GENT -- In de reeks Jubilate Polonia, een panorama van de Poolse muziek, bracht het Festival van Vlaanderen twee gereputeerde ensembles samen: het Amerikaanse dansgezelschap van Lucinda Childs en het muziekensemble I Fiamminghi onder leiding van Rudolf Werthen.
Dit dansconcert bestaat uit vijf delen. De nadruk ligt, zeker in het eerste deel van de avond, op de dans. Al geeft de live uitgevoerde muziek van Oosteuropese komponisten een biezondere spanning aan het geheel.
Lucinda Cïffids opent de avond met Radial Courses uit 1976, haar vierde koreografie nadat ze rond 1968 het experimentele gezelschap Judson Group verliet. In Radial Courses ziet men in een zeer zuivere, minimalistische vorm de essentie van het werk van Childs. Vier mannelijke dansers, in een wit pak en op blote voeten, lopen in volledige stilte vier koncentrische cirkels in een hoog tempo. Ondanks de snelheid houden zij lichaam en armen nagenoeg volledig stil, zodat alle aandacht bij het voetenspel en de cirkelfiguur blijft.
Op die eenvoudige basisfiguur worden met twee middelen variaties aangebracht. Ofwel gaat een danser sneller lopen met een slipsprong om de twee of drie tellen, ofwel draait hij om zijn as, en begint in tegenovergestelde richting te lopen. Beide variaties kunnen gekombineerd worden, en in de versnellingen en vertragingen kunnen de dansers ook van "baan" wisselen.
Door die minimalistische variaties, die onvoorspelbaar zijn, wordt de kijker gedwongen zeer scherp toe te kijken wat er precies gebeurt. Hij kan gaan zien hoe zeer ingewikkelde figuren ontstaan uit in wezen zeer eenvoudige ingrediënten.
Die aanscherping van de aandacht is ook nodig om de volgende stukken waarin Childs en haar dansers optreden, te kunnen volgen. De vloerpatronen en variaties worden hier vermenigvuldigd, de armen gaan mee een rol spelen en ook muziek krijgt een belangrijke rol als een stuwende,faktor. Voor de pauze, in Rhythm plus en Impromptu, speelt claveciniste Elsiabeth Chojnacka eerst het hypnotizerende Hungarian Rock van Ligeti, gevolgd door Programme commun pour clavecin et bande magnétique van Ferrari, en daarna Impromptu avec romarin van Kurylewicz. Alle stukken werden overigens speciaal voor haar gekomponeerd.
Vooral Impromptu is een erg leuk werkstuk. In de muziek hoor je vaagweg echo's van bekende liedjes en jazzy loopjes. Op de vaag verlichte scène bereikt Childs een effekt alsof de dansers door elkaar heen dwarrelen zoals de lichtstipjes van de twee spiegelbollen die erboven draaien. Daarna gaan de dansers zich opnieuw ordenen in (wisselende) paren, en het lijkt van dan af wel alsof de dans opgebouwd is met popjes die fragmenten van populaire dansen nadoen op de muziek.
Ook hier ligt de nadruk niet zozeer op de virtuositeit van de dans als wel op het zeer uitgekiend borduurwerk van variaties en verschuivingen van een zeer sobere bewegingstaal. Maar in tegenstelling tot Radial Courses kom je hier al snel ogen te kort.
Het gedeelte na de pauze is het uitgesproken Poolse deel, met een eerbetoon aan de komponist Henryk Gorecki, waarvan Kleines Requiem en Concerto nr. l voor klavecimbel en strijkers uitgevoerd worden. Het requiem wordt door I Fiamminghi koncertant uitgevoerd. Het vormt een visueel rustpunt, waarin alle aandacht gaat naar Gorecki's mooie partituur. Het daarna volgende concerto, dat slechts negen minuten duurt, brengt alle uitvoerders samen voor een kort en hevig orgelpunt.
De Lucinda Childs Dance Company en I Fiamminghi zijn vanavond nog te zien in hetzelfde programma in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel (02-507.82.00).