerd. Hier wordt met negen dansers gewerkt, waaronder drie vrouwen, en dat levert merkwaardige nieuwe aksenten en kontrapunten op.

Sarah Ludi herneemt vooral de plaats van Loemy, terwijl Marion Ballestrer, de enige die een kleedje draagt, tegen de hele groep opgaat met een afwijkende, veel sierlijker en precies daarom ook sterk kontrasterende dans. Suman Hsu vormt soort brug tussen deze beide vrouwen.

Naast deze verfijning van de koreografische tema's wordt ook de architektuur van de dans in de breedte opengetrokken. Het basisprinciep van de voorstelling blijft nog steeds het opnemen, wijzigen en weer doorgeven van figuren door wisselende groepen dansers. De manier waarop lijnen en cirkels gesuperponeerd worden, groepen vervloeien en ontbinden is zonder meer virtuoos geworden, terwijl de dans ondanks die reële komplexiteit helderder en meer vanzelfsprekend lijkt. De dans versmelt bijna met de komplexe architektuur van Beethovens muziek, uitgevoerd door het Duke Quartet.

Met Kinok wordt een cirkel gesloten: voor de eerste Rosas-voorstelling, Rosas danst Rosas, werd de sterk ritmische, harde muziek geschreven door Thierry De Mey en Peter Vermeersch. Tegenover die muziek stond een koreografie die gekenmerkt werd door een onmiskenbaar vrouwelijke, unisono bewegingstaal van vier danseressen. Zoals in Kinok, geschreven voor het Ictus-ensemble, onder leiding van Georges Elie Octors, de eenduidige ritmiek plaats gemaakt heeft voor een bijna fladderende, onvatbare en eterische kadans, is ook het unisono van de dans opgelost in een veelheid aan sierlijke bewegingen en patronen.

De figuren van Osman Kassen Khelili en Marion Ballestrer staan hier centraal: zij openen het stuk en sluiten het ook weer af. Khelili bijna tersluiks en zijdelings. Nog in het halfduister springt-trappelt hij van achter naar voren over de scène, en gaat opzij ervan staan. In sterk tegenlicht vanuit de voet van de achterwand van de scène verschijnt Ballestrer; vanuit haar lichaam, dat lichtjes opzij helt, ontstaan sierlijke arabesken van de armen, tot de figuur loskomt van de vloer en ze lange lijnen trekt met benen en armen, als een vogel.

Zot

Het lijken wel vrije balletfiguren, maar er is altijd wel iets, een klein schokje met de schouder, zot heen en weer springen op twee benen, die de abstraktie daarvan doorbreken, verbiezonderen. Tegen het einde herneemt ze deze dans, maar trager, langoureus bijna, terwijl een man op de grond rond haar cirkelt. Als alle dansers samen op een lijn op het podium terug samenkomen, springt Khelili daar tot slot nog een laatste maal als een duiveltje uit een doosje voorbij.

De spanning die zo gesuggereerd is tussen twee polen wordt in de loop van het stuk uitgewerkt. Een na een vervoegen de andere dansers zich bij de eerste twee. Sarah Ludi verdubbelt even de eerste bewegingen van Ballestrer, maar verstilt dan weer. Er komen mannen bij en er ontstaan figuren. Je krijgt het gevoel te kijken naar zwijgende konfrontaties tussen mensen, waarin kompliciteit en afstand elkaar afwisselen.

Een heel mooie figuur krijg je als drie mannen plots in een diagonaal staan, en drie vrouwen loodrecht daarop doorschuiven tussen de mannen. Het wordt nooit een verhaaltje, maar de geraffineerde architektuur van de dans is ook nooit zomaar geometrie.

ROSA is als koreografie het minst "bewerkt" tegenover het origineel. De vioolsonate van Bartók wórdt uitgevoerd door George-Alexander Van Dam. De verschillen zitten hier in de andere uitstraling van de dansers, Suman Hsu en Khelili, maar vooral in de ruimte waarin de dans zich afspeelt. In het Luna-teater verbergt een wit gordijn de achterscène, het eenheidsdekor voor de hele avond, zodat de voorscène van de weeromstuit als een verborgen, afgesloten ruimte gaat werken. De dansers bespelen de breedte van de scène, terwijl in de film het teatrale, symmetrische perspektief van de zaal van de Gentse opera sterk bepalend was.

Dat maakt de woordeloze ontmoeting van een man en een vrouw minder geladen, intiemer. Het richt de aandacht meer op de kwaliteiten van de dans zelf. Veel duidelijker merk je nu dat ook in ROSA al heel wat latere ontwikkelingen, zoals in Kinok en de Grosse Fuge, voorafgebeeld zijn.